Sport - Basketball

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

wheelchair basketball [zelfstandig naamwoord]

rolstoelbasketbal

Ex: She made a great pass during the wheelchair basketball game .

Ze maakte een geweldige pass tijdens de rolstoelbasketbalwedstrijd.

layup [zelfstandig naamwoord]

lay-up

Ex: His layup tied the game in the final seconds .

Zijn layup maakte de stand gelijk in de laatste seconden.

dunk [zelfstandig naamwoord]

dunk

Ex: The highlight reel showed his spectacular dunk .

De highlight-reel liet zijn spectaculaire dunk zien.

jump shot [zelfstandig naamwoord]

sprongschot

Ex: She practiced her jump shot from mid-range .

Ze oefende haar sprongschot vanuit midden afstand.

three-pointer [zelfstandig naamwoord]

drie-punter

Ex: The team celebrated after he sank a three-pointer .

Het team vierde nadat hij een drie-punter had gescoord.

pick and roll [zelfstandig naamwoord]

pick and roll

Ex: He scored easily off the pick and roll .

Hij scoorde gemakkelijk met de pick and roll.

rebound [zelfstandig naamwoord]

rebound

Ex:

Defensieve rebounds leiden vaak tot snelle tegenaanvallen.

to box out [werkwoord]

uitblokken

Ex: He could n't box out his opponent and lost the rebound .

Hij kon zijn tegenstander niet boxen en verloor de rebound.

man-to-man defense [zelfstandig naamwoord]

man-tot-man verdediging

Ex: He 's known for his tenacity in playing man-to-man defense .

Hij staat bekend om zijn vasthoudendheid in het spelen van man-tot-man verdediging.

double team [zelfstandig naamwoord]

dubbele dekking

Ex: The coach instructed the defenders to initiate a double team on the opposing team 's center .

De coach instrueerde de verdedigers om een double team te starten op de center van het tegenovergestelde team.

free throw [zelfstandig naamwoord]

vrije worp

Ex: They missed crucial free throws down the stretch .

Ze misten cruciale vrije worpen in de slotfase.

shot clock [zelfstandig naamwoord]

schotklok

Ex: They struggled to get a good look at the basket as the shot clock ticked away .

Ze hadden moeite om een goed zicht op de basket te krijgen terwijl de schotklok wegtikte.

traveling [zelfstandig naamwoord]

lopen

Ex:

Ze werd bestraft voor lopen nadat ze haar voeten had gesleept zonder te dribbelen.

double dribble [zelfstandig naamwoord]

dubbel dribbel

Ex: She lost possession due to a double dribble .

Ze verloor het bezit vanwege een dubbel dribbel.

technical foul [zelfstandig naamwoord]

technische fout

Ex: Their team was penalized with a technical foul for delay of game .

Hun team werd bestraft met een technische fout voor het vertragen van het spel.

field goal [zelfstandig naamwoord]

velddoelpunt

Ex: The team 's strategy revolves around high-percentage field goals close to the basket .

De strategie van het team draait om velddoelpunten met een hoog percentage dicht bij de basket.

bounce pass [zelfstandig naamwoord]

stuitpas

Ex: A strong bounce pass can maintain the team 's offensive momentum .

Een sterke stuitpas kan het offensieve momentum van het team behouden.

chest pass [zelfstandig naamwoord]

borstpass

Ex: Practice your chest pass to improve your passing accuracy .

Oefen je borstpas om je pasnauwkeurigheid te verbeteren.

fake pass [zelfstandig naamwoord]

nep pas

Ex: A well-timed fake pass can create an open shot opportunity .

Een goed getimede neppass kan een open schotkans creëren.

triangle defense [zelfstandig naamwoord]

driehoekverdediging

Ex: Our team practiced the triangle defense extensively before the big game .

Ons team heeft de driehoekverdediging uitgebreid geoefend voor de grote wedstrijd.

combination defense [zelfstandig naamwoord]

combinatieverdediging

Ex: Players need to communicate well to execute a combination defense smoothly .

Spelers moeten goed communiceren om een gecombineerde verdediging soepel uit te voeren.

charging [zelfstandig naamwoord]

lading

Ex:

Aanvallende spelers moeten zich bewust zijn van defensieve positionering om laden te voorkomen.

pick [zelfstandig naamwoord]

scherm

bank shot [zelfstandig naamwoord]

bankworp

push shot [zelfstandig naamwoord]

duwschot

Ex: The point guard 's specialty is his reliable push shot from mid-range .

De specialiteit van de point guard is zijn betrouwbare push shot van midden afstand.

hook shot [zelfstandig naamwoord]

hookshot

Ex: When he ’s close to the basket , he often relies on his hook shot .

Wanneer hij dicht bij de basket is, vertrouwt hij vaak op zijn hookshot.

switch [zelfstandig naamwoord]

defensieve wissel

Sport
Algemene Voorwaarden in Sport	Sportvelden en -gebieden	Sportinstellingen	Professionele Atleten
Personeel en Medewerkers	Sportwedstrijden	Sportevenementen	Sportprestaties en resultaten
Titels in sport	Soorten sporten	Teamsporten	Termen in teamsporten
Posities in Teamsporten	Spelersrollen in teamsporten	Aanvallende spelers in teamsporten	Verdedigingsspelers in teamsporten
Soccer	American Football	Rugby	Basketball
Volleyball	Baseball	Cricket	Lacrosse
Golf	Bowling	Racketsporten	Tennis
Athletics	Running	Vechtsporten	Vechtsportatleten
Boxing	Boogschieten en Schieten	Wintersport	Skiing
Hockey	Watersporten	Surfing	Scuba Diving
Swimming	Schaatsporten	Figure Skating	Climbing
Weightlifting	Motorsport	Cycling	Luchtsporten
Paardensport	Gymnastics	Cue Sports	Vliegende schijf sporten
Sport Fishing	Sportoutfit	Ballonnen en Schijven	Stokken, Rackets en Wapens
Beschermende uitrusting	Baan- en trainingsuitrusting	Borden en ski's	Speciale uitrusting
Voertuigen	Gereedschappen en Machines	Apparaten