Premium|Mobiele app|Woordenboek

Langeek

Ranglijst

Nachtmodus

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

SAT Woordvaardigheden 2 - Les 18

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

SAT Word Skills 2

[zelfstandig naamwoord]

an early string instrument similar to a violin, typically featuring six strings and played with a bow

viol, viola da gamba

viol, viola da gamba

Ex: During the Renaissance and Baroque eras , consorts of viols were a common ensemble and helped shape what is now known as viol technique .Tijdens de Renaissance en de Barok waren consorten van **violen** een gebruikelijke ensemble en hielpen ze vorm te geven aan wat nu bekend staat als viooltechniek.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a string instrument that is slightly larger than a violin, tuned a fifth lower and producing deeper sounds

altviool, viola

altviool, viola

Ex: Though not as prominent as the first violins , the violas help create the rich texture of the full orchestra .Hoewel niet zo prominent als de eerste violen, helpen de **altviolen** om de rijke textuur van het volledige orkest te creëren.

Sluiten

[werkwoord]

to counteract or neutralize the intended or anticipated effect of something

ongedaan maken, neutraliseren

ongedaan maken, neutraliseren

Ex: Changes in consumer behavior nullified forecasted increases in demand for certain products .Veranderingen in consumentengedrag **maakten** de voorspelde stijgingen in de vraag naar bepaalde producten **ongedaan**.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the condition or status of lacking legal validity

nietigheid, ontbreken van rechtsgeldigheid

nietigheid, ontbreken van rechtsgeldigheid

Ex: The election was thrown out and declared a nullity due to widespread voter fraud and intimidation .De verkiezing werd ongeldig verklaard en uitgeroepen tot **nietig** vanwege wijdverbreide verkiezingsfraude en intimidatie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

something that deviates from what is considered normal, expected, or standard

anomalie, onregelmatigheid

anomalie, onregelmatigheid

Ex: His rapid recovery from the illness was considered an anomaly by the doctors .Zijn snelle herstel van de ziekte werd door de artsen als een **anomalie** beschouwd.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

not consistent with what is considered to be expected

afwijkend, ongewoon

afwijkend, ongewoon

Ex: The report contained an anomalous figure that did n't match the others .Het rapport bevatte een **afwijkend** cijfer dat niet overeenkwam met de andere.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a playful or carefree attitude and a tendency to prioritize amusement or entertainment over more serious matters

lichtzinnigheid, oppervlakkigheid

lichtzinnigheid, oppervlakkigheid

Ex: Some saw performance art as mere frivolity, but its defenders said it provided levity and social commentary .Sommigen zagen performancekunst als louter **frivoliteit**, maar haar verdedigers zeiden dat het lichtheid en sociaal commentaar bood.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having a lack of depth or concern for serious matters

frivool, oppervlakkig

frivool, oppervlakkig

Ex: She was known as a frivolous person , always focused on entertainment and never taking anything seriously .Ze stond bekend als een **oppervlakkig** persoon, altijd gericht op vermaak en nam nooit iets serieus.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

appearing or stated to be true or real, but potentially deceptive or misleading

schijnbaar, zogenaamd

schijnbaar, zogenaamd

Ex: Journalists investigated whether the donations ' ostensible purpose aligned with the donors ' actual business interests .Journalisten onderzochten of het **ogenschijnlijke** doel van de donaties overeenkwam met de werkelijke zakelijke belangen van de donateurs.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

displaying wealth, luxury, or importance to attract attention or impress others

opzichtige, pronkerige

opzichtige, pronkerige

Ex: She found the ostentatious jewelry tasteless , preferring more understated pieces .Ze vond de **opzichtige** sieraden smakeloos en prefereerde meer ingetogen stukken.

Sluiten

[werkwoord]

to demonstrate exceptional skill, achievement, or proficiency in a particular activity, subject, or field

uitblinken, excelleren

uitblinken, excelleren

Ex: With hard work and practice , I believe Jill will excel in her new management position .Met hard werken en oefening geloof ik dat Jill zal **uitblinken** in haar nieuwe managementpositie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the quality of being extremely good in a particular field or activity

uitmuntendheid, superioriteit

uitmuntendheid, superioriteit

Ex: The school encourages academic excellence among students .De school moedigt academische **uitmuntendheid** aan onder studenten.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

an imaginary state or location where everything is perfect

utopie, denkbeeldig paradijs

utopie, denkbeeldig paradijs

Ex: Many people hope for a utopia but find it difficult to achieve in reality .Veel mensen hopen op een **utopie** maar vinden het moeilijk om te bereiken in de realiteit.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

referring to a vision of an ideal society, where everything is flawless or nearly perfect

utopisch, idealistisch

utopisch, idealistisch

Ex: Socialists proposed the creation of self-sufficient utopian communities where people lived and worked cooperatively .Socialisten stelden de oprichting van zelfvoorzienende **utopische** gemeenschappen voor waar mensen samenleefden en -werkten.

Sluiten

[werkwoord]

to give careful thought to something, its various aspects, implications, or possibilities

overdenken, peinzen

overdenken, peinzen

Ex: I sat by the lake and pondered the deep questions about life , the universe , and everything .Ik zat bij het meer en **peinsde** over de diepe vragen over het leven, het universum en alles.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

displaying a sense of slowness or lack of agility due to real or perceived weight or massiveness

zwaar, traag

zwaar, traag

Ex: She struggled to carry the ponderous stack of textbooks across the campus .Ze worstelde om de **zware** stapel leerboeken over de campus te dragen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a slender stick used by a conductor while leading an orchestra

stok, dirigentenstok

stok, dirigentenstok

Ex: Midway , the musician lost the pulse when his eye left the spinning baton.Halverwege verloor de muzikant de maat toen zijn oog de draaiende **stok** verliet.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a military unit composed of a varying number of companies or platoons, typically commanded by a lieutenant colonel

bataljon, militaire eenheid

bataljon, militaire eenheid

Ex: Each battalion had its own distinct set of responsibilities during the operation .Elk **bataljon** had zijn eigen onderscheidende reeks verantwoordelijkheden tijdens de operatie.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

referring to interactions, relations, or affairs with other nations

buitenlands, internationaal

buitenlands, internationaal

Ex: The country’s foreign policy focused on diplomacy and trade.Het **buitenlandse** beleid van het land richtte zich op diplomatie en handel.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a person who lives in a country where they are not a citizen or permanent resident

buitenlander, buitenlandse

buitenlander, buitenlandse

Ex: Being a foreigner in a new country can be both exciting and challenging .Een **buitenlander** zijn in een nieuw land kan zowel spannend als uitdagend zijn.

Sluiten

SAT Woordvaardigheden 2

LanGeek app downloaden