ACT Engels en Wereldkennis - Natuurlijke Wereld

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met de natuurlijke wereld, zoals "droogte", "kruin", "verzorgen" enz. die je zullen helpen je ACT's te halen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

prey [zelfstandig naamwoord]

prooi

Ex: The spider spun a web to catch its prey .

De spin spon een web om zijn prooi te vangen.

rind [zelfstandig naamwoord]

schil

Ex: As the sun beat down , they relaxed on the beach , sipping on cold beverages with slices of lime rind floating on top .

Terwijl de zon scheen, ontspanden ze zich op het strand, nippend aan koude dranken met plakjes limoenschil die erop dreven.

drought [zelfstandig naamwoord]

droogte

Ex: The farmers prayed for rain as the drought continued .

De boeren baden voor regen terwijl de droogte voortduurde.

gust [zelfstandig naamwoord]

vlaag

Ex: Despite the gusts of wind , the determined kite flyer managed to keep their kite aloft , skillfully maneuvering it through the turbulent air .

Ondanks de windstoten wist de vastberaden vlieger hun vlieger in de lucht te houden, deze behendig door de turbulente lucht te manoeuvreren.

snowpack [zelfstandig naamwoord]

sneeuwdek

shrub [zelfstandig naamwoord]

struik

Ex: The hedgehog hid under the dense shrub for protection from the rain .

De egel verborg zich onder de dichte struik om zich te beschermen tegen de regen.

twig [zelfstandig naamwoord]

twijg

Ex: The strong wind snapped several twigs off the tree during the storm .

De harde wind brak verschillende takjes van de boom tijdens de storm.

gravity hill [zelfstandig naamwoord]

zwaartekrachtheuvel

canopy [zelfstandig naamwoord]

boomkruin

Ex: We observed monkeys moving swiftly through the canopy above us .

We observeerden apen die zich snel door het bladerdak boven ons bewogen.

avalanche [zelfstandig naamwoord]

lawine

Ex: The avalanche was caused by a heavy snowfall the previous night .

De lawine werd veroorzaakt door een zware sneeuwval de vorige nacht.

plume [zelfstandig naamwoord]

veer

Ex: The male pheasant 's colorful plume dazzled observers during mating season .

De kleurrijke veer van de mannelijke fazant verbaasde waarnemers tijdens het paarseizoen.

wildlife refuge [zelfstandig naamwoord]

natuurreservaat

offspring [zelfstandig naamwoord]

nakomeling

Ex: The farmer 's offspring helped in the fields during the harvest season .

De nakomelingen van de boer hielpen op de velden tijdens het oogstseizoen.

underbrush [zelfstandig naamwoord]

ondergroei

Ex: The dense underbrush made it difficult to see the forest floor .

Het dichte kreupelhout maakte het moeilijk om de bosbodem te zien.

burrow [zelfstandig naamwoord]

hol

Ex: The fox emerged cautiously from its burrow at dusk , ready to begin its nightly hunt .

De vos kwam voorzichtig tevoorschijn uit zijn hol in de schemering, klaar om aan zijn nachtelijke jacht te beginnen.

aquamarine [zelfstandig naamwoord]

aquamarijn

pelt [zelfstandig naamwoord]

vel

Ex:

Inuit-jagers maakten vaardig warme kleding en onderkomens van de waterdichte vachten van zeezoogdieren.

moisture [zelfstandig naamwoord]

vochtigheid

Ex: Her hair retained moisture from the humid climate , making it difficult to style .

Haar haar behield vocht van het vochtige klimaat, wat het moeilijk maakte om te stylen.

blizzard [zelfstandig naamwoord]

sneeuwstorm

Ex: The ski resort was closed because of the blizzard .

Het skigebied was gesloten vanwege de sneeuwstorm.

resin [zelfstandig naamwoord]

hars

Ex: The aroma of burning resin filled the air during the incense ceremony .

De geur van brandende hars vulde de lucht tijdens de wierookceremonie.

maw [zelfstandig naamwoord]

muil

poultry [zelfstandig naamwoord]

pluimvee

Ex: Poultry farming is an important agricultural industry in many countries .

Pluimveehouderij is een belangrijke landbouwindustrie in veel landen.

sapling [zelfstandig naamwoord]

jonge boom

Ex: They carefully protected the young saplings from deer .

Ze beschermden de jonge zaailingen zorgvuldig tegen herten.

progeny [zelfstandig naamwoord]

nakomelingen

Ex: The farmer 's progeny were expected to take over the family business and continue the agricultural tradition .

Er werd verwacht dat het nageslacht van de boer het familiebedrijf zou overnemen en de landbouwtraditie zou voortzetten.

vitality [zelfstandig naamwoord]

vitaliteit

slumber [zelfstandig naamwoord]

slaap

Ex: Bears retreat to their dens for a long slumber during hibernation .

Beren trekken zich terug in hun holen voor een lange slaap tijdens de winterslaap.

luxuriant [bijvoeglijk naamwoord]

weelderig

Ex: The vineyard produced wines from luxuriant grapevines , yielding high-quality grapes .

De wijngaard produceerde wijnen uit weelderige wijnstokken, die hoogwaardige druiven opleverden.

edible [bijvoeglijk naamwoord]

safe or suitable for consumption as food

Ex: The school checked that all snacks provided were edible .

balmy [bijvoeglijk naamwoord]

zacht

Ex: The balmy weather was perfect for a leisurely picnic in the park .

Het milde weer was perfect voor een ontspannen picknick in het park.

hybrid [bijvoeglijk naamwoord]

hybride

Ex: Hybrid corn varieties have revolutionized agriculture by enhancing yield and resilience .

Hybride maïsvariëteiten hebben een revolutie teweeggebracht in de landbouw door de opbrengst en veerkracht te verbeteren.

premature [bijvoeglijk naamwoord]

prematuur

Ex:

Te vroeg geboren baby's hebben vaak extra tijd in het ziekenhuis nodig om te groeien en te ontwikkelen.

to germinate [werkwoord]

ontkiemen

Ex: After a few days in the moist soil , the seeds began to germinate .

Na een paar dagen in de vochtige grond begonnen de zaden te ontkiemen.

to howl [werkwoord]

huilen

Ex: The lonely coyote howled in the night , echoing through the desolate landscape .

De eenzame coyote huilde in de nacht, echode door het verlaten landschap.

to perch [werkwoord]

neerstrijken

Ex: The eagle perched high on the cliff , scanning the valley below .

De adelaar zat hoog op de klif, terwijl hij de vallei beneden afspeurde.

to leach [werkwoord]

uitspoelen

Ex: Heavy rainfall leached nutrients out of the topsoil , leaving fields depleted .

Zware regenval uitspoelde voedingsstoffen uit de bovengrond, waardoor velden uitgeput raakten.

to roost [werkwoord]

neerstrijken

Ex: Chickens roost in the coop to stay safe from predators at night .

Kippen roesten in het hok om 's nachts veilig te zijn voor roofdieren.

to graze [werkwoord]

grazen

Ex: Farmers rotate their livestock to different fields to ensure they have fresh areas to graze .

Boeren draaien hun vee naar verschillende velden om ervoor te zorgen dat ze verse gebieden hebben om te grazen.

to peck [werkwoord]

pikken

Ex: The ducks pecked playfully at each other in the pond .

De eenden pikten speels naar elkaar in de vijver.

to fell [werkwoord]

vellen

Ex: They needed a permit to legally fell trees in the protected forest .

Ze hadden een vergunning nodig om bomen in het beschermde bos legaal te kappen.

to preen [werkwoord]

veren gladstrijken

to flutter [werkwoord]

fladderen

Ex: Her heart seemed to flutter with excitement as she opened the letter .

Haar hart leek te fladderen van opwinding toen ze de brief opende.

to rear [werkwoord]

opvoeden

Ex: He helped rear his younger siblings after their parents passed away .

Hij hielp zijn jongere broers en zussen op te voeden nadat hun ouders waren overleden.

ACT Engels en Wereldkennis
Ongebruikelijke betekenissen	Figuurlijke betekenissen	Concrete phrasal werkwoorden	Abstracte werkwoordelijke uitdrukkingen
Nuttige Collocaties	Handige uitdrukkingen	Overgangswoorden	Versterkers en Verzachters
People	Beroeps- en Sociale Titels	Tijdelijke en relatieve rollen	Menselijke eigenschappen en uiterlijk
Natuurlijke Wereld	Land en Water	Fysieke wereld	Alledaagse voorwerpen
Technische Objecten	Fysieke kenmerken	Uiterlijk en textuur	Geluid en grootte
Movement	Menselijke beweging	Placement