pattern

Sport - Stokken, Rackets en Wapens

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words Related to Sports
bat
[zelfstandig naamwoord]

a long and thin sports tool used for hitting a ball in games like baseball, cricket, or tennis

een knuppel, een stok

een knuppel, een stok

Ex: The old bat had a few dents from years of use .De oude **knuppel** had een paar deuken van jarenlang gebruik.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
field hockey stick
[zelfstandig naamwoord]

a sports equipment used in field hockey, consisting of a long, slender shaft with a curved head for striking the ball

hockeystick voor veldhockey, veldhockeystick

hockeystick voor veldhockey, veldhockeystick

Ex: The player swung her field hockey stick with precision and scored a goal .De speelster zwaaide haar **hockeystick** met precisie en scoorde een doelpunt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lacrosse stick
[zelfstandig naamwoord]

a sports tool with a netted pouch on one end for playing lacrosse

lacrossestick, lacrossestok

lacrossestick, lacrossestok

Ex: The lacrosse stick's shaft is lightweight .De **schacht van de lacrossestick** is lichtgewicht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tennis racket
[zelfstandig naamwoord]

a sports equipment with a handle and a netted frame, used by players to hit the tennis ball

tennisracket, racket voor tennis

tennisracket, racket voor tennis

Ex: She practiced serving with her new tennis racket every day .Ze oefende elke dag met serveren met haar nieuwe **tennisracket**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
paddle
[zelfstandig naamwoord]

a tool used to move a boat or raft through the water, consisting of a long handle with a flat or curved blade on one end

peddel, roeispaan

peddel, roeispaan

Ex: The paddles on the raft helped us navigate through the river 's current .De **peddels** op het vlot hielpen ons om door de stroming van de rivier te navigeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
badminton racket
[zelfstandig naamwoord]

a sports tool used by players to hit the shuttlecock in badminton matches

badmintonracket, racket voor badminton

badmintonracket, racket voor badminton

Ex: The coach handed her a new badminton racket before the big game .De coach gaf haar een nieuwe **badmintonracket** voor de grote wedstrijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
javelin
[zelfstandig naamwoord]

a long, spear-like tool used by athletes to throw as far as possible in track and field events

speer, werpspies

speer, werpspies

Ex: He chose a lightweight javelin for better control and speed .Hij koos een lichtgewicht **speer** voor betere controle en snelheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
driver
[zelfstandig naamwoord]

a type of golf club used by players to hit the ball long distances from the tee

driver, hout

driver, hout

Ex: She felt confident holding her driver on the first tee .Ze voelde zich zelfverzekerd terwijl ze haar **driver** vasthield op de eerste afslag.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
golf club
[zelfstandig naamwoord]

a tool used by golfers to hit the ball in various ways during a round of golf

golfclub, golfstok

golfclub, golfstok

Ex: The golfer inspected his golf club for any damage before the tournament .De golfer inspecteerde zijn **golfclub** op eventuele schade voor het toernooi.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
racket
[zelfstandig naamwoord]

an object with a handle, an oval frame and a tightly fixed net, used for hitting the ball in sports such as badminton, tennis, etc.

racket, tennisracket

racket, tennisracket

Ex: The professional player autographed a racket for his fan .De professionele speler signeerde een **racket** voor zijn fan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mallet
[zelfstandig naamwoord]

a tool with a large, usually wooden, head used for striking objects, often used in sports like polo or croquet

houten hamer, mallet

houten hamer, mallet

Ex: The player adjusted the mallet's handle for a better grip .De speler stelde het handvat van de **houten hamer** bij voor een betere grip.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
oar
[zelfstandig naamwoord]

a tool used by rowers to propel and steer a boat through the water

riem, peddel

riem, peddel

Ex: He carved his initials into the wooden handle of his oar.Hij kerfde zijn initialen in het houten handvat van zijn **riem**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hockey stick
[zelfstandig naamwoord]

a sport equipment used by players to hit, pass, and control the puck or ball in hockey games

hockeystick, hockeystok

hockeystick, hockeystok

Ex: The coach showed him how to properly handle the hockey stick.De coach liet hem zien hoe je de **hockeystick** op de juiste manier hanteert.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ski pole
[zelfstandig naamwoord]

a sports equipment used by skiers to assist with balance and propulsion on snow

skistok, skipool

skistok, skipool

Ex: He used the ski pole to push himself forward on the flat terrain .Hij gebruikte de **skistok** om zichzelf voort te duwen op het vlakke terrein.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mast
[zelfstandig naamwoord]

a tall, vertical pole on a ship or boat that supports the sails and rigging

mast, scheepsmast

mast, scheepsmast

Ex: He secured the ropes tightly to the mast.Hij bevestigde de touwen stevig aan de **mast**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bandy stick
[zelfstandig naamwoord]

a type of sports equipment used in bandy, resembling a hockey stick but with a curved blade

bandystick, bandystok

bandystick, bandystok

Ex: Players need to be quick on their feet when using a bandy stick.Spelers moeten snel op hun voeten zijn wanneer ze een **bandystick** gebruiken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
foil
[zelfstandig naamwoord]

a type of sword used in the sport of fencing, characterized by its flexible blade and specific rules for scoring points

floret, zwaard gebruikt in schermen

floret, zwaard gebruikt in schermen

Ex: He aimed carefully before thrusting with the foil.Hij miktte zorgvuldig voordat hij met het **floret** stak.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
epee
[zelfstandig naamwoord]

a weapon characterized by a three-sided blade and a bell guard, used in competitive fencing where the entire body is a valid target area for scoring points

degen, floret

degen, floret

Ex: Her opponent defended against the epee's thrusts with quick parries and counters .Haar tegenstander verdedigde zich tegen de stoten van het **zwaard** met snelle parades en tegenaanvallen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
saber
[zelfstandig naamwoord]

a type of sword used in fencing, characterized by its slightly curved blade and specific rules for scoring points in saber fencing

sabel, sabelzwaard

sabel, sabelzwaard

Ex: He swung his saber in a swift , decisive motion .Hij zwaaide zijn **sabel** in een snelle, beslissende beweging.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bo
[zelfstandig naamwoord]

a traditional Japanese long staff used in martial arts such as Aikido and Karate

een bō, een traditionele Japanse lange staf

een bō, een traditionele Japanse lange staf

Ex: Students were instructed in the proper grip of the bo.De studenten kregen instructie over de juiste greep van de **bō**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nunchaku
[zelfstandig naamwoord]

a pair of wooden or metal sticks connected by a chain or rope, typically used in martial arts such as karate and taekwondo

nunchaku, dubbele stok

nunchaku, dubbele stok

Ex: Nunchaku are often featured in martial arts movies.**Nunchaku** worden vaak getoond in martial arts-films.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sai
[zelfstandig naamwoord]

a traditional martial arts weapon with a metal shaft and two prongs used in karate

sai, traditioneel martial arts wapen met een metalen schacht en twee tanden gebruikt in karate

sai, traditioneel martial arts wapen met een metalen schacht en twee tanden gebruikt in karate

Ex: She carried her sai in a protective case .Ze droeg haar **sai** in een beschermende hoes.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sword
[zelfstandig naamwoord]

a type of weapon consisting of a long metal blade and a handle

zwaard, degen

zwaard, degen

Ex: Swords were commonly used in medieval duels and battles .**Zwaarden** werden vaak gebruikt in middeleeuwse duels en veldslagen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
spear
[zelfstandig naamwoord]

a weapon with a long handle and a metal pointed tip, used for fighting and fishing in the past

speer, harpoen

speer, harpoen

Ex: During the hunt , the tribesmen worked together to surround the wild boar and attack it with spears.Tijdens de jacht werkten de stamleden samen om het everzwijn te omsingelen en aan te vallen met **speren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bokken
[zelfstandig naamwoord]

a wooden Japanese sword used in martial arts training, such as kenjutsu and aikido

bokken, houten Japanse zwaard

bokken, houten Japanse zwaard

Ex: His bokken technique improved after months of rigorous practice .Zijn **bokken**-techniek verbeterde na maanden van rigoureuze training.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shinai
[zelfstandig naamwoord]

a bamboo sword used in Japanese martial arts, particularly in kendo

shinai, bamboezwaard

shinai, bamboezwaard

Ex: The shinai's weight was perfectly balanced for swift strikes .Het gewicht van de **shinai** was perfect in balans voor snelle slagen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bow
[zelfstandig naamwoord]

a curved weapon joined at both ends by a string, capable of shooting arrows

boog, schietboog

boog, schietboog

Ex: She drew back the bowstring, feeling the tension build before releasing the arrow with precision.Ze trok de pees van de **boog** terug, voelde de spanning oplopen voordat ze de pijl met precisie losliet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
arrow
[zelfstandig naamwoord]

a type of weapon consisting of a metal or wooden bar with a sharp head and feathers at the end

pijl, schicht

pijl, schicht

Ex: The children crafted homemade bows and arrows for their playtime adventures.De kinderen maakten zelfgemaakte bogen en **pijlen** voor hun speeltijdavonturen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bowstring
[zelfstandig naamwoord]

the cord or string that connects the two ends of a bow, used to propel arrows in archery

boogpees, boogsnaar

boogpees, boogsnaar

Ex: She replaced the old bowstring with a new one for the upcoming tournament .Ze verving de oude **boogpees** door een nieuwe voor het aanstaande toernooi.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fletching
[zelfstandig naamwoord]

the feathers or vanes on an arrow that stabilize its flight, commonly used in archery and hunting

veren, schachten

veren, schachten

Ex: The traditional arrows had fletching made from turkey feathers .De traditionele pijlen hadden **veren** gemaakt van kalkoenveren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
heel
[zelfstandig naamwoord]

(golf) a part of the clubhead, specifically the area closest to the shaft

hiel, deel van de clubkop dat het dichtst bij de schacht ligt

hiel, deel van de clubkop dat het dichtst bij de schacht ligt

Ex: He aimed carefully to prevent hitting the ball with the heel.Hij miktte zorgvuldig om te voorkomen dat hij de bal met de **hiel** raakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
yumi
[zelfstandig naamwoord]

a traditional Japanese bow used in kyudo

een traditionele Japanse boog gebruikt in kyudo, yumi

een traditionele Japanse boog gebruikt in kyudo, yumi

Ex: He learned to string his yumi with precision and care .Hij leerde zijn **yumi** met precisie en zorg te bespannen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rifle
[zelfstandig naamwoord]

a long gun suitable for shooting a target over long distances, which is held along shoulder while aiming the target

geweer, buks

geweer, buks

Ex: The museum displayed historical rifles used by soldiers throughout different periods of warfare .Het museum toonde historische **geweren** die door soldaten in verschillende oorlogsperioden werden gebruikt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pistol
[zelfstandig naamwoord]

a handheld firearm typically used for personal defense or target shooting

pistool, revolver

pistool, revolver

Ex: The police officer holstered her pistol after apprehending the suspect .De politieagent stopte haar **pistool** terug in de holster na het aanhouden van de verdachte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
squash racket
[zelfstandig naamwoord]

a sports tool used by players in the game of squash to hit the ball against the walls of the court

squashracket, racket voor squash

squashracket, racket voor squash

Ex: The coach advised him to grip the squash racket firmly during swings .De coach adviseerde hem om de **squashracket** stevig vast te houden tijdens het slaan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Sport
LanGeek
LanGeek app downloaden