B2 Woordenlijst - Money

Hier leer je enkele Engelse woorden over geld, zoals "krediet", "economie", "boekhouding", enz., voorbereid voor B2-leerders.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to credit [werkwoord]

crediteren

Ex: The landlord credited the tenant 's account with the security deposit refund after the lease term ended .

De verhuurder crediteerde de rekening van de huurder met de teruggave van het borgbedrag na afloop van de huurperiode.

economy [zelfstandig naamwoord]

economie

Ex: A diversified economy is less susceptible to economic downturns in specific industries .

Een gediversifieerde economie is minder vatbaar voor economische neergang in specifieke industrieën.

economic [bijvoeglijk naamwoord]

economisch

Ex: They studied the economic impact of tourism in the region .

Ze bestudeerden de economische impact van toerisme in de regio.

accounting [zelfstandig naamwoord]

boekhouding

Ex: Accounting software automates routine tasks such as bookkeeping and financial reporting , improving efficiency and accuracy in financial management .

Boekhoudsoftware automatiseert routinetaken zoals boekhouding en financiële rapportage, waardoor de efficiëntie en nauwkeurigheid in het financieel beheer worden verbeterd.

asset [zelfstandig naamwoord]

activa

Ex:

Aandelen en obligaties zijn financiële activa die inkomsten en kapitaalwinsten voor beleggers kunnen genereren.

budget [zelfstandig naamwoord]

a specific amount of money set aside for a particular use

Ex: She saved part of her budget for emergencies .

capital [zelfstandig naamwoord]

assets used to generate more assets, especially in business or production

Ex: Lack of capital stalled the project .

debit [zelfstandig naamwoord]

debet

Ex: The bank statement showed a debit for the transaction .

De bankafschrift toonde een debitering voor de transactie.

finance [zelfstandig naamwoord]

financiën

Ex: Public finance deals with government revenue , expenditures , and fiscal policies aimed at achieving economic stability and growth .

Openbare financiën houden zich bezig met overheidsinkomsten, uitgaven en fiscaal beleid dat gericht is op het bereiken van economische stabiliteit en groei.

investment [zelfstandig naamwoord]

investering

Ex: The company 's investment in new technology has already started to pay off with increased productivity .

De investering van het bedrijf in nieuwe technologie heeft al vruchten afgeworpen met een verhoogde productiviteit.

financing [zelfstandig naamwoord]

financiering

Ex: Financing options vary , from traditional bank loans to crowdfunding platforms and angel investors , each offering different terms and conditions based on the borrower 's needs and financial situation .

Financieringsopties variëren, van traditionele bankleningen tot crowdfundingplatforms en angelinvesteerders, elk met verschillende voorwaarden gebaseerd op de behoeften en financiële situatie van de lener.

borrowing [zelfstandig naamwoord]

lenen

Ex: The business decided to pursue borrowing from a bank to finance its expansion plans .

Het bedrijf besloot om leningen van een bank aan te gaan om zijn uitbreidingsplannen te financieren.

debt [zelfstandig naamwoord]

the condition or state of owing money

Ex: Many students graduate with debt from loans .

grant [zelfstandig naamwoord]

subsidie

Ex: The nonprofit organization was awarded a grant to expand its community outreach programs .

De non-profitorganisatie kreeg een subsidie toegekend om haar gemeenschapsgerichte programma's uit te breiden.

loan [zelfstandig naamwoord]

lening

Ex: The bank offers different types of loans , including personal , auto , and home loans .

De bank biedt verschillende soorten leningen aan, waaronder persoonlijke leningen, autoleningen en hypotheken.

to possess [werkwoord]

bezitten

Ex: The mansion possesses an exquisite garden with rare flowers and sculptures .

Het herenhuis bezit een prachtige tuin met zeldzame bloemen en sculpturen.

distribution [zelfstandig naamwoord]

distributie

Ex: The distribution of vaccines was a major logistical challenge during the pandemic .

De distributie van vaccins was een grote logistieke uitdaging tijdens de pandemie.

inflation [zelfstandig naamwoord]

inflatie

Ex: Rising inflation led to higher food and fuel prices .

Stijgende inflatie leidde tot hogere prijzen voor voedsel en brandstof.

welfare [zelfstandig naamwoord]

sociale zekerheid

Ex: Welfare programs are designed to help vulnerable populations meet basic needs .

Welzijnsprogramma's zijn ontworpen om kwetsbare bevolkingsgroepen te helpen basisbehoeften te vervullen.

profit [zelfstandig naamwoord]

winst

Ex: Last year ’s profit was reinvested into expanding the company .

De winst van vorig jaar werd herinvesteerd in de uitbreiding van het bedrijf.

standard of living [Zinsdeel]

the level of wealth, welfare, comfort, and necessities available to an individual, group, country, etc.

Ex: Many people seek job opportunities abroad to achieve a higher standard of living for their families .

balance [zelfstandig naamwoord]

a state in an account where the total credits exactly equal the total debits, leaving no difference

Ex: When the credits and debits match , the account is said to be in balance .

bank statement [zelfstandig naamwoord]

bankafschrift

Ex: Bank statements are essential for tracking spending habits and managing personal finances effectively .

Bankafschriften zijn essentieel om uitgavenpatronen bij te houden en persoonlijke financiën effectief te beheren.

collapse [zelfstandig naamwoord]

instorting

Ex: They lost millions due to the sudden collapse in the value of their investments .

Ze verloren miljoenen door de plotselinge instorting van de waarde van hun investeringen.

to collapse [werkwoord]

instorten

Ex: The company 's shares collapsed following the announcement of poor quarterly results .

De aandelen van het bedrijf stortten in na de aankondiging van slechte kwartaalresultaten.

decrease [zelfstandig naamwoord]

the quantity or amount by which something is reduced

Ex: He noted the decrease in stock prices .

loss [zelfstandig naamwoord]

verlies

Ex: He suffered a loss on his investment when the stock price plummeted .

Hij leed een verlies op zijn investering toen de aandelenkoers kelderde.

analyst [zelfstandig naamwoord]

analist

Ex: Market analysts study consumer trends and competitor strategies to advise companies on marketing strategies .

Marktanalisten bestuderen consumententrends en concurrentiestrategieën om bedrijven te adviseren over marketingstrategieën.

banker [zelfstandig naamwoord]

bankier

Ex: Bankers play a crucial role in facilitating economic growth by providing capital to businesses and individuals .

Bankiers spelen een cruciale rol bij het bevorderen van economische groei door bedrijven en particulieren kapitaal te verstrekken.

to price [werkwoord]

prijzen

Ex: The store is currently pricing new inventory for the upcoming sale .

De winkel is momenteel nieuwe inventaris aan het prijzen voor de komende verkoop.

to purchase [werkwoord]

kopen

Ex: The company decided to purchase new equipment to improve its manufacturing processes .

Het bedrijf besloot nieuwe apparatuur te kopen om zijn productieprocessen te verbeteren.

rate [zelfstandig naamwoord]

tarief

Ex: The rate for renting the hall was too high for their budget .

Het tarief voor het huren van de zaal was te hoog voor hun budget.

to rip off [werkwoord]

afzetten

Ex:

Sommige online verkopers kunnen proberen u af te zetten met misleidende productbeschrijvingen.

rip-off [zelfstandig naamwoord]

oplichting

Ex: They charged $ 50 for parking , which felt like a total rip-off .

Ze rekenden $50 aan voor parkeren, wat aanvoelde als een totale oplichting.

bull [zelfstandig naamwoord]

stier

Ex: Bulls thrive in bullish markets , capitalizing on rising prices to achieve substantial profits .

Bullen gedijen in stijgende markten, waarbij ze profiteren van stijgende prijzen om aanzienlijke winsten te behalen.

bear [zelfstandig naamwoord]

beer

Ex: As a seasoned bear , he often profited from falling commodity prices .

Als een ervaren beer profiteerde hij vaak van dalende grondstofprijzen.

to run out [werkwoord]

opraken

Ex:

De winkel was door handdesinfectiemiddel heen tijdens de pandemie.

automated teller machine [zelfstandig naamwoord]

geldautomaat

Ex:

Nadat hij zijn pincode was vergeten, nam hij contact op met de klantenservice om deze opnieuw in te stellen, zodat hij via de geldautomaat bij zijn rekening kon.

refund [zelfstandig naamwoord]

terugbetaling

Ex: After returning the damaged item , he got a refund to his credit card .

Na het terugsturen van het beschadigde item kreeg hij een terugbetaling op zijn creditcard.

B2 Woordenlijst
Elektronische apparaten	Dieren	Kleding en Mode	Familie en Relaties
Art	Het Menselijk Lichaam	Zakelijk en Kantoor	Misdaad en Geweld
Law	Nature	Politics	Money
Cooking	School en Onderwijs	Gebouwen en Constructies	Personality
Liefde en Romantiek	Music	Banen en Beroepen	Time
Gezondheid en Ziekte	Voedsel	Driving	Dranken
Grammar	Monarchy	Computers en Netwerken	Outer Space
Wedding Ceremony	Planten	Trainen	Regelgeving en Vereisten
Sprookjes	Zekerheid en Twijfel	Wetenschappelijk Onderzoek	Nieuws en Journalistiek
Bedreigingen en Gevaar	Communication	Mensen en Maatschappij	Vastberadenheid en Strijd
Zelfzorgproducten	Lichamelijke Handelingen	Gereedschap	Evaluatie en Mening
Beoordeling en Discours	Religion	Vormen en Kleuren	Traveling
De Bioscoop	Change	Het Weer	Farming
Preference	Frasale werkwoorden	Gevoelens of Toestanden van Zijn	Spellen
Oorlog en Vrede	Stedelijke structuren	Wereld van Wetenschap	Measurement
Veelvoorkomende werkwoorden	Algemene bijwoorden	Nuttige bijvoeglijke naamwoorden	Algemene bijvoeglijke naamwoorden