pattern

Overeenstemming en Onenigheid - Agreement

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met overeenstemming, zoals "uitlijnen", "overeenkomst" en "onderhandelen".

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words Related to Agreement and Disagreement
absolutely
absolutely
[tussenwerpsel]

used to show complete agreement

Absoluut!, Helemaal!

Absoluut!, Helemaal!

Ex: "Can I count on you?""Absolutely!""Kan ik op je rekenen?" "**Absoluut**"
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to accede
to accede
[werkwoord]

to agree to something such as a request, proposal, demand, etc.

toestemmen, inwilligen

toestemmen, inwilligen

Ex: After thorough negotiations, both parties were able to accede to the terms of the trade agreement.Na grondige onderhandelingen konden beide partijen **instemmen** met de voorwaarden van de handelsovereenkomst.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to accept
to accept
[werkwoord]

to say yes to what is asked of you or offered to you

accepteren, aanvaarden

accepteren, aanvaarden

Ex: They accepted the offer to stay at the beach house for the weekend .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
acceptable
acceptable
[bijvoeglijk naamwoord]

agreed on by most people in a society

aanvaardbaar, toelaatbaar

aanvaardbaar, toelaatbaar

Ex: His behavior was not considered acceptable at the dinner party .Zijn gedrag werd niet als **acceptabel** beschouwd op het diner.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
acceptably
acceptably
[bijwoord]

in a way that reaches a minimum or tolerable level

acceptabel

acceptabel

Ex: The repairs were done acceptably, but not perfectly .De reparaties werden **acceptabel** uitgevoerd, maar niet perfect.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
acceptance
acceptance
[zelfstandig naamwoord]

the act of agreeing with a belief, idea, statement, etc.

acceptatie

acceptatie

Ex: Achieving self-acceptance is an important step towards personal growth and happiness.Zelf**acceptatie** bereiken is een belangrijke stap naar persoonlijke groei en geluk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
accord
accord
[zelfstandig naamwoord]

an official agreement between two countries or groups of people

overeenkomst, akkoord

overeenkomst, akkoord

Ex: The nations agreed to a ceasefire accord after months of negotiations .De naties kwamen na maanden van onderhandelingen overeen tot een **akkoord** over een staakt-het-vuren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
a done deal
a done deal
[Zinsdeel]

a finalized agreement

Ex: When they signed the contract, the partnership between the two artists became a done deal, ensuring their collaboration on a new album.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
affirmative
affirmative
[zelfstandig naamwoord]

a response expressing agreement or consent

Ex: The student replied with an affirmative to the question.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
affirmative
affirmative
[bijvoeglijk naamwoord]

favorable or supportive in attitude or response

bevestigend, ondersteunend

bevestigend, ondersteunend

Ex: The senator 's speech was met with affirmative cheers from the audience , showing widespread agreement with his views .De toespraak van de senator werd ontvangen met **instemmend** gejuich van het publiek, wat een brede overeenstemming met zijn standpunten liet zien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
affirmatively
affirmatively
[bijwoord]

in a way that shows agreement or approval

bevestigend

bevestigend

Ex: The board members voted affirmatively on the new policy .De bestuursleden stemden **instemmend** voor het nieuwe beleid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to agree
to agree
[werkwoord]

to hold the same opinion as another person about something

eens zijn, instemmen

eens zijn, instemmen

Ex: We both agree that this is the best restaurant in town .We zijn het er beide **over eens** dat dit het beste restaurant van de stad is.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
agreed
agreed
[bijvoeglijk naamwoord]

having the same opinion about something

eens, overeengekomen

eens, overeengekomen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
agreement
agreement
[zelfstandig naamwoord]

a promise, an arrangement, or a contract between two or more people

overeenkomst, contract

overeenkomst, contract

Ex: The union and the company are in talks to reach a new labor agreement.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to [agree] to (disagree|differ)

to stop arguing with someone upon accepting the fact that both have different opinions about something

Ex: Let's just agree to differ on this topic and start talking about something else, huh?
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to align
to align
[werkwoord]

to agree with a group, idea, person, or organization and support it

uitlijnen, ondersteunen

uitlijnen, ondersteunen

Ex: The organization 's mission statement explicitly states its commitment to aligning with international human rights standards .De missieverklaring van de organisatie verklaart uitdrukkelijk haar inzet om **af te stemmen** op internationale mensenrechtennormen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
alliance
alliance
[zelfstandig naamwoord]

a formal agreement or treaty establishing cooperation between nations or groups for shared objectives

Ex: Cultural alliances between universities foster academic exchange and collaboration in research .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
all right
all right
[tussenwerpsel]

used to show our agreement or satisfaction with something

Oké, Prima

Oké, Prima

Ex: All right, you can play video games for an hour .**Oké**, je mag een uur videogames spelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to ally
to ally
[werkwoord]

to form a formal association or partnership with another entity, often through treaty, agreement, or marriage

Ex: Political parties allied during the election campaign .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
arrangement
arrangement
[zelfstandig naamwoord]

a mutual understanding or agreement established between people

afspraak, overeenkomst

afspraak, overeenkomst

Ex: The arrangement for the wedding ceremony was very detailed .De **afspraak** voor de huwelijksceremonie was zeer gedetailleerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
anodyne
anodyne
[bijvoeglijk naamwoord]

not likely to offend people or cause disagreement or tension

onschadelijk, niet controversieel

onschadelijk, niet controversieel

Ex: She chose an anodyne topic for her presentation to ensure it would be well-received.Ze koos een **ongevaarlijk** onderwerp voor haar presentatie om ervoor te zorgen dat het goed zou worden ontvangen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
approbation
approbation
[zelfstandig naamwoord]

official approval or agreement

goedkeuring,  instemming

goedkeuring, instemming

Ex: The film received the approbation of several prestigious film festivals .De film ontving de **goedkeuring** van verschillende prestigieuze filmfestivals.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
approval
approval
[zelfstandig naamwoord]

a formal agreement to something

goedkeuring, instemming

goedkeuring, instemming

Ex: Approval from the local authorities was necessary for the construction permit .**Goedkeuring** van de lokale autoriteiten was nodig voor de bouwvergunning.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to approve
to approve
[werkwoord]

to officially agree to a plan, proposal, etc.

goedkeuren, accorderen

goedkeuren, accorderen

Ex: The government has approved additional funding for the project .De regering heeft aanvullende financiering voor het project **goedgekeurd**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
assent
assent
[zelfstandig naamwoord]

an expression of agreement with something, often used to indicate endorsement

instemming, goedkeuring

instemming, goedkeuring

Ex: The treaty was signed with the assent of both nations .Het verdrag werd ondertekend met de **instemming** van beide naties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to assent
to assent
[werkwoord]

to agree to something, such as a suggestion, request, etc.

instemmen, toestemmen

instemmen, toestemmen

Ex: The board of directors assented to the budget adjustments .De raad van bestuur **stemde in** met de budgetaanpassingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to associate
to associate
[werkwoord]

to make a connection between someone or something and another in the mind

associëren, verbinden

associëren, verbinden

Ex: The color red is commonly associated with passion and intensity across various cultures .De kleur rood wordt in verschillende culturen vaak **geassocieerd** met passie en intensiteit.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
at all
at all
[bijwoord]

to the smallest amount or degree

helemaal, helemaal niet

helemaal, helemaal niet

Ex: I do n't like him at all.Ik vind hem **helemaal** niet leuk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
at one (with|on|about) {sb/sth}

in complete agreement with someone or something

Ex: They are at one with each other on the project goals.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bargain
bargain
[zelfstandig naamwoord]

an agreement between two people or a group of people, based on which they do something particular for one another

overeenkomst, koopje

overeenkomst, koopje

Ex: They made a bargain to share the chores equally to maintain harmony in their household .Ze maakten een **afspraak** om de huishoudelijke taken gelijk te verdelen om de harmonie in hun huishouden te behouden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to [be] with {sb}

to support someone or agree with them

Ex: I'm totally with that vibe.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
buy-in
buy-in
[zelfstandig naamwoord]

agreement with a certain policy or change

instemming, steun

instemming, steun

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
LanGeek
LanGeek app downloaden