Overeenstemming en Onenigheid - Samenwerking en Conformiteit

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met samenwerking en conformiteit, zoals "joint", "conform" en "collude".

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

Words Related to Agreement and Disagreement

to accord with

[werkwoord]

to agree with or correspond to something

overeenstemmen met, in overeenstemming zijn met

Ex: The architect's plans accord with the local zoning regulations.De plannen van de architect **stemmen overeen met** de lokale zoneregelingen.

Sluiten

Inloggen

to chime in with

[Zinsdeel]

to be in agreement with something

Sluiten

Inloggen

to collaborate

[werkwoord]

to work with someone else in order to create something or reach the same goal

samenwerken, collaboreren

Ex: Teachers and parents collaborated to organize a successful school fundraiser .Leraren en ouders **werkten samen** om een succesvolle schoolfundraiser te organiseren.

Sluiten

Inloggen

collaboration

[zelfstandig naamwoord]

the act or process of working with someone to produce or achieve something

samenwerking

Sluiten

Inloggen

collaborative

[bijvoeglijk naamwoord]

involving or done by two or more parties working together toward a shared goal

collaboratief, coöperatief

Sluiten

Inloggen

collective

[bijvoeglijk naamwoord]

involving, done, or shared by all members of a group

collectief, gemeenschappelijk

Ex: The board issued a collective statement in support of the new policy changes .De raad van bestuur heeft een **collectieve** verklaring uitgegeven ter ondersteuning van de nieuwe beleidswijzigingen.

Sluiten

Inloggen

to collude

[werkwoord]

‌to cooperate secretly or illegally for deceiving other people

samenspannen, collaboreren

Ex: The competitors were suspected of colluding to divide up contracts and stifle competition in the industry .De concurrenten werden verdacht van **samenspanning** om contracten te verdelen en de concurrentie in de industrie te verstikken.

Sluiten

Inloggen

collusion

[zelfstandig naamwoord]

secret agreement particularly made to deceive people

samenspanning, collusie

Ex: Collusion among the committee members led to unfair bidding practices .**Samenspanning** onder de leden van de commissie leidde tot oneerlijke biedpraktijken.

Sluiten

Inloggen

collusive

[bijvoeglijk naamwoord]

involving an activity that is secret or illegal intended to deceive people

collusief, geheim illegaal

Sluiten

Inloggen

common ground

[zelfstandig naamwoord]

shared opinions, beliefs, or interests between parties that have disagreements about other things

gemeenschappelijke grond, gemeenschappelijk punt

Ex: A successful debate requires finding common ground with the audience , appealing to their shared experiences and values .Een succesvol debat vereist het vinden van **gemeenschappelijke grond** met het publiek, door een beroep te doen op hun gedeelde ervaringen en waarden.

Sluiten

Inloggen

to conform

[werkwoord]

to adjust oneself in order to align with new or different circumstances or expectations

zich conformeren, zich aanpassen

Ex: In order to gain acceptance, he felt he had to conform to the group's social norms.Om acceptatie te krijgen, voelde hij dat hij zich moest **conformeren** aan de sociale normen van de groep.

Sluiten

Inloggen

conformability

[zelfstandig naamwoord]

the ability or willingness to obey, agree with, or correspond to something

conformiteit, onderwerping

Sluiten

Inloggen

conformable

[bijvoeglijk naamwoord]

willing to go along with group behaviors, standards, or popular opinions rather than standing apart

conform, aanpasbaar

Ex: New members of an established club must demonstrate conformable attitudes willing to abide by existing norms and traditions .Nieuwe leden van een gevestigde club moeten **meegaande** houdingen tonen die bereid zijn om bestaande normen en tradities na te leven.

Sluiten

Inloggen

conformance

[zelfstandig naamwoord]

the act of following or obeying the rules of something particular

conformiteit

Sluiten

Inloggen

conformity

[zelfstandig naamwoord]

the act of adhering to established norms, protocols, and standardized behaviors within a social system or institution

conformiteit, naleving van normen

Ex: The new regulation enforced conformity across all departments .De nieuwe regelgeving handhaafde **conformiteit** in alle afdelingen.

Sluiten

Inloggen

consonance

[zelfstandig naamwoord]

mutual agreement or compatibility among units or people

overeenstemming, harmonie

Sluiten

Inloggen

consonant

[bijvoeglijk naamwoord]

matching or in agreement with one another

consonant, overeenstemmend

Sluiten

Inloggen

to cooperate

[werkwoord]

to work with other people in order to achieve a common goal

samenwerken, collaboreren

Ex: Family members cooperated to organize a successful event .Familieleden **werkten samen** om een succesvol evenement te organiseren.

Sluiten

Inloggen

cooperation

[zelfstandig naamwoord]

the act of working together toward a common goal

samenwerking, coöperatie

Ex: Without the team 's cooperation, the event would not have run smoothly .

Sluiten

Inloggen

cooperative

[bijvoeglijk naamwoord]

involving partnership of a group of people working toward a common goal

coöperatief, samenwerkend

Ex: The cooperative approach to problem-solving led to innovative solutions and improved outcomes .De **coöperatieve** aanpak van probleemoplossing leidde tot innovatieve oplossingen en verbeterde resultaten.

Sluiten

Inloggen

to coordinate

[werkwoord]

to control and organize the different parts of an activity and the group of people involved so that a good result is achieved

coördineren, organiseren

Ex: We are coordinating with vendors to ensure timely delivery of supplies .We **coördineren** met leveranciers om een tijdige levering van voorraden te garanderen.

Sluiten

Inloggen

to fit

[werkwoord]

to agree with or be suitable for a particular thing

passen, geschikt zijn

Ex: The design of the website needs to fit the brand 's image and message .Het ontwerp van de website moet **passen** bij het imago en de boodschap van het merk.

Sluiten

Inloggen

in accordance with

[Voorzetsel]

used to show compliance with a specific rule, guideline, or standard

in overeenstemming met, volgens

Ex: Students are expected to complete their assignments in accordance with the guidelines .Van studenten wordt verwacht dat ze hun opdrachten **volgens** de richtlijnen voltooien.

Sluiten

Inloggen

in conformity with

[Voorzetsel]

in accordance with a particular standard, expectation, or norm

in overeenstemming met, volgens

Ex: The actions of the organization should be in conformity to ethical principles .De acties van de organisatie moeten **in overeenstemming zijn met** ethische principes.

Sluiten

Inloggen

in keeping with

[Zinsdeel]

in accordance with a particular style, tradition, or expectation

Ex: The music played at the wedding ceremony in keeping with the couple 's cultural heritage .

Sluiten

Inloggen

in sync with

[Voorzetsel]

in perfect alignment or harmony with something

in sync met, in harmonie met

Ex: Her goals were in sync with her values and aspirations .Haar doelen waren **in sync met** haar waarden en aspiraties.

Sluiten

Inloggen

joint

[bijvoeglijk naamwoord]

controlled, done, shared, or owned by two or more people

gezamenlijk, gecombineerd

Ex: The treaty was the result of joint negotiations between the two nations , aiming for lasting peace .Het verdrag was het resultaat van **gezamenlijke** onderhandelingen tussen de twee landen, met als doel een blijvende vrede.

Sluiten

Inloggen

jointly

[bijwoord]

in a way that shows shared ownership, responsibility, or obligation

gezamenlijk, samen

Ex: The roommates are jointly accountable for any damage to the apartment .

Sluiten

Inloggen

to make common cause

[Zinsdeel]

to join with someone to achieve a common goal

Ex: The communities make common cause to rebuild and recover after the natural disaster .

Sluiten

Inloggen

to match

[werkwoord]

to be the same as or similar to something else

overeenkomen, evenaren

Ex: The new sofa does n't quite match the rest of the living room decor .De nieuwe bank past niet helemaal bij de rest van de woonkamerdecoratie.

Sluiten

Inloggen

match

[zelfstandig naamwoord]

something that corresponds to something else

overeenkomst, paar

Sluiten

Inloggen

to play along

[werkwoord]

to pretend to support or agree with someone or something to keep things peaceful or for one's own gain

meespelen, doen alsof je het ermeeens bent

Ex: When the magician asked for a volunteer , I played along and acted surprised by the tricks .Toen de goochelaar om een vrijwilliger vroeg, **speelde ik mee** en deed alsof ik verrast was door de trucs.

Sluiten

Inloggen

square

[bijvoeglijk naamwoord]

matching, agreeing, or compatible with something

compatibel, overeenstemmend

Sluiten

Inloggen

to square with

[werkwoord]

(of two ideas, statements, etc.) to be in agreement with each other

overeenstemmen met, het eens zijn met