Premium|Mobiele app|Woordenboek

Langeek

Ranglijst

Nachtmodus

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

C2 Woordenlijst - Linguistics

Hier leer je alle essentiële woorden om over taalkunde te praten, speciaal verzameld voor C2-niveau leerlingen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

CEFR C2 Vocabulary

[zelfstandig naamwoord]

the fact of having an excessive number of words that results in being tedious

woordrijkheid

woordrijkheid

Ex: The editor advised the writer to avoid prolixity by cutting unnecessary words and focusing on concise , impactful statements to maintain the readers ' interest .De redacteur adviseerde de schrijver om **prolixity** te vermijden door onnodige woorden te schrappen en zich te concentreren op beknopte, krachtige uitspraken om de interesse van de lezers te behouden.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the study of the rules and different methods of using language in a way that is effective

retorica, redekunst

retorica, redekunst

Ex: While rhetoric is often associated with persuasion , it also serves as a tool for critical analysis , enabling individuals to deconstruct arguments , identify fallacies , and evaluate the effectiveness of communication strategies .Hoewel **retoriek** vaak wordt geassocieerd met overtuiging, dient het ook als een hulpmiddel voor kritische analyse, waardoor individuen argumenten kunnen deconstrueren, drogredenen kunnen identificeren en de effectiviteit van communicatiestrategieën kunnen evalueren.

Sluiten

intertextuality

[zelfstandig naamwoord]

the interconnectedness and referencing of texts, where one text refers to or influences another, creating layers of meaning and a complex web of relationships between texts

intertekstualiteit, de intertekstualiteit

intertekstualiteit, de intertekstualiteit

Ex: The filmmaker 's reliance on intertextuality is evident in the movie 's numerous nods to iconic scenes from classic films , creating a dialogue between past and present cinematic techniques .De afhankelijkheid van de filmmaker van **intertekstualiteit** is duidelijk in de vele knipogen van de film naar iconische scènes uit klassieke films, waardoor een dialoog ontstaat tussen vroegere en huidige cinematische technieken.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the overlapping and blending of language elements, such as sounds or grammatical structures, within speech or writing

imbricatie, overlapping

imbricatie, overlapping

Ex: In her study , she explored the imbrication of language and identity among bilingual communities .In haar studie onderzocht ze de **overlapping** van taal en identiteit onder tweetalige gemeenschappen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(grammar) the use of two adjacent noun phrases having the same referent that have the same syntactical role in a sentence

appositie, nevenschikking

appositie, nevenschikking

Ex: In the study of syntax , apposition is analyzed to see how additional information is integrated seamlessly into sentences without disrupting the flow .In de studie van syntaxis wordt **de bijstelling** geanalyseerd om te zien hoe aanvullende informatie naadloos in zinnen wordt geïntegreerd zonder de stroom te verstoren.

Sluiten

portmanteau word

[zelfstandig naamwoord]

a new word that is formed by the combination of two other words blending their meaning and sounds

porte-manteauwoord, kofferwoord

porte-manteauwoord, kofferwoord

Ex: The creation of portmanteau words can be playful and creative , as seen in " chillax , " a combination of " chill " and " relax . "Het creëren van **portmanteauwoorden** kan speels en creatief zijn, zoals te zien is in "chillax", een combinatie van "chill" en "relax".

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(linguistics) the way in which words and phrases are arranged to form grammatical sentences in a language

syntaxis, grammaticale structuur

syntaxis, grammaticale structuur

Ex: Syntax analysis helps in identifying how sentence elements like nouns , verbs , and adjectives interact within a given linguistic framework .

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(linguistics) the smallest meaningful unit of a language that does not necessarily stand alone and cannot be divided

morfeem, kleinste betekenisvolle eenheid

morfeem, kleinste betekenisvolle eenheid

Ex: The study of morphemes, known as morphology , examines how these units combine to create complex words .De studie van **morfemen**, bekend als morfologie, onderzoekt hoe deze eenheden zich combineren om complexe woorden te vormen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(linguistics) a branch of linguistics that deals with meaning, reference, or truth

semantiek

semantiek

Ex: Differences in semantics can lead to misunderstandings , especially when translating between languages with distinct cultural contexts .Verschillen in **semantiek** kunnen tot misverstanden leiden, vooral bij het vertalen tussen talen met verschillende culturele contexten.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the complete set of meaningful units in a language or a branch of knowledge, or words or phrases that a speaker uses

lexicon, woordenschat

lexicon, woordenschat

Ex: Building a diverse lexicon through reading and exposure to different contexts enriches one 's language skills and communication abilities .Het opbouwen van een divers **lexicon** door te lezen en blootstelling aan verschillende contexten verrijkt iemands taalvaardigheden en communicatievaardigheden.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(grammar) a word or phrase that refers to a preceding word or phrase

anafoor, herhaling

anafoor, herhaling

Ex: Anaphora is often employed in literature and oratory to evoke emotion, emphasize ideas, and make speeches more memorable.**Anafoor** wordt vaak gebruikt in literatuur en redevoeringen om emoties op te roepen, ideeën te benadrukken en toespraken memorabeler te maken.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the phenomenon in language where a single word has multiple related meanings or senses

polysemie, de polysemie

polysemie, de polysemie

Ex: Ambiguity can sometimes arise from polysemy, requiring context or additional information for accurate interpretation .Dubbelzinnigheid kan soms voortkomen uit **polysemie**, waarvoor context of aanvullende informatie nodig is voor een accurate interpretatie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a variant pronunciation of a phoneme, which can occur due to phonetic differences in specific contexts or environments within a language

een allofoon, een variant uitspraak van een foneem

een allofoon, een variant uitspraak van een foneem

Ex: The variation of the "r" sound in different dialects of English is an example of allophonic variation.De variatie van de "r"-klank in verschillende dialecten van het Engels is een voorbeeld van **allofonische** variatie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(linguistics) a basic linguistic unit that is meaningful and underlies a set of words which are related through inflection

lexeem, basiseenheid van taal

lexeem, basiseenheid van taal

Ex: Analyzing lexemes helps in identifying patterns of word formation and usage across different linguistic contexts .Het analyseren van **lexemen** helpt bij het identificeren van patronen van woordvorming en gebruik in verschillende taalkundige contexten.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the smallest unit of sound in a language that can distinguish meaning, often represented by a specific symbol in phonetic notation

foneem, klankeenheid

foneem, klankeenheid

Ex: The study of phonemes and their distribution helps linguists analyze speech sounds and patterns across languages .De studie van **fonemen** en hun distributie helpt taalkundigen spraakklanken en patronen in verschillende talen te analyseren.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a word that is more general and encompasses a broader category of related terms

hyperoniem, algemene term

hyperoniem, algemene term

Ex: The relationship between hypernyms and hyponyms provides insights into the structure and organization of lexical semantics.De relatie tussen **hyperoniemen** en hyponiemen geeft inzicht in de structuur en organisatie van lexicale semantiek.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the process of inventing a word

neologisme, woordvorming

neologisme, woordvorming

Ex: Some neologisms become part of everyday language usage , while others remain obscure or limited to specific subcultures .Sommige **neologismen** worden onderdeel van het alledaagse taalgebruik, terwijl andere obscuur blijven of beperkt zijn tot specifieke subculturen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the phenomenon in which an irregular form of a word, often a verb or adjective, is used instead of a regular form to express a different grammatical feature

suppletie, aanvulling

suppletie, aanvulling

Ex: Linguists study suppletion to understand the historical development and structural properties of languages , especially regarding irregularities in inflectional systems .Taalkundigen bestuderen **suppletie** om de historische ontwikkeling en structurele eigenschappen van talen te begrijpen, vooral met betrekking tot onregelmatigheden in verbuigingssystemen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

(linguistics) a variety of language that is used in a particular social context, based on the communicative purpose and social status of the user

register, taalniveau

register, taalniveau

Ex: Understanding register allows speakers to navigate social interactions and convey their ideas appropriately in diverse contexts .Het begrijpen van **register** stelt sprekers in staat om sociale interacties te navigeren en hun ideeën op de juiste manier over te brengen in diverse contexten.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a phonological process in which sounds or syllables in a word are rearranged or switched positions, resulting in a change in the order of phonemes or syllables within the word

metathese, omzetting

metathese, omzetting

Ex: The occurrence of metathesis highlights the fluid nature of language and its capacity for phonological variation over time .Het voorkomen van **metathese** benadrukt de vloeiende aard van taal en zijn vermogen tot fonologische variatie in de loop der tijd.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a phonological process in which a sound or phoneme is inserted into a word, typically to break up a consonant cluster or improve phonotactic constraints

epenthesis, klankinvoeging

epenthesis, klankinvoeging

Ex: The study of epenthesis sheds light on the mechanisms behind speech production and perception , revealing patterns of phonological adaptation in languages .De studie van **epenthesis** werpt licht op de mechanismen achter spraakproductie en -perceptie, en onthult patronen van fonologische aanpassing in talen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the process of duplicating all or part of a word or morpheme to create a new form, often with a change in meaning or grammatical function

reduplicatie, verdubbeling

reduplicatie, verdubbeling

Ex: Reduplication can serve various functions across languages , including emphasis , diminishment , or the creation of onomatopoeic expressions .**Reduplicatie** kan verschillende functies vervullen in talen, waaronder nadruk, verkleining of het creëren van onomatopeeë uitdrukkingen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the process of shortening a word by dropping one or more syllables

inkorting, afkapping

inkorting, afkapping

Ex: The process of clipping often retains the original word's meaning and can occur in various parts of speech, such as nouns, verbs, and adjectives.Het proces van **clipping** behoudt vaak de oorspronkelijke betekenis van het woord en kan voorkomen in verschillende delen van de spraak, zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a word-formation process in which a word or name is modified to create a shorter, affectionate, or informal version, often used to express familiarity, endearment, or intimacy

hypocorisme, koosnaam

hypocorisme, koosnaam

Ex: The formation of hypocorisms can involve various linguistic processes such as clipping , adding diminutive suffixes , or phonetic modification .De vorming van **hypocorismen** kan verschillende linguïstische processen omvatten, zoals knippen, het toevoegen van verkleinende achtervoegsels of fonetische modificatie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the redundant repetition of an idea using different words in a sentence or phrase

tautologie, redundantie

tautologie, redundantie

Ex: Writers and speakers are often advised to avoid tautology to ensure their communication is clear and concise without unnecessary repetition .Schrijvers en sprekers wordt vaak geadviseerd om **tautologie** te vermijden om ervoor te zorgen dat hun communicatie duidelijk en beknopt is zonder onnodige herhaling.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a phonological process in which vowels within a word or across adjacent words become more similar or assimilate to each other in terms of certain phonetic features

klinkerharmonie, harmonie van klinkers

klinkerharmonie, harmonie van klinkers

Ex: Linguists study vowel harmony to understand how phonological rules govern vowel distribution and consistency within languages .Taalkundigen bestuderen **klinkerharmonie** om te begrijpen hoe fonologische regels de verdeling en consistentie van klinkers in talen beheersen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a word that represents a subset of a broader category

hyponiem, subcategorie

hyponiem, subcategorie

Ex: I 'm struggling to find a hyponym for " love " that perfectly captures its specific meaning .Ik heb moeite om een **hyponiem** te vinden voor "liefde" dat de specifieke betekenis perfect vastlegt.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

related to the study of a phenomena at a specific point in time, particularly in linguistics and social sciences, without considering historical changes

synchroon, gelijktijdig

synchroon, gelijktijdig

Ex: In synchronic phonology , linguists analyze the sounds of a language as they exist in the present .In de **synchrone** fonologie analyseren taalkundigen de klanken van een taal zoals ze in het heden bestaan.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

related to the study or analysis of phenomena or changes over time, particularly within linguistics or historical contexts

diachroon, historisch

diachroon, historisch

Ex: Archaeologists employ diachronic approaches to study ancient civilizations .Archeologen gebruiken **diachrone** benaderingen om oude beschavingen te bestuderen.

Sluiten

C2 Woordenlijst

LanGeek app downloaden