pattern

ACT Engels en Wereldkennis - Land en Water

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met land en water, zoals "playa", "eroderen", "zijrivier", enz. die je zullen helpen je ACTs te halen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
ACT Vocabulary for English and World Knowledge
meadow
[zelfstandig naamwoord]

a piece of land covered in grass and sometimes wild flowers, often used for hay

weide, grasland

weide, grasland

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rainforest
[zelfstandig naamwoord]

‌a thick, tropical forest with tall trees and consistently heavy rainfall

regenwoud, jungle

regenwoud, jungle

Ex: The rainforest is home to many indigenous communities .Het **regenwoud** is de thuisbasis van veel inheemse gemeenschappen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
playa
[zelfstandig naamwoord]

a flat-bottomed desert basin that periodically fills with water to form a temporary lake, but remains dry for most of the year

playa, vlakbodemwoestijnbekken

playa, vlakbodemwoestijnbekken

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ridge
[zelfstandig naamwoord]

an elevated area of land that forms a crest along a hill or mountain range

kam, bergrug

kam, bergrug

Ex: The trail followed the ridge, winding through dense forests and rocky outcrops .Het pad volgde de **kam**, slingerend door dichte bossen en rotsachtige uitsteeksels.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pasture
[zelfstandig naamwoord]

a field covered with grass or similar herbs suitable for animals to graze on

weide, grasland

weide, grasland

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
foothill
[zelfstandig naamwoord]

a low hill at the base of a mountain or mountain range

uitloper, voet van de berg

uitloper, voet van de berg

Ex: They built their home in the foothills to enjoy the scenic views and fresh air .Ze bouwden hun huis in de **voetheuvels** om te genieten van het landschap en de frisse lucht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
terrain
[zelfstandig naamwoord]

an area of land, particularly in reference to its physical or natural features

terrein, landschap

terrein, landschap

Ex: Farmers adapted their cultivation techniques to suit the varying terrain of their land , employing terracing on slopes and irrigation systems in low-lying areas to optimize agricultural productivity .Boeren pasten hun teelttechnieken aan om te passen bij het gevarieerde **terrein** van hun land, waarbij ze terrassen op hellingen en irrigatiesystemen in lager gelegen gebieden gebruikten om de landbouwproductiviteit te optimaliseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
landmark
[zelfstandig naamwoord]

a structure or a place that is historically important

oriëntatiepunt, historische plek

oriëntatiepunt, historische plek

Ex: In Washington , D.C. , the Lincoln Memorial serves as both a tribute to President Lincoln and a powerful landmark of American history .In Washington, D.C. dient het Lincoln Memorial zowel als een eerbetoon aan president Lincoln als een krachtig **oriëntatiepunt** van de Amerikaanse geschiedenis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crest
[zelfstandig naamwoord]

the highest point or summit, especially of a mountain or hill, where the incline culminates

kam, top

kam, top

Ex: During the cycling race , the most difficult part for the riders was the steep ascent to the crest of the ridge .Tijdens de wielerwedstrijd was het steile klim naar de **top** van de bergkam het moeilijkste deel voor de renners.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
boulder
[zelfstandig naamwoord]

a large rock, usually one that has been shaped by natural forces such as water or ice

rotsblok, kei

rotsblok, kei

Ex: The archaeologists discovered ancient petroglyphs carved into the surface of the boulder, offering insights into the beliefs of past civilizations .De archeologen ontdekten oude petrogliefen uitgehouwen in het oppervlak van de **rotsblok**, wat inzicht geeft in de overtuigingen van vroegere beschavingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
landslide
[zelfstandig naamwoord]

a sudden fall of a large mass of dirt or rock down a mountainside or cliff

aardverschuiving, landslip

aardverschuiving, landslip

Ex: The government issued a warning to residents about the risk of landslides during the storm .De overheid heeft een waarschuwing uitgegeven aan bewoners over het risico op **aardverschuivingen** tijdens de storm.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mound
[zelfstandig naamwoord]

a small, natural hill or raised area of earth, typically formed by natural processes

heuveltje, aardhoop

heuveltje, aardhoop

Ex: The children rolled down the grassy mound in the park .De kinderen rolden van de grasheuvel in het park.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
overland
[bijvoeglijk naamwoord]

related to travel or transport over land, especially across long distances or difficult terrain

over land, land-

over land, land-

Ex: The company specializes in organizing overland expeditions for adventurous travelers.Het bedrijf is gespecialiseerd in het organiseren van **overland** expedities voor avontuurlijke reizigers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to erode
[werkwoord]

to undergo gradual wearing away or reduction in size, typically as a result of natural forces or environmental factors

eroderen, uitslijten

eroderen, uitslijten

Ex: In the absence of vegetation , hillsides erode more quickly during storms .Bij afwezigheid van vegetatie **eroderen** heuvelhellingen sneller tijdens stormen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mudflat
[zelfstandig naamwoord]

a coastal wetland area that is covered by mud or silt at low tide and exposed at high tide

wad, slikken

wad, slikken

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
berm
[zelfstandig naamwoord]

a flat strip or ledge of land, located along the side of a road, typically used for drainage or as a barrier

berm, zijstrook

berm, zijstrook

Ex: The joggers ran on the berm to avoid the busy road .De joggers liepen op de **berm** om de drukke weg te vermijden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bluff
[zelfstandig naamwoord]

a high, steep cliff or bank overlooking a body of water, often formed by erosion or geological processes

klif, steile oever

klif, steile oever

Ex: The town was nestled at the base of a rugged bluff along the river .Het stadje lag aan de voet van een ruige **klif** langs de rivier.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gorge
[zelfstandig naamwoord]

a deep narrow valley, typically with a stream running through it

kloof, ravijn

kloof, ravijn

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tundra
[zelfstandig naamwoord]

the expansive flat Arctic regions, of North America, Asia, and Europe, in which no trees grow and the soil is always frozen

toendra, de toendra

toendra, de toendra

Ex: Climate change poses a threat to tundra regions worldwide, affecting wildlife habitats and contributing to permafrost thawing.Klimaatverandering vormt een bedreiging voor **toendra**-gebieden wereldwijd, heeft invloed op leefgebieden van wilde dieren en draagt bij aan het ontdooien van permafrost.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tract
[zelfstandig naamwoord]

a large area of land, often defined by boundaries, used for specific purposes such as development, agriculture, or conservation

gebied, perceel

gebied, perceel

Ex: The conservation organization acquired a large tract of wetlands to protect migratory bird habitats .De natuurbeschermingsorganisatie verwierf een groot **stuk** wetlands om de leefgebieden van trekvogels te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rapid
[zelfstandig naamwoord]

a fast and turbulent part of a river with swift currents and obstacles like rocks

stroomversnelling

stroomversnelling

Ex: The guide steered the raft through the rapids safely .De gids stuurde het vlot veilig door de **stroomversnellingen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
creek
[zelfstandig naamwoord]

a narrow, shallow watercourse, often flowing through a confined natural channel

beek, stroompje

beek, stroompje

Ex: Wildflowers lined the edges of the creek, adding a burst of color to the landscape .Wilde bloemen omzoomden de randen van de **beek** en voegden een vleugje kleur toe aan het landschap.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tributary
[zelfstandig naamwoord]

a watercourse that flows into a larger river or body of water

zijrivier, bijrivier

zijrivier, bijrivier

Ex: Navigating through the heart of Europe , the Danube River gains strength as it absorbs tributaries like the Inn and Drava Rivers .Terwijl het door het hart van Europa stroomt, wint de Donau aan kracht door **zijrivieren** zoals de Inn en de Drava op te nemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
puddle
[zelfstandig naamwoord]

a small pool of water or other liquid, particularly rainwater

plas, poel

plas, poel

Ex: The puddle reflected the lights of the city at night , creating a shimmering effect on the pavement .De **plas** weerkaatste 's nachts de lichten van de stad, wat een schitterend effect op het trottoir creëerde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
eddy
[zelfstandig naamwoord]

a circular current of water or air that moves against the main flow, creating a small whirlpool or whirl

draaikolk, werveling

draaikolk, werveling

Ex: The swimmer steered clear of the eddy to avoid getting pulled in .De zwemmer bleef uit de buurt van de **draaikolk** om niet meegezogen te worden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
current
[zelfstandig naamwoord]

the flow or movement of water or a liquid in a specific direction

stroom, stroming

stroom, stroming

Ex: The warm ocean current influences the coastal climate, making winters milder.De warme oceaan**stroom** beïnvloedt het kustklimaat, waardoor de winters milder worden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
brook
[zelfstandig naamwoord]

a small, natural watercourse or stream; typically characterized by a gentle and continuous flow

beek, stroompje

beek, stroompje

Ex: The brook's clear water sparkled in the sunlight .Het heldere water van de **beek** glinsterde in het zonlicht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ripple
[zelfstandig naamwoord]

a slight wave or series of waves on the water's surface caused by a breeze or a disturbance

een rimpeling, een golfje

een rimpeling, een golfje

Ex: She watched the ripples spread out from where the fish had jumped .Ze keek hoe de **rimpelingen** zich verspreidden vanaf de plek waar de vis was gesprongen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trickle
[zelfstandig naamwoord]

a small, slow flow of liquid

straaltje, druppel

straaltje, druppel

Ex: A trickle of blood emerged from the small cut on her finger .Een **straaltje** bloed kwam tevoorschijn uit het kleine sneetje in haar vinger.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inlet
[zelfstandig naamwoord]

a narrow body of water between islands or leading inland from a larger body of water, often serving as a passageway or channel

inham, kanaal

inham, kanaal

Ex: The tidal flow through the inlet created a unique ecosystem .Het getijdenstroming door de **inham** creëerde een uniek ecosysteem.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bank
[zelfstandig naamwoord]

land along the sides of a river, canal, etc.

oever, rivieroever

oever, rivieroever

Ex: The flooded river caused the water to rise above its banks, spilling into the nearby fields .De overstroomde rivier zorgde ervoor dat het water boven zijn **oevers** steeg en in de nabijgelegen velden stroomde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
swash
[zelfstandig naamwoord]

the gentle, rhythmic movement and sound of water as it washes up onto the shore or against objects

het kabbelen, het geruis van de golven

het kabbelen, het geruis van de golven

Ex: After the storm , the swash of raindrops against the window was comforting .Na de storm was het **klotsen** van de regendruppels tegen het raam troostend.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
runoff
[zelfstandig naamwoord]

the excess liquid, typically water, that exceeds the capacity of an area to contain or absorb it

afvoer, overstroming

afvoer, overstroming

Ex: Urban planning now incorporates green spaces to absorb the runoff and reduce flooding risks .Stadsplanning omvat nu groene ruimtes om **afvloeiing** op te nemen en overstromingsrisico's te verminderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lagoon
[zelfstandig naamwoord]

a shallow body of water separated from a larger body of water, often by a barrier island, coral reef, or sandbar

lagune, meer

lagune, meer

Ex: The Okavango Delta in Botswana consists of lagoons and water channels , attracting a rich variety of wildlife .De Okavango Delta in Botswana bestaat uit **lagunes** en waterkanalen, die een rijke verscheidenheid aan wildlife aantrekken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
swamp
[zelfstandig naamwoord]

an area of land that is covered with water or is always very wet

moeras, zomp

moeras, zomp

Ex: Local folklore often tells tales of mysterious creatures lurking in the depths of the swamp, adding to its allure and mystery .Lokale folklore vertelt vaak verhalen over mysterieuze wezens die in de diepten van het **moeras** schuilen, wat bijdraagt aan zijn aantrekkingskracht en mysterie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
estuary
[zelfstandig naamwoord]

the part of a river that is wide and where it meets the sea

estuarium, riviermond

estuarium, riviermond

Ex: Environmentalists work to protect estuaries from pollution and habitat destruction .Milieuactivisten werken aan het beschermen van **estuaria** tegen vervuiling en vernietiging van leefgebieden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gully
[zelfstandig naamwoord]

a narrow channel or ravine formed by the erosion of soil, especially by running water during rainfall or storms

geul, sloot

geul, sloot

Ex: Wildlife tracks often follow the course of a gully, providing natural pathways through the landscape.Wildsporen volgen vaak het verloop van een **geul**, wat natuurlijke paden door het landschap biedt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
slough
[zelfstandig naamwoord]

a stagnant or slow-moving channel or inlet, often connected to a larger body of water, such as a marsh, swamp, or backwater

een doodlopende tak, een moeras

een doodlopende tak, een moeras

Ex: Over time , sediment buildup narrowed the slough, altering its ecosystem dynamics .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
splatter
[zelfstandig naamwoord]

the scattered droplets or particles of water or liquid that result from something being struck or dispersed forcefully

spat, spetter

spat, spetter

Ex: The chef stirred the soup vigorously , causing a splatter of broth on the stove .De chef roerde de soep krachtig, wat een **spetter** bouillon op het fornuis veroorzaakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fjord
[zelfstandig naamwoord]

a steep, deep, and narrow sea inlet surrounded by tall cliffs, created by a glacier

fjord, gletsjerbaai

fjord, gletsjerbaai

Ex: The fjords created by the Harding Icefield in Alaska showcase unique features and diverse wildlife .De **fjorden** die zijn gecreëerd door het Harding-ijsveld in Alaska tonen unieke kenmerken en diverse wilde dieren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tsunami
[zelfstandig naamwoord]

a very high wave or series of waves caused by an undersea earthquake or volcanic eruption

tsunami

tsunami

Ex: After the earthquake , the government issued an evacuation order due to the risk of a tsunami.Na de aardbeving heeft de regering een evacuatiebevel uitgevaardigd vanwege het risico op een **tsunami**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cascade
[zelfstandig naamwoord]

a small steep waterfall, usually one of several others

waterval

waterval

Ex: The guidebook highlighted a famous cascade as a must-see attraction .De reisgids benadrukte een beroemde **waterval** als een must-see attractie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ACT Engels en Wereldkennis
LanGeek
LanGeek app downloaden