pattern

Sport - Posities in Teamsporten

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words Related to Sports
forward
[zelfstandig naamwoord]

a player in a sport, particularly in soccer or basketball, who primarily focuses on scoring goals or points

aanvaller, spits

aanvaller, spits

Ex: The team relied heavily on their star forward for offensive power.Het team vertrouwde zwaar op hun ster-**spits** voor offensieve kracht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
interior offensive line
[zelfstandig naamwoord]

the three central positions on an American football team's offensive line, typically including the left guard, center, and right guard

interieur offensieve lijn, offensieve interieur lijn

interieur offensieve lijn, offensieve interieur lijn

Ex: During the draft , the team prioritized bolstering their interior offensive line.Tijdens de draft prioriteerde het team het versterken van hun **interieur offensieve lijn**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tailback
[zelfstandig naamwoord]

an American football position in the offensive backfield, typically responsible for carrying the ball on running plays and catching passes

tailback, runningback

tailback, runningback

Ex: The team 's strategy includes using the tailback as a receiver out of the backfield .De strategie van het team omvat het gebruik van de **tailback** als ontvanger uit het backfield.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
H-back
[zelfstandig naamwoord]

a versatile offensive American football position that combines the roles of a fullback and a tight end

H-back, veelzijdige aanvallende speler

H-back, veelzijdige aanvallende speler

Ex: They trained a new recruit to fill the H-back position .Ze trainden een nieuwe rekrut om de H-back positie in te vullen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
split end
[zelfstandig naamwoord]

a position in American football for a wide receiver who lines up on the line of scrimmage but farthest from the center

split end, gespleten einde

split end, gespleten einde

Ex: Being a split end involves beating the cornerback in one-on-one matchups .Een **split end** zijn houdt in dat je de cornerback verslaat in één-tegen-één wedstrijden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tight end
[zelfstandig naamwoord]

a position in American football that lines up near the offensive line and serves as both a receiver and a blocker

tight end, strakke einde

tight end, strakke einde

Ex: Playing the tight end effectively can greatly enhance the offense 's flexibility .Het effectief spelen van de **tight end** kan de flexibiliteit van de aanval aanzienlijk verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fly-half
[zelfstandig naamwoord]

a key position in rugby responsible for directing the attack and often acting as the team's playmaker

fly-half, aanvallende spelmaker

fly-half, aanvallende spelmaker

Ex: The fly half's role requires both tactical awareness and strong communication skills.De rol van de **fly-half** vereist zowel tactisch inzicht als sterke communicatieve vaardigheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
defensive tackle
[zelfstandig naamwoord]

a position in American football responsible for stopping the run and pressuring the quarterback

verdedigende tackle, defensieve tackle

verdedigende tackle, defensieve tackle

Ex: They drafted a rookie player as defensive tackle to bolster their defensive line .Ze hebben een rookie-speler gekozen als **verdedigende tackel** om hun verdedigingslinie te versterken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shortstop
[zelfstandig naamwoord]

a baseball position located between second and third base, responsible for fielding ground balls

shortstop, velder tussen tweede en derde honk

shortstop, velder tussen tweede en derde honk

Ex: Coaches rely on the player who plays shortstop to cover a lot of ground in the infield.Coaches vertrouwen op de speler die **shortstop** speelt om veel grond te dekken in het binnenveld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
center back
[zelfstandig naamwoord]

a defensive position in soccer or American football, where a player guards the central area near their team's goal

centrale verdediger, stopper

centrale verdediger, stopper

Ex: She has been praised for her composure and leadership as the team 's center back.Ze is geprezen om haar kalmte en leiderschap als **centrale verdediger** van het team.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
power forward
[zelfstandig naamwoord]

a position in basketball or hockey, where players use their size and strength near the opponent's goal

power forward, sterke aanvaller

power forward, sterke aanvaller

Ex: The power forward position requires both finesse and physicality .De **power forward**-positie vereist zowel finesse als fysiek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
small forward
[zelfstandig naamwoord]

a position in basketball responsible for playing on the perimeter, scoring, rebounding, and defending

small forward, kleine aanvaller

small forward, kleine aanvaller

Ex: The team 's small forward contributed with key steals in the final minutes .De **small forward** van het team droeg bij met cruciale steals in de laatste minuten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
point guard
[zelfstandig naamwoord]

a position in basketball responsible for bringing the ball up the court and initiating the team's offense

point guard, spelverdeler

point guard, spelverdeler

Ex: The coach emphasized the importance of decision-making for the point guard.De coach benadrukte het belang van besluitvorming voor de **point guard**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shooting guard
[zelfstandig naamwoord]

a position in basketball that is in charge of scoring points by shooting the ball, typically from long range

shooting guard, scorende guard

shooting guard, scorende guard

Ex: She has been training hard to become a more consistent shooting guard.Ze heeft hard getraind om een consistentere **shooting guard** te worden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
forward center
[zelfstandig naamwoord]

a position in team sports like soccer or field hockey, where the player's primary role is to score goals and create opportunities for teammates

centrumspits, aanvallende middenvelder

centrumspits, aanvallende middenvelder

Ex: She shifted from winger to center forward halfway through the season.Zij verschoof halverwege het seizoen van vleugelspeler naar **centrumspits**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
back
[zelfstandig naamwoord]

a football player who runs, blocks, or catches the ball

achterhoede, verdediger

achterhoede, verdediger

Ex: The back caught a short pass and turned it into a big play .De **back** ving een korte pass en maakte er een groot spel van.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
quarterback
[zelfstandig naamwoord]

(American football) a position that leads the offense, responsible for calling plays, handling the snap, passing the ball

quarterback, aanvalsleider

quarterback, aanvalsleider

Ex: Playing the quarterback effectively can significantly impact the team 's performance .Effectief spelen als **quarterback** kan een aanzienlijke invloed hebben op de prestaties van het team.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lock forward
[zelfstandig naamwoord]

a rugby position, typically involving tall, powerful players who specialize in line-outs and scrums

slot naar voren, speler gespecialiseerd in line-outs en scrums

slot naar voren, speler gespecialiseerd in line-outs en scrums

Ex: The lock forward jumped high to win the ball .De **lock forward** sprong hoog om de bal te winnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gully
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position in cricket close to the batsman on the off side, between the slips and point

de gully-positie, de gully-post

de gully-positie, de gully-post

Ex: The batsman edged the ball straight to gully, where it was safely caught .De slagman stuurde de bal rechtstreeks naar de **gully**, waar hij veilig werd gevangen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
slip
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position in cricket close to the wicket-keeper, typically used for catching edges from the batsman

de slip, de slip-positie

de slip, de slip-positie

Ex: The fast bowler induced an edge , and it went straight to second slip.De snelle bowler veroorzaakte een randje, en het ging rechtstreeks naar de tweede **slip**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mid-on
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position on the cricket field, positioned straight ahead and closer to the bowler than the batsman on the off side

midden links, midden-linker positie

midden links, midden-linker positie

Ex: Fielding at mid-on effectively can save crucial runs and create opportunities for dismissals .Effectief fielden op **mid-on** kan cruciale runs redden en kansen creëren voor ontslagen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
long on
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position in cricket on the boundary behind the bowler's arm, toward the leg side

long on, long on positie

long on, long on positie

Ex: The fielder at long on had to run in quickly to cut off the boundary .De veldspeler op **long on** moest snel naar binnen rennen om de grens af te snijden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
long off
[zelfstandig naamwoord]

the fielding position in cricket deep on the off side, typically towards the boundary

long off, diepe veldpositie aan de off-kant

long off, diepe veldpositie aan de off-kant

Ex: The team 's strategy involved keeping long off and long on deep to restrict big hits .De strategie van het team hield in om **long off** en long on diep te houden om grote slagen te beperken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deep square leg
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position in cricket placed behind square leg on the boundary

diep vierkant been, positie van diep vierkant been

diep vierkant been, positie van diep vierkant been

Ex: The bowler adjusted his line after noticing the vacant deep square leg region .De bowler paste zijn lijn aan nadat hij het lege **deep square leg**-gebied opmerkte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fine leg
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position in cricket positioned behind the batsman on the leg side, typically at an acute angle to the batsman's stance

fine leg, veldpositie achter de slagman aan de beenzijde

fine leg, veldpositie achter de slagman aan de beenzijde

Ex: The batsman glanced the ball fine off his pads , past the diving fielder at fine leg.De slagman kaatste de bal fijn van zijn pads, langs de duikende veldspeler op **fine leg**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
square leg
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position in cricket roughly square of the batsman on the leg side

vierkant been, vierkant been positie

vierkant been, vierkant been positie

Ex: The captain positioned his best fielder at square leg for the spinner 's next over .De aanvoerder plaatste zijn beste veldspeler op **square leg** voor de volgende over van de werper.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
center field
[zelfstandig naamwoord]

(baseball) a position in the outfield responsible for covering a significant portion of the outfield and catching balls hit in the center

middenveld, middenveldpositie

middenveld, middenveldpositie

Ex: Being in center field involves reading the trajectory of the ball and making timely catches .In het **middenveld** staan houdt in dat je de baan van de bal leest en tijdige vangsten maakt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
right field
[zelfstandig naamwoord]

a baseball position in the outfield responsible for covering the area between center field and the right foul line

rechtsveld, right field

rechtsveld, right field

Ex: Fielding effectively in right field can change the momentum of the game and secure victories for the team .Effectief spelen in het **rechterveld** kan het momentum van het spel veranderen en overwinningen voor het team veiligstellen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
second base
[zelfstandig naamwoord]

a baseball fielding position in the infield responsible for fielding ground balls and covering the base on stolen base attempts

tweede honk, positie van het tweede honk

tweede honk, positie van het tweede honk

Ex: The second base is crucial for turning double plays and fielding bunts .Het **tweede honk** is cruciaal voor het draaien van dubbele plays en het fielden van bunts.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
left field
[zelfstandig naamwoord]

(baseball) a position in the outfield responsible for covering the area between center field and the left foul line

linksveld, linker veld

linksveld, linker veld

Ex: Playing left field requires good defensive skills and the ability to judge fly balls accurately .Spelen in **linksveld** vereist goede verdedigende vaardigheden en het vermogen om fly balls nauwkeurig te beoordelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
third base
[zelfstandig naamwoord]

a fielding position in the infield responsible for fielding ground balls, making throws to bases, and defending against bunts

derde honk, derde basis

derde honk, derde basis

Ex: Playing third base effectively can turn potential hits into outs and impact the outcome of close games .Effectief spelen op **derde honk** kan potentiële hits in outs veranderen en de uitkomst van spannende wedstrijden beïnvloeden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
center
[zelfstandig naamwoord]

the position of an offensive lineman in American football who is responsible for snapping the ball to the quarterback and blocking defenders

centrum, centrumspeler

centrum, centrumspeler

Ex: She told the coach that she would make a good candidate for center in the team .Ze vertelde de coach dat ze een goede kandidaat zou zijn voor de positie van **center** in het team.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
center
[zelfstandig naamwoord]

the position of a basketball player who typically plays near the basket, responsible for scoring close-range shots

center, midden

center, midden

Ex: I thought that they picked the right person for the center this season .Ik dacht dat ze deze seizoen de juiste persoon voor het **center** hadden gekozen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
center
[zelfstandig naamwoord]

a position in hockey played by a forward who is placed in the middle of the ice, responsible for taking faceoffs, setting up plays, and scoring goals

midden, middenvelder

midden, middenvelder

Ex: Playing the center, he had offensive strategies and provided support in both zones .Als **center** spelend, had hij offensieve strategieën en bood hij ondersteuning in beide zones.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Sport
LanGeek
LanGeek app downloaden