Boek English File - Intermediate - Les 7A

Hier vind je de woordenschat uit Les 7A in het English File Intermediate cursusboek, zoals "wiskunde", "graad", "leerling", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

geography

[zelfstandig naamwoord]

the scientific study of the physical features of the Earth and its atmosphere, divisions, products, population, etc.

geografie

Ex: They conducted fieldwork to collect data on local geography and ecosystems .Ze voerden veldwerk uit om gegevens te verzamelen over de lokale **geografie** en ecosystemen.

Sluiten

Inloggen

history

[zelfstandig naamwoord]

the study of past events, especially as a subject in school or university

geschiedenis, wereldgeschiedenis

Ex: We study the history of our country in social studies class .We bestuderen de **geschiedenis** van ons land in de les maatschappijleer.

Sluiten

Inloggen

information technology

[zelfstandig naamwoord]

a field of science that deals with the use or study of electronic devices and processes in which data is stored, created, modified, etc.

informatietechnologie

Ex: The information technology department is responsible for maintaining the company 's computer systems and software .De afdeling **informatietechnologie** is verantwoordelijk voor het onderhoud van de computersystemen en software van het bedrijf.

Sluiten

Inloggen

literature

[zelfstandig naamwoord]

written works that are valued as works of art, such as novels, plays and poems

literatuur

Ex: They discussed the themes of love and loss in 19th-century literature.Ze bespraken de thema's van liefde en verlies in de **literatuur** van de 19e eeuw.

Sluiten

Inloggen

mathematics

[zelfstandig naamwoord]

the study of numbers and shapes that involves calculation and description

wiskunde, wis

Ex: We learn about shapes and measurements in our math class.We leren over vormen en metingen in onze **wiskunde** les.

Sluiten

Inloggen

physics

[zelfstandig naamwoord]

the scientific study of matter and energy and the relationships between them, including the study of natural forces such as light, heat, and movement

natuurkunde

Ex: His fascination with physics led him to pursue research in quantum mechanics .Zijn fascinatie voor **natuurkunde** leidde ertoe dat hij onderzoek ging doen naar kwantummechanica.

Sluiten

Inloggen

boarding school

[zelfstandig naamwoord]

a school where students live and study during the school year

internaat, kostschool

Ex: Many boarding schools offer a variety of extracurricular activities , from sports to the arts , allowing students to explore their interests and develop new skills outside the classroom .Veel **internaten** bieden een verscheidenheid aan buitenschoolse activiteiten, van sport tot kunst, waardoor studenten hun interesses kunnen verkennen en nieuwe vaardigheden kunnen ontwikkelen buiten het klaslokaal.

Sluiten

Inloggen

degree

[zelfstandig naamwoord]

the certificate that is given to university or college students upon successful completion of their course

diploma

Ex: To enter the medical field , you must first obtain a medical degree.Om het medische veld te betreden, moet je eerst een medisch **diploma** behalen.

Sluiten

Inloggen

head

[zelfstandig naamwoord]

the person in charge of running a school

schoolhoofd, directeur

Ex: The head of school made sure everything ran smoothly .De **schoolhoofd** zorgde ervoor dat alles soepel verliep.

Sluiten

Inloggen

nursery school

[zelfstandig naamwoord]

a place where young children, typically infants and toddlers, are cared for during the day while their parents are at work or otherwise occupied

peuterspeelzaal, kinderdagverblijf

Ex: Many parents appreciate the importance of nursery school as it provides their children with early socialization opportunities and a foundation for lifelong learning .Veel ouders waarderen het belang van **peuterschool** omdat het hun kinderen vroege socialisatiemogelijkheden en een basis voor levenslang leren biedt.

Sluiten

Inloggen

education

[zelfstandig naamwoord]

the process that involves teaching and learning, particularly at a school, university, or college

onderwijs, opleiding

Ex: She dedicated her career to advocating for inclusive education for students with disabilities .Ze wijdde haar carrière aan het pleiten voor inclusief **onderwijs** voor studenten met een handicap.

Sluiten

Inloggen

biology

[zelfstandig naamwoord]

the scientific study of living organisms; the science that studies living organisms

biologie, levenswetenschap

Ex: Understanding biology is crucial for addressing environmental and health-related challenges .Het begrijpen van **biologie** is cruciaal voor het aanpakken van milieu- en gezondheidsgerelateerde uitdagingen.

Sluiten

Inloggen

chemistry

[zelfstandig naamwoord]

the branch of science that is concerned with studying the structure of substances and the way that they change or combine with each other

scheikunde, wetenschap van stoffen

Ex: His passion for chemistry led him to pursue a degree in chemical engineering .Zijn passie voor **scheikunde** leidde ertoe dat hij een diploma in chemische technologie behaalde.

Sluiten

Inloggen

private school

[zelfstandig naamwoord]

a school that receives money from the parents of the students instead of the government

privéschool, particuliere onderwijsinstelling

Ex: Private schools often have more resources compared to public institutions .**Particuliere scholen** hebben vaak meer middelen in vergelijking met openbare instellingen.

Sluiten

Inloggen

state school

[zelfstandig naamwoord]

a school that provides free education due to being funded by the government

staatschool, openbare school

Ex: She works as a math teacher at a state school, where she loves inspiring students from diverse backgrounds .Ze werkt als wiskundelerares op een **openbare school**, waar ze graag studenten van diverse achtergronden inspireert.

Sluiten

Inloggen

pupil

[zelfstandig naamwoord]

someone who is receiving education, particularly a schoolchild

leerling, scholier

Ex: The school 's policy requires pupils to wear uniforms as part of the dress code .Het beleid van de school vereist dat **leerlingen** uniformen dragen als onderdeel van de kledingcode.

Sluiten

Inloggen

kindergarten

[zelfstandig naamwoord]

a class or school that prepares four-year-old to six-year-old children for elementary school

kleuterschool, kindergarten

Ex: Teachers in kindergarten play a vital role in fostering a love for learning , encouraging curiosity , and helping children develop important interpersonal skills through group activities .Leerkrachten in de **kleuterschool** spelen een cruciale rol in het bevorderen van een liefde voor leren, het aanmoedigen van nieuwsgierigheid en het helpen van kinderen bij het ontwikkelen van belangrijke interpersoonlijke vaardigheden door middel van groepsactiviteiten.

Sluiten

Inloggen

primary school

[zelfstandig naamwoord]

the school for young children, usually between the age of 5 to 11 in the UK

basisschool, lagere school

Ex: He recalled his years at primary school as being filled with fun and learning .Hij herinnerde zich zijn jaren op de **basisschool** als gevuld met plezier en leren.

Sluiten

Inloggen

elementary school

[zelfstandig naamwoord]

a primary school for the first six or eight grades

basisschool, lagere school

Ex: He works as a teacher at an elementary school, specializing in science education .Hij werkt als leraar op een **basisschool**, gespecialiseerd in wetenschapsonderwijs.

Sluiten

Inloggen

secondary school

[zelfstandig naamwoord]

the school for young people, usually between the ages of 11 to 16 or 18 in the UK

middelbare school, secundaire school

Ex: In some countries , students must take standardized exams at the end of secondary school to qualify for university admission or to receive their high school diploma .In sommige landen moeten studenten aan het einde van de **middelbare school** gestandaardiseerde examens afleggen om in aanmerking te komen voor toelating tot de universiteit of om hun middelbare schooldiploma te ontvangen.

Sluiten

Inloggen

high school

[zelfstandig naamwoord]

a secondary school typically including grades 9 through 12

middelbare school, hogere school

Ex: Guidance counselors in high schools provide essential support to students , helping them navigate academic challenges , college applications , and career planning .Loopbaanbegeleiders op **middelbare scholen** bieden essentiële ondersteuning aan studenten, helpen hen bij academische uitdagingen, universiteitsaanvragen en carrièreplanning.

Sluiten

Inloggen

student

[zelfstandig naamwoord]

a person who is studying at a school, university, or college

student, leerling

Ex: They collaborate with other students on group projects .Ze werken samen met andere **studenten** aan groepsprojecten.

Sluiten

Inloggen

term

[zelfstandig naamwoord]

one of the three periods in the academic year during which multiple classes are held in schools, universities, etc.

trimester, semester

Ex: She earned good grades in the previous term.Ze heeft goede cijfers gehaald in de vorige **periode**.

Sluiten

Inloggen

college

[zelfstandig naamwoord]

a university in which students can study up to a bachelor's degree after graduation from school

universiteit, faculteit

Ex: The college campus is known for its vibrant student life , with numerous clubs and activities to participate in .De **universiteitscampus** staat bekend om zijn bruisende studentenleven, met tal van clubs en activiteiten om aan deel te nemen.

Sluiten

Inloggen

grade

[zelfstandig naamwoord]

a letter or number given by a teacher to show how a student is performing in class, school, etc.

cijfer, beoordeling

Ex: The students eagerly awaited their report cards to see their final grades.De leerlingen keken reikhalzend uit naar hun rapporten om hun eindcijfers te zien.

Sluiten

Inloggen

semester

[zelfstandig naamwoord]

each of the two periods into which a year at schools or universities is divided

semester, trimester

Ex: This semester, I am taking classes in English , math , and history .

Sluiten

Inloggen

to allow

[werkwoord]

to let someone or something do a particular thing

toestaan, laten

Ex: The rules do not allow smoking in this area .De regels **staan** roken in dit gebied niet **toe**.

Sluiten

Inloggen

to expel

[werkwoord]

to force someone to leave a place, organization, etc.

verdrijven, uitsluiten

Ex: The school expelled him for cheating .De school heeft hem **verwijderd** voor vals spelen.

Sluiten

Inloggen

to punish

[werkwoord]

to cause someone suffering for breaking the law or having done something they should not have

straffen, bestraffen

Ex: Company policies typically outline consequences to punish employees for unethical behavior in the workplace .Bedrijfsbeleid schetst meestal de gevolgen om werknemers te **straffen** voor onethisch gedrag op de werkplek.

Sluiten

Inloggen

to cheat

[werkwoord]

to win or gain an advantage in a game, competition, etc. by breaking rules or acting unfairly

bedriegen, valsspelen

Ex: Last night , he cheated in the poker game by marking cards .Gisteravond heeft hij **valsgespeeld** in het pokerspel door kaarten te markeren.

Sluiten

Inloggen

Boek English File - Intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek English File - Intermediate - Les 7A