pattern

Woordenschat voor IELTS Academic (Score 5) - Significance

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot Belang die nodig zijn voor het academische IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Vocabulary for IELTS Academic (Band 5)
significant
[bijvoeglijk naamwoord]

important or great enough to be noticed or have an impact

belangrijk, aanzienlijk

belangrijk, aanzienlijk

Ex: The company 's decision to expand into international markets was significant for its growth strategy .Het besluit van het bedrijf om uit te breiden naar internationale markten was **belangrijk** voor zijn groeistrategie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crucial
[bijvoeglijk naamwoord]

having great importance, often having a significant impact on the outcome of a situation

cruciaal, essentieel

cruciaal, essentieel

Ex: Good communication skills are crucial in building strong relationships .Goede communicatieve vaardigheden zijn **cruciaal** voor het opbouwen van sterke relaties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vital
[bijvoeglijk naamwoord]

absolutely necessary and of great importance

essentieel, onmisbaar

essentieel, onmisbaar

Ex: Good communication is vital for effective teamwork .Goede communicatie is **van vitaal belang** voor effectief teamwork.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
essential
[bijvoeglijk naamwoord]

very necessary for a particular purpose or situation

essentieel, onmisbaar

essentieel, onmisbaar

Ex: Safety equipment is essential for workers in hazardous environments .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
main
[bijvoeglijk naamwoord]

having the highest level of significance or central importance

hoofd, centraal

hoofd, centraal

Ex: The main goal of the marketing campaign is to increase brand awareness and customer engagement .Het **hoofddoel** van de marketingcampagne is om de merkbekendheid en klantbetrokkenheid te vergroten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fundamental
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the core and most important or basic parts of something

fundamenteel, essentieel

fundamenteel, essentieel

Ex: The scientific method is fundamental to conducting experiments and research .De wetenschappelijke methode is **fundamenteel** voor het uitvoeren van experimenten en onderzoek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
serious
[bijvoeglijk naamwoord]

needing attention and action because of possible danger or risk

ernstig, zwaar

ernstig, zwaar

Ex: The storm caused serious damage to the homes in the area .De storm veroorzaakte **ernstige** schade aan de huizen in het gebied.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
meaningful
[bijvoeglijk naamwoord]

having a significant purpose or importance

betekenisvol, zinvol

betekenisvol, zinvol

Ex: The workshop provided participants with meaningful insights into effective communication .De workshop gaf de deelnemers **zinvolle** inzichten in effectieve communicatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
important
[bijvoeglijk naamwoord]

having a lot of value

belangrijk, cruciaal

belangrijk, cruciaal

Ex: The important issue at hand is ensuring the safety of the workers .Het **belangrijke** punt is het waarborgen van de veiligheid van de werknemers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
primary
[bijvoeglijk naamwoord]

having the most importance or influence

primair, hoofd-

primair, hoofd-

Ex: Health and safety are the primary concerns in the workplace .Gezondheid en veiligheid zijn de **belangrijkste** zorgen op de werkplek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
central
[bijvoeglijk naamwoord]

very important and necessary

essentieel, fundamenteel

essentieel, fundamenteel

Ex: The central issue in the debate was climate change .Het **centrale** onderwerp in het debat was klimaatverandering.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
necessary
[bijvoeglijk naamwoord]

needed to be done for a particular reason or purpose

noodzakelijk, essentieel

noodzakelijk, essentieel

Ex: Having the right tools is necessary to complete the project efficiently .Het hebben van de juiste tools is **noodzakelijk** om het project efficiënt te voltooien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
prominent
[bijvoeglijk naamwoord]

well-known or easily recognizable due to importance, influence, or distinct features

vooraanstaand, opvallend

vooraanstaand, opvallend

Ex: His prominent role in the community earned him respect and admiration .Zijn **vooraanstaande** rol in de gemeenschap leverde hem respect en bewondering op.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
highlight
[zelfstandig naamwoord]

the most outstanding, enjoyable or exciting part of something

hoogtepunt, meest opwindende deel

hoogtepunt, meest opwindende deel

Ex: Winning the championship was the highlight of his career .Het winnen van het kampioenschap was het **hoogtepunt** van zijn carrière.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to underline
[werkwoord]

to emphasize the importance of something by making it seem more noticeable

onderstrepen, benadrukken

onderstrepen, benadrukken

Ex: The designer chose a contrasting color to underline the main headline in the advertisement .De ontwerper koos een contrasterende kleur om de hoofdkop in de advertentie te **benadrukken**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to emphasize
[werkwoord]

to give special attention or importance to something

benadrukken, nadruk leggen op

benadrukken, nadruk leggen op

Ex: His use of silence in the speech emphasized the gravity of the situation , leaving the audience in contemplative silence .Zijn gebruik van stilte in de toespraak **benadrukte** de ernst van de situatie, waardoor het publiek in een beschouwende stilte achterbleef.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to stress
[werkwoord]

to emphasize a particular point or aspect

benadrukken, nadruk leggen op

benadrukken, nadruk leggen op

Ex: The coach stressed the significance of teamwork for the success of the sports team .De coach **benadrukte** het belang van teamwork voor het succes van het sportteam.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trivial
[bijvoeglijk naamwoord]

having little or no importance

triviaal, onbelangrijk

triviaal, onbelangrijk

Ex: His trivial concerns about the color of the walls were overshadowed by more urgent matters .Zijn **triviale** zorgen over de kleur van de muren werden overschaduwd door meer urgente zaken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inessential
[bijvoeglijk naamwoord]

not required for the basic functioning or core purpose

niet essentieel, overbodig

niet essentieel, overbodig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nonessential
[bijvoeglijk naamwoord]

not absolutely necessary

niet essentieel, overbodig

niet essentieel, overbodig

Ex: The software update focused on improving core features , with nonessential improvements deferred to a later release .De software-update richtte zich op het verbeteren van kernfuncties, waarbij **niet-essentiële** verbeteringen werden uitgesteld tot een latere release.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
unessential
[bijvoeglijk naamwoord]

not necessary or crucial and capable of being omitted without affecting the main aspects

niet essentieel, overbodig

niet essentieel, overbodig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
insignificant
[bijvoeglijk naamwoord]

not having much importance or influence

onbeduidend, gering

onbeduidend, gering

Ex: The changes made to the policy were insignificant and had little impact .De wijzigingen die in het beleid zijn aangebracht, waren **onbeduidend** en hadden weinig impact.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
minor
[bijvoeglijk naamwoord]

having little importance, effect, or seriousness

klein, onbelangrijk

klein, onbelangrijk

Ex: He brushed off the minor criticism , focusing on more important matters .Hij wuifde de **kleine** kritiek weg en richtte zich op belangrijkere zaken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
unremarkable
[bijvoeglijk naamwoord]

having no particular or outstanding quality

alledaags, onopvallend

alledaags, onopvallend

Ex: Her unremarkable academic record did not stand out among her peers .Haar **onopvallende** academische dossier viel niet op onder haar leeftijdsgenoten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
unimportant
[bijvoeglijk naamwoord]

having no value or significance

onbelangrijk, waardeloos

onbelangrijk, waardeloos

Ex: The unimportant details of the story did n't detract from its main message .De **onbelangrijke** details van het verhaal deden niets af aan de hoofdgedachte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
secondary
[bijvoeglijk naamwoord]

having less importance or value when compared to something else

secundair, ondergeschikt

secundair, ondergeschikt

Ex: The details of the project were secondary to the overall goal of improving efficiency .De details van het project waren **ondergeschikt** aan het algemene doel om de efficiëntie te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
noncrucial
[bijvoeglijk naamwoord]

having little significance

niet cruciaal, weinig significant

niet cruciaal, weinig significant

Ex: We 'll tackle the noncrucial tasks after finishing the priority ones .We pakken de **niet-cruciale** taken aan nadat we de prioritaire hebben afgerond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nonserious
[bijvoeglijk naamwoord]

not characterized by seriousness or lacks a significant level of importance

niet serieus, onbelangrijk

niet serieus, onbelangrijk

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nonvital
[bijvoeglijk naamwoord]

not essential or not absolutely necessary

niet essentieel, niet vitaal

niet essentieel, niet vitaal

Ex: The extra features in the app are nonvital but nice to have .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Woordenschat voor IELTS Academic (Score 5)
LanGeek
LanGeek app downloaden