Premium|Mobiele app|Woordenboek

Langeek

Ranglijst

Nachtmodus

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

Wiskunde en Beoordeling ACT - Rekenen en Statistiek

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met rekenen en statistiek, zoals "schatting", "mediaan", "deelbaar", enz., die je zullen helpen je ACT's te halen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

$ACT Vocabulary for Math and Assessment$

[zelfstandig naamwoord]

any number without fractions or decimals, including positive numbers, negative numbers, and zero

geheel getal

geheel getal

Ex: Multiplying two integers together will always yield an integer.Het vermenigvuldigen van twee **gehele getallen** zal altijd een geheel getal opleveren.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a part of a whole number, such as ½

breuk, breukdeel

breuk, breukdeel

Ex: Learning fractions is important in elementary math .Het leren van **breuken** is belangrijk in elementaire wiskunde.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) a number less than one, called a fraction, that is represented as a period followed by the number of tenths, hundredths, etc.

decimaal, decimaal getal

decimaal, decimaal getal

Ex: Understanding decimal places is essential when dealing with percentages and financial figures in business contexts.Het begrijpen van **decimalen** is essentieel bij het omgaan met percentages en financiële cijfers in zakelijke contexten.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) the average value of a set of quantities calculated by adding them, and dividing them by the total number of the quantities

gemiddelde, rekenkundig gemiddelde

gemiddelde, rekenkundig gemiddelde

Ex: The mean of the test results was used to assess overall student achievement .Het **gemiddelde** van de testresultaten werd gebruikt om de algehele prestatie van de studenten te beoordelen.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

calculated by adding a set of numbers together and dividing this amount by the total number of amounts in that set

gemiddeld

gemiddeld

Ex: The average number of hours worked per week was 40 .Het **gemiddelde** aantal gewerkte uren per week was 40.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a combination of a whole number and a proper fraction

gemengd getal, gemengde breuk

gemengd getal, gemengde breuk

Ex: When comparing mixed numbers, we can convert them to improper fractions and then compare the resulting fractions .Bij het vergelijken van **gemengde getallen** kunnen we ze omzetten in onechte breuken en vervolgens de resulterende breuken vergelijken.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a number greater than 1 with only two devisors which can be itself or 1

priemgetal

priemgetal

Ex: The largest known prime number ( as of 2023 ) has over 24 million digits .Het grootste bekende **priemgetal** (vanaf 2023) heeft meer dan 24 miljoen cijfers.

Sluiten

rational number

[zelfstandig naamwoord]

a number that can be written as a fraction, where both the top and bottom are whole numbers, and the bottom is not zero

rationaal getal, rationale breuk

rationaal getal, rationale breuk

Ex: 7/8 is a rational number because it can be expressed as the fraction of two integers .7/8 is een **rationaal getal** omdat het kan worden uitgedrukt als de breuk van twee gehele getallen.

Sluiten

irrational number

[zelfstandig naamwoord]

a number incapable of being expressed as a ratio of two integers

irrationaal getal, onmeetbaar getal

irrationaal getal, onmeetbaar getal

Ex: The square root of 3 is an irrational number because it can not be written as a fraction .De vierkantswortel van 3 is een **irrationaal getal** omdat het niet als een breuk kan worden geschreven.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a number that has both a real part and a part involving a unit that, when squared, gives a negative result

complex getal, complex

complex getal, complex

Ex: Graphically , complex numbers can be represented on the complex plane with the x-axis as the real part and the y-axis as the imaginary part .Grafisch kunnen **complexe getallen** worden weergegeven op het complexe vlak met de x-as als het reële deel en de y-as als het imaginaire deel.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

any number that can be found on the number line, including both positive and negative numbers, zero, and fractions

reëel getal, reëel

reëel getal, reëel

Ex: Every point on the number line corresponds to a real number.Elk punt op de getallenlijn komt overeen met een **reëel getal**.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

any positive number without fractions or decimals, including zero

geheel getal, natuurlijk getal

geheel getal, natuurlijk getal

Ex: The sum of any two whole numbers is always a whole number.De som van twee **gehele getallen** is altijd een **geheel getal**.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a value that, when multiplied by itself a specified number of times, results in the given number

wortel, radicaal

wortel, radicaal

Ex: Finding the cube root of 27 involves determining the number that, when multiplied by itself three times, equals 27.Het vinden van de kubieke **wortel** van 27 houdt in het bepalen van het getal dat, wanneer het drie keer met zichzelf wordt vermenigvuldigd, gelijk is aan 27.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the difference between the highest and lowest values in a set of numbers

bereik, spreiding

bereik, spreiding

Ex: The range of the dataset { 5 , 8 , 12 , 16 , 22 } is 17 .Het **bereik** van de dataset {5, 8, 12, 16, 22} is 17.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a correct answer to a problem in mathematics or a puzzle

oplossing, antwoord

oplossing, antwoord

Ex: The mathematician 's groundbreaking research led to the discovery of a solution to a long-standing mathematical problem .Het baanbrekende onderzoek van de wiskundige leidde tot de ontdekking van een **oplossing** voor een lang bestaand wiskundig probleem.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the result of multiplying two or more numbers or quantities together

product, resultaat van de vermenigvuldiging

product, resultaat van de vermenigvuldiging

Ex: Understanding how to calculate the product of numbers is a fundamental math skill .Begrijpen hoe je het **product** van getallen berekent, is een fundamentele wiskundige vaardigheid.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) one of the numbers that another number can be divided by

factor

factor

Ex: Identifying factor pairs of a number involves listing pairs of integers whose product equals that number .Het identificeren van **factor**paren van een getal houdt in het opsommen van paren van gehele getallen waarvan het product gelijk is aan dat getal.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) an amount that is shown by a sign or letter

waarde, hoeveelheid

waarde, hoeveelheid

Ex: The absolute value of a number is its distance from zero on a number line, represented by |x| for a given number x.De absolute **waarde** van een getal is de afstand tot nul op een getallenlijn, weergegeven door |x| voor een gegeven getal x.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a statement that compares two quantities, expressions, or values and indicates their relative sizes

ongelijkheid

ongelijkheid

Ex: In calculus , inequalities are used to express conditions for the convergence or divergence of series and sequences .In de calculus worden **ongelijkheden** gebruikt om voorwaarden voor convergentie of divergentie van reeksen en rijen uit te drukken.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) a statement indicating the equality between two values

vergelijking

vergelijking

Ex: Economists analyze supply and demand equations to forecast market trends and price changes .Economen analyseren **vergelijkingen** van vraag en aanbod om markttrends en prijsveranderingen te voorspellen.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having the least or smallest amount possible

minimaal, minste

minimaal, minste

Ex: The minimum amount needed for entry is $10.Het **minimale** bedrag dat nodig is voor toegang is $10.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a mathematical expression where a number is multiplied by itself a certain number of times determined by a variable

exponentieel, exponentiële functie

exponentieel, exponentiële functie

Ex: When modeling the spread of a virus , researchers often use exponentials.Bij het modelleren van de verspreiding van een virus gebruiken onderzoekers vaak **exponentiële** functies.

Sluiten

arithmetic sequence

[zelfstandig naamwoord]

a sequence of numbers in which the difference between any two consecutive terms is constant

rekenkundige rij, rekenkundige reeks

rekenkundige rij, rekenkundige reeks

Ex: Arithmetic sequences are fundamental in mathematics and have applications in various fields .**Rekenkundige rijen** zijn fundamenteel in de wiskunde en hebben toepassingen in verschillende velden.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having the quality of being divided, especially by a number

deelbaar

deelbaar

Sluiten

[werkwoord]

to multiply a value or number by itself

kwadrateren, vermenigvuldigen met zichzelf

kwadrateren, vermenigvuldigen met zichzelf

Ex: In mathematics , squaring a number is denoted by putting a small 2 exponent next to it , like 3 ^ 2 for 3 squared.In de wiskunde wordt het **kwadrateren** van een getal aangegeven door een kleine exponent 2 ernaast te plaatsen, zoals 3^2 voor 3 in het kwadraat.

Sluiten

improper fraction

[zelfstandig naamwoord]

a fraction where the the top number is greater than or equal to the equal to the bottom number

onechte breuk

onechte breuk

Ex: An improper fraction can be expressed as a combination of a whole number and a proper fraction .Een **onechte breuk** kan worden uitgedrukt als een combinatie van een geheel getal en een echte breuk.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the result obtained by dividing one quantity or number by another, expressed as the outcome of a division operation

quotiënt

quotiënt

Ex: The quotient of 50 and 10 is 5 , reflecting the result of their division .Het **quotiënt** van 50 en 10 is 5, wat het resultaat van hun deling weergeeft.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the constant ratio between consecutive terms

gemeenschappelijke verhouding, constante verhouding

gemeenschappelijke verhouding, constante verhouding

Ex: When studying exponential functions in algebra , students learn to identify the common ratio in geometric sequences .Bij het bestuderen van exponentiële functies in algebra, leren studenten de **gemeenschappelijke verhouding** in meetkundige rijen te identificeren.

Sluiten

common multiple

[zelfstandig naamwoord]

a number that is a multiple of two or more given numbers

gemeenschappelijk veelvoud, gemeenschappelijke vermenigvuldiger

gemeenschappelijk veelvoud, gemeenschappelijke vermenigvuldiger

Ex: The concept of common multiples is essential for adding and subtracting fractions .Het concept van **gemeenschappelijk veelvoud** is essentieel voor het optellen en aftrekken van breuken.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a number that divides exactly into two or more given numbers without leaving a remainder

gemeenschappelijke factor, gemeenschappelijke deler

gemeenschappelijke factor, gemeenschappelijke deler

Ex: Finding common factors is crucial in reducing fractions to their simplest form .Het vinden van **gemeenschappelijke factoren** is cruciaal om breuken te vereenvoudigen tot hun eenvoudigste vorm.

Sluiten

common denominator

[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) a number divisible by all the numbers that are below the line in a set of fractions

gemeenschappelijke noemer, noemer gemeenschappelijk

gemeenschappelijke noemer, noemer gemeenschappelijk

Sluiten

least common denominator

[zelfstandig naamwoord]

the smallest positive integer that is a common multiple of the denominators of two or more fractions

kleinste gemene deler, kleinste gemeenschappelijke deler

kleinste gemene deler, kleinste gemeenschappelijke deler

Ex: The least common denominator of the fractions 2/3 and 5/9 is 9 , allowing us to add them easily .De **kleinste gemene deler** van de breuken 2/3 en 5/9 is 9, waardoor we ze gemakkelijk kunnen optellen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) a number representing the chances of something specific happening

waarschijnlijkheid

waarschijnlijkheid

Ex: The probability of rolling a six on a fair die is one out of six .De **kans** om een zes te gooien met een eerlijke dobbelsteen is één op zes.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a statistical measure that represents the middle value of a data set when the values are arranged in ascending or descending order

mediaan, middelste waarde

mediaan, middelste waarde

Ex: For the series { 20 , 25 , 30 , 35 , 40 , 45 } , the median is 32.5 , calculated as the average of 30 and 35 .Voor de reeks {20, 25, 30, 35, 40, 45} is de **mediaan** 32.5, berekend als het gemiddelde van 30 en 35.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the value that appears most frequently in a data set

modus, modale waarde

modus, modale waarde

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having or involving two distinct modes, peaks, or most frequent values

bimodaal, met twee modi

bimodaal, met twee modi

Ex: A bimodal curve on the graph suggests the presence of two dominant traits in the population .Een **bimodale** curve op de grafiek suggereert de aanwezigheid van twee dominante eigenschappen in de populatie.

Sluiten

[werkwoord]

to guess the value, number, quantity, size, etc. of something without exact calculation

schatten, ramen

schatten, ramen

Ex: We need to estimate the total expenses for the event before planning the budget .We moeten de totale kosten voor het evenement **schatten** voordat we het budget plannen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the number of times a particular event occurs within a specific period or among a set of observations

frequentie

frequentie

Ex: The frequency of heads in 100 coin flips was 52 .De **frequentie** van kop in 100 muntworpen was 52.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(statistics) the way statistical data are arranged that shows the frequency in which the values of a variable are repeated

verdeling, distributie

verdeling, distributie

Sluiten

standard deviation

[zelfstandig naamwoord]

a measure of how much the values in a set typically differ from the average

standaardafwijking, standaarddeviatie

standaardafwijking, standaarddeviatie

Ex: A standard deviation of zero means all the values are identical .Een **standaarddeviatie** van nul betekent dat alle waarden identiek zijn.

Sluiten

margin of error

[zelfstandig naamwoord]

the range within which the true value is expected to fall, accounting for potential inaccuracies in measurement or sampling

foutmarge, marge van fout

foutmarge, marge van fout

Ex: Understanding the margin of error helps in interpreting the precision of statistical findings .Het begrijpen van de **foutmarge** helpt bij het interpreteren van de nauwkeurigheid van statistische bevindingen.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

occurring in such a way that each possible outcome has a certain probability of occurring, but the specific outcome cannot be predicted with certainty

willekeurig, toevallig

willekeurig, toevallig

Ex: To ensure unbiased results , the participants in the study were assigned to treatment groups using a random assignment method .Om onbevooroordeelde resultaten te waarborgen, werden de deelnemers aan de studie toegewezen aan behandelingsgroepen met behulp van een **willekeurige** toewijzingsmethode.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a straight line drawn through a set of data points on a graph to represent the general direction or pattern of the data

trendlijn, tendenslijn

trendlijn, tendenslijn

Ex: The trend line in the time series data pointed to a seasonal pattern in sales .De **trendlijn** in de tijdreeksgegevens wees op een seizoensgebonden patroon in de verkoop.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a type of statistical chart consisting of dots that represent individual data points

punten diagram, stippen plot

punten diagram, stippen plot

Ex: We used a dot plot to compare the daily temperatures recorded over a week , allowing us to see variations at a glance .We gebruikten een **stippendiagram** om de dagelijkse temperaturen die gedurende een week werden geregistreerd te vergelijken, waardoor we de variaties in één oogopslag konden zien.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a mathematical representation that describes the relationship between two or more variables using a linear equation

lineair model, lineair regressiemodel

lineair model, lineair regressiemodel

Ex: A simple linear model was used to estimate the impact of advertising expenditure on sales revenue .Een eenvoudig **lineair model** werd gebruikt om de impact van advertentie-uitgaven op de verkoopopbrengst te schatten.

Sluiten

Wiskunde en Beoordeling ACT

LanGeek app downloaden