pattern

Woordenschat voor IELTS Academic (Score 5) - History

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot geschiedenis die nodig zijn voor het basis academische IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Vocabulary for IELTS Academic (Band 5)
the past
[zelfstandig naamwoord]

the time that has passed

verleden, voorbije tijd

verleden, voorbije tijd

Ex: We 've visited that amusement park in the past.We hebben dat pretpark in het **verleden** bezocht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
era
[zelfstandig naamwoord]

a period of history marked by particular features or events

tijdperk, era

tijdperk, era

Ex: The Industrial Revolution ushered in an era of rapid technological and economic change .De Industriële Revolutie markeerde het begin van een **tijdperk** van snelle technologische en economische veranderingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
age
[zelfstandig naamwoord]

a period of history identified with a particular event

tijdperk, era

tijdperk, era

Ex: The age of agriculture saw the development of farming techniques and settlement growth .Het **tijdperk** van de landbouw zag de ontwikkeling van landbouwtechnieken en de groei van nederzettingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
period
[zelfstandig naamwoord]

a duration of time

periode, tijdperk

periode, tijdperk

Ex: He set aside a period of time each day for meditation and reflection to maintain his mental well-being.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
century
[zelfstandig naamwoord]

a period of one hundred years

eeuw, honderd jaar

eeuw, honderd jaar

Ex: This ancient artifact dates back to the 7th century.Dit oude artefact dateert uit de 7e **eeuw**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
millennium
[zelfstandig naamwoord]

a period of one thousand years, usually calculated from the year of the birth of Jesus Christ

millennium, duizend jaar

millennium, duizend jaar

Ex: Futurists speculate about technological advancements that may shape the next millennium.Futuristen speculeren over technologische vooruitgang die het volgende **millennium** zou kunnen vormen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
decade
[zelfstandig naamwoord]

ten years of time

decennium

decennium

Ex: The technology has evolved significantly in the last decade.De technologie is de afgelopen **decennium** aanzienlijk geëvolueerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
timeline
[zelfstandig naamwoord]

a list of events arranged in the order of their occurance

tijdlijn, chronologie

tijdlijn, chronologie

Ex: The police reconstructed the crime using a detailed timeline.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
incident
[zelfstandig naamwoord]

an event or happening, especially a violent, unusual or important one

incident,  gebeurtenis

incident, gebeurtenis

Ex: The strange incident of lights in the sky was later explained as a meteor shower .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
event
[zelfstandig naamwoord]

anything that takes place, particularly something important

gebeurtenis, evenement

gebeurtenis, evenement

Ex: Graduation day is a significant event in the lives of students and their families .De dag van het afstuderen is een belangrijk **evenement** in het leven van studenten en hun families.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
emperor
[zelfstandig naamwoord]

a male king that rules an empire

keizer, heerser

keizer, heerser

Ex: The emperor's decree was law throughout the land .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
empress
[zelfstandig naamwoord]

a woman who is the sovereign ruler of an empire, wielding supreme authority

Ex: The empress's army defended the borders fiercely .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
knight
[zelfstandig naamwoord]

(in the Middle Ages) a man of high social rank, wearing armor and riding a horse, who is loyal to his king

ridder, palaadijn

ridder, palaadijn

Ex: Sir Lancelot is one of the most famous knights of Arthurian legend .Sir Lancelot is een van de beroemdste **ridders** van de Arthurlegende.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
myth
[zelfstandig naamwoord]

a story involving the ancient history of a people, usually about heroes and supernatural events that could be unreal

mythe, legende

mythe, legende

Ex: The villagers passed the myth down through generations .De dorpsbewoners gaven de **mythe** door van generatie op generatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
world war
[zelfstandig naamwoord]

a war in which many countries fight against each other

wereldoorlog, mondiaal conflict

wereldoorlog, mondiaal conflict

Ex: The treaty that ended the world war reshaped global borders .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
World War I
[zelfstandig naamwoord]

the war that took place from the year 1914 to 1918 between the allies and the central powers

Eerste Wereldoorlog

Eerste Wereldoorlog

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
World War II
[zelfstandig naamwoord]

the war that took place from the year 1939 to 1945 between the axis and the allies

Tweede Wereldoorlog, II Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog, II Wereldoorlog

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artifact
[zelfstandig naamwoord]

a man-made object, tool, weapon, etc. that was created in the past and holds historical or cultural significance

artefact, door mensen gemaakt voorwerp

artefact, door mensen gemaakt voorwerp

Ex: This artifact, a beautifully carved statue , was a significant find that helped date the historical site .Dit **artefact**, een prachtig gebeeldhouwd standbeeld, was een belangrijke vondst die hielp bij het dateren van de historische site.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
historian
[zelfstandig naamwoord]

someone who studies or records historical events

historicus, geschiedkundige

historicus, geschiedkundige

Ex: The historian's lecture on World War II was incredibly detailed .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Woordenschat voor IELTS Academic (Score 5)
LanGeek
LanGeek app downloaden