C1 Woordenlijst - Dialoog en Discours

Hier leer je enkele Engelse woorden over dialoog en discours, zoals "generaliseren", "vooroordeel", "geneigd", enz., voorbereid voor C1-leerders.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to generalize

[werkwoord]

to form an opinion or reach a conclusion about something by taking a few instances or facts into account

generaliseren, universaliseren

Ex: It 's important not to generalize about a whole group based on a few individuals .Het is belangrijk om niet te **generaliseren** over een hele groep op basis van een paar individuen.

Sluiten

Inloggen

to go against

[werkwoord]

to disagree with or not fit well with a specific rule, concept, or standard

ingaan tegen, in strijd zijn met

Ex: The new policy goes against the standard procedures followed by most government agencies .Het nieuwe beleid **gaat in tegen** de standaardprocedures die door de meeste overheidsinstanties worden gevolgd.

Sluiten

Inloggen

to invoke

[werkwoord]

to mention someone or something of prominence as a support or reason for an argument or action

aanhalen, een beroep doen op

Ex: In his defense , he invoked his right to remain silent during questioning .In zijn verdediging **beriep** hij zich op zijn recht om te zwijgen tijdens het verhoor.

Sluiten

Inloggen

to plead

[werkwoord]

to state something as an excuse

pleiten, aanvoeren

Ex: The prosecution pleaded conspiracy , alleging that the defendant conspired with others to commit the crime .Het openbaar ministerie **pleitte** samenzwering, waarbij werd beweerd dat de verdachte met anderen samenspande om de misdaad te plegen.

Sluiten

Inloggen

to point

[werkwoord]

to suggest that something is probable or certain

wijzen, suggereren

Ex: The survey results point to a decline in customer satisfaction.De onderzoeksresultaten **wijzen** op een daling van de klanttevredenheid.

Sluiten

Inloggen

to prejudice

[werkwoord]

to unfairly influence someone's opinion or judgment about someone or something

bevooroordelen, negatief beïnvloeden

Ex: His past experiences with dishonesty prejudiced him against trusting anyone in similar situations .Zijn eerdere ervaringen met oneerlijkheid **bevooroordeelden** hem tegen het vertrouwen van iemand in soortgelijke situaties.

Sluiten

Inloggen

to provoke

[werkwoord]

to intentionally annoy someone so that they become angry

uitdagen, ergeren

Ex: The opposing teams engaged in trash talk , attempting to provoke each other before the big game .De tegenstandende teams gingen in op trash talk, in een poging om elkaar voor de grote wedstrijd te **provoceren**.

Sluiten

Inloggen

to reconsider

[werkwoord]

to think again about an opinion or decision, particularly to see if it needs changing or not

heroverwegen, opnieuw overdenken

Ex: The judge agreed to reconsider the verdict in light of the new testimony .De rechter stemde in met het **heroverwegen** van het vonnis in het licht van het nieuwe getuigenis.

Sluiten

Inloggen

to signpost

[werkwoord]

to mark a place such as a road, etc. with a signpost

beborden, van borden voorzien

Ex: It 's important to signpost key points in your presentation to guide your audience .Het is belangrijk om belangrijke punten in je presentatie te **markeren** om je publiek te begeleiden.

Sluiten

Inloggen

to sum up

[werkwoord]

to briefly state the most important parts or facts of something

samenvatten, resumeren

Ex: He summed up the novel 's plot in a few sentences for those who had n't read it .Hij **vatte** het plot van de roman samen in een paar zinnen voor degenen die het niet hadden gelezen.

Sluiten

Inloggen

to yap

[werkwoord]

to talk excessively or continuously, often in a way that is annoying to others

kletsen, babbelen

Ex: He yapped about his new car until everyone in the room was tired of hearing about it .Hij **blafte** over zijn nieuwe auto totdat iedereen in de kamer het zat was om erover te horen.

Sluiten

Inloggen

ideological

[bijvoeglijk naamwoord]

based on or relating to a specific set of political or economic views or policies

ideologisch

Ex: The ideological shift towards free-market capitalism led to changes in economic policy .De **ideologische** verschuiving naar vrijemarktkapitalisme leidde tot veranderingen in het economisch beleid.

Sluiten

Inloggen

irrelevant

[bijvoeglijk naamwoord]

having no importance or connection with something

irrelevant, onbelangrijk

Ex: The comments about the weather were irrelevant to the discussion about global warming .De opmerkingen over het weer waren **irrelevant** voor de discussie over de opwarming van de aarde.

Sluiten

Inloggen

inclined

[bijvoeglijk naamwoord]

giving an opinion in a way that is not strong

geneigd, neigend

Ex: The committee members were inclined to approve the budget , pending further review of expenses .De commissieleden waren **geneigd** om de begroting goed te keuren, in afwachting van een verdere beoordeling van de uitgaven.

Sluiten

Inloggen

inflexible

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a rule, opinion, etc.) fixed and not easily changed

onbuigzaam, rigide

Ex: The law was considered inflexible and outdated , prompting calls for reform .De wet werd beschouwd als **onbuigzaam** en verouderd, wat leidde tot oproepen tot hervorming.

Sluiten

Inloggen

mistaken

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) wrong in one's judgment, opinion, or belief

verkeerd, vergist

Ex: The teacher clarified the concept for the student who was mistaken in their interpretation .De leraar verduidelijkte het concept voor de student die **fout** zat in zijn interpretatie.

Sluiten

Inloggen

moderate

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person or ideology) not extreme or radical and considered reasonable by a majority of people

gematigd, matig

Ex: She is a moderate person who listens to all sides before making decisions .Zij is een **gematigd** persoon die naar alle kanten luistert voordat ze beslissingen neemt.

Sluiten

Inloggen

reserved

[bijvoeglijk naamwoord]

reluctant to share feelings or problems

gereserveerd, terughoudend

Ex: She appeared reserved, but she was warm and kind once you got to know her.Ze leek **terughoudend**, maar ze was warm en vriendelijk zodra je haar leerde kennen.

Sluiten

Inloggen

unstated

[bijvoeglijk naamwoord]

not clearly said or explained

onuitgesproken, impliciet

Ex: The unstated premise of the argument was that success is measured solely by financial gain .De **onuitgesproken** premisse van het argument was dat succes uitsluitend wordt gemeten aan financiële winst.

Sluiten

Inloggen

vocal

[bijvoeglijk naamwoord]

giving opinions loudly or freely

vocaal, expressief

Ex: The employees were vocal in expressing their dissatisfaction with the new management policies .De werknemers waren **vocaal** in het uiten van hun ontevredenheid over het nieuwe managementbeleid.

Sluiten

Inloggen

given that

[Voegwoord]

used to express that one is considering a particular fact before sharing one's opinion or making a judgment

gezien het feit dat, aangezien

Ex: Given that he had already apologized , they decided to move on from the incident .**Aangezien** hij zich al had verontschuldigd, besloten ze verder te gaan na het incident.

Sluiten

Inloggen

no kidding

[tussenwerpsel]

used to highlight the sincerity or truthfulness of a statement

geen grap, serieus

Ex: I was stuck in the rain without an umbrella , and , no kidding , a stranger offered to share theirs .Ik zat zonder paraplu in de regen, en, **geen grapje**, een vreemdeling bood aan om de zijne te delen.

Sluiten

Inloggen

honest to God

[bijvoeglijk naamwoord]

used to emphasize the fact that one is telling the truth

eerlijk, oprecht

Ex: Honest to God, I thought I left my keys on the kitchen counter .**Eerlijk tegen God**, ik dacht dat ik mijn sleutels op het aanrecht had laten liggen.

Sluiten

Inloggen

having said that

[Zinsdeel]

used to introduce an opposing statement after making a point

Ex: The project has achieved significant milestones in terms of efficiencyhaving said that, there 's room for improvement when it comes to communication among team members .

Sluiten

Inloggen

if anything

[Zinsdeel]

used to suggest that the opposite of what has been stated may be closer to the truth

Ex: The new policy has n't made things easierif anything, it 's added more confusion .

Sluiten

Inloggen

at all

[bijwoord]

to the smallest amount or degree

helemaal, helemaal niet

Ex: I do n't like him at all.Ik vind hem **helemaal** niet leuk.

Sluiten

Inloggen

that said

[Zinsdeel]

used to introduce statement that is in contrast to what one previously stated

Ex: The economy is struggling.

Sluiten

Inloggen

beyond doubt

[Zinsdeel]

in a way that is absolutely certain and cannot be questioned

Ex: His expertise in the subject matter beyond doubt, earning him the respect of his colleagues .

Sluiten

Inloggen

hostility

[zelfstandig naamwoord]

behavior or feelings that are aggressive or unfriendly

vijandigheid, vijandschap

Ex: He could sense the hostility in her voice , even though she tried to remain calm .Hij kon de **vijandigheid** in haar stem voelen, ook al probeerde ze kalm te blijven.

Sluiten

Inloggen

mainstream

[zelfstandig naamwoord]

the opinions, activities, or methods that are considered normal because they are accepted by a majority of people

hoofdstroming, mainstream

Ex: His views were considered outside the mainstream of political thought .Zijn opvattingen werden beschouwd als buiten de **mainstream** van het politieke denken.

Sluiten

Inloggen

objectivity

[zelfstandig naamwoord]

the state of being affected by facts and statistics instead of personal opinions and feelings

objectiviteit

Ex: The panel 's objectivity was essential in evaluating the contestants impartially during the competition .De **objectiviteit** van de jury was essentieel om de deelnemers onpartijdig te beoordelen tijdens de wedstrijd.

Sluiten

Inloggen

subjectivity

[zelfstandig naamwoord]

the state of being affected by personal opinions and feelings instead of facts and statistics

subjectiviteit

Ex: While evaluating creative work , subjectivity plays a significant role , as each viewer brings their own experiences and feelings to the table .Bij het evalueren van creatief werk speelt **subjectiviteit** een belangrijke rol, omdat elke kijker zijn eigen ervaringen en gevoelens meebrengt.

Sluiten

Inloggen

premise

[zelfstandig naamwoord]

a theory or statement that acts as the foundation of an argument

premisse, postulaat

Ex: The legal case was built on the premise that the defendant had breached the contract intentionally .De rechtszaak was gebaseerd op de **premisse** dat de verdachte opzettelijk het contract had geschonden.

Sluiten

Inloggen

reasoning

[zelfstandig naamwoord]

the act of rational and logical thinking about something

redenering, logica

Ex: Effective reasoning is essential in solving complex problems and making informed decisions .Effectieve **redenering** is essentieel voor het oplossen van complexe problemen en het nemen van geïnformeerde beslissingen.

Sluiten

Inloggen

say

[zelfstandig naamwoord]

the right or chance to give an opinion about something

stem, inspraak

Ex: In a democratic society , citizens have a say in how they are governed through voting and public discourse .In een democratische samenleving hebben burgers **inspraak** in hoe ze worden bestuurd door middel van stemmen en openbaar debat.

Sluiten

Inloggen

to have second thoughts

[Zinsdeel]

to start doubting a decision and begin to wonder whether it is the right or best thing to do

Ex: The team was about to implement a new strategy, but they had second thoughts when they considered the potential risks.

Sluiten

Inloggen

voice

[zelfstandig naamwoord]

the right to give an opinion on something

stem, recht van meningsuiting

Ex: Online forums and discussion boards allow individuals from diverse backgrounds to share their voices and engage in meaningful dialogue on important topics .Online forums en discussieborden stellen individuen uit diverse achtergronden in staat om hun **stemmen** te delen en deel te nemen aan zinvolle dialoog over belangrijke onderwerpen.

Sluiten

Inloggen

solidarity

[zelfstandig naamwoord]

the support given by the members of a group to each other because of sharing the same opinions, feelings, goals, etc.

solidariteit

Ex: The team members expressed solidarity with their captain , supporting her decision to retire .De teamleden toonden **solidariteit** met hun aanvoerder door haar besluit om met pensioen te gaan te steunen.

Sluiten

Inloggen

C1 Woordenlijst

LanGeek app downloaden

Langeek

C1 Woordenlijst - Dialoog en Discours