pattern

Geavanceerde Woordenschat voor de TOEFL - Landbouw en vegetatie

Hier leer je enkele Engelse woorden over landbouw en vegetatie, zoals "arable", "croft", "silage", etc., die nodig zijn voor het TOEFL-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Advanced Words Needed for TOEFL
arable
[bijvoeglijk naamwoord]

having the capacity to be used to grow crops

akkerbouw, geschikt voor bebouwing

akkerbouw, geschikt voor bebouwing

Ex: Arable farming requires land that is suitable for growing crops .**Bouwland** vereist land dat geschikt is voor het verbouwen van gewassen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fallow
[bijvoeglijk naamwoord]

(of farmland) not used for growing crops for a period of time, especially for the quality of the soil to improve

braak, onbebouwd

braak, onbebouwd

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
coniferous
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to trees with hard and dry fruits called cones and needle-shaped leaves

conifeer, naaldboomachtig

conifeer, naaldboomachtig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deciduous
[bijvoeglijk naamwoord]

(of plants) annually losing leaves

bladverliezend

bladverliezend

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to fodder
[werkwoord]

to feed farm animals with any agricultural foodstuff that is specifically for domesticated livestock

voeren, voedsel geven

voeren, voedsel geven

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to irrigate
[werkwoord]

to supply crops, land, etc. with water, typically by artificial means

irrigeren, beregenen

irrigeren, beregenen

Ex: He irrigates the vegetable garden with a hose and sprinkler attachment .Hij **irrigeert** de moestuin met een slang en een sproeierbevestiging.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to sprout
[werkwoord]

(of a seed or plant) to begin growing

ontkiemen, spruiten

ontkiemen, spruiten

Ex: Don't be surprised to see pumpkin seeds sprout in the compost pile under the right conditions.Wees niet verbaasd om pompoenpitten te zien **ontkiemen** in de composthoop onder de juiste omstandigheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blight
[zelfstandig naamwoord]

any disease that causes a plant to wither and eventually dies

verwelking, plantenziekte

verwelking, plantenziekte

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
croft
[zelfstandig naamwoord]

a small rented farm around a house or the house itself, especially in Scotland

een kleine gehuurde boerderij rond een huis of het huis zelf,  vooral in Schotland

een kleine gehuurde boerderij rond een huis of het huis zelf, vooral in Schotland

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cultivator
[zelfstandig naamwoord]

a piece of mechanical equipment used to break up the soil and remove weeds from the ground

cultivator, grondfrees

cultivator, grondfrees

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hedgerow
[zelfstandig naamwoord]

a line of shrubs, bushes, or small trees that are planted along the edge of a field or road, especially in the UK

haag, rij struiken

haag, rij struiken

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
homestead
[zelfstandig naamwoord]

a house, especially a farmhouse, with the land and buildings surrounding it

boerderij, hoeve

boerderij, hoeve

Ex: In the distance , the lights of the homestead twinkled in the twilight , welcoming weary travelers with promises of warmth and hospitality .In de verte twinkelden de lichten van de **boerderij** in de schemering en verwelkomden vermoeide reizigers met beloften van warmte en gastvrijheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
husbandry
[zelfstandig naamwoord]

the practice of cultivating and breeding crops and animals and taking care of them

landbouw, veeteelt

landbouw, veeteelt

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
manure
[zelfstandig naamwoord]

solid waste from animals spread on a piece of land to help plants and crops grow healthier and stronger

mest, dierlijke mest

mest, dierlijke mest

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pasture
[zelfstandig naamwoord]

a field covered with grass or similar herbs suitable for animals to graze on

weide, grasland

weide, grasland

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
reaper
[zelfstandig naamwoord]

a person who gathers the harvest on a farm

maaier, oogster

maaier, oogster

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rustler
[zelfstandig naamwoord]

someone who steals farm animals

veedief, veerovertrekker

veedief, veerovertrekker

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
silage
[zelfstandig naamwoord]

grass or other green crops that are harvested and stored without being dried to be fed to animals in winter

kuilvoer, ingekuild gras

kuilvoer, ingekuild gras

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sprinkler
[zelfstandig naamwoord]

a small device with holes that is put on the end of a hose, used for watering soil or lawns; a piece of equipment that is utilized in case a building is on fire

sproeier, sprinkler

sproeier, sprinkler

Ex: She adjusted the sprinkler so it could reach the far corner of the yard .Ze stelde de **sproeier** bij zodat hij de verre hoek van de tuin kon bereiken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vintage
[zelfstandig naamwoord]

the grapes harvested or wine produced in a specific year or season

oogst, jaargang

oogst, jaargang

Ex: They compared the flavors of different vintages to understand how weather impacts wine production .Ze vergeleken de smaken van verschillende **jaargangen** om te begrijpen hoe het weer de wijnproductie beïnvloedt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
botany
[zelfstandig naamwoord]

the scientific study of plants, their structure, genetics, classification, etc.

plantkunde

plantkunde

Ex: The university offers a degree in botany with specializations in various plant sciences .De universiteit biedt een graad in **plantkunde** met specialisaties in verschillende plantenwetenschappen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
biennial
[zelfstandig naamwoord]

a plant that lives for two years and in its second year produces seeds and flowers

tweejarige plant, biennale

tweejarige plant, biennale

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bough
[zelfstandig naamwoord]

a major branch of a tree

tak, boomtak

tak, boomtak

Ex: A bird ’s nest was tucked in a high bough, hidden from view .Een vogelnest was verstopt in een hoge **tak**, uit het zicht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bramble
[zelfstandig naamwoord]

a thorny shrub of the rose family on which blackberries grow

braamstruik, doornstruik

braamstruik, doornstruik

Ex: The bramble bushes along the hiking trail were filled with ripe dewberries.De **braamstruiken** langs het wandelpad zaten vol met rijpe braambessen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
foliage
[zelfstandig naamwoord]

a plant or tree's branches and leaves collectively

loof, vegetatie

loof, vegetatie

Ex: In autumn , the foliage of the trees turns brilliant shades of red and orange .In de herfst verandert **het gebladerte** van de bomen in schitterende tinten rood en oranje.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sapling
[zelfstandig naamwoord]

a small and young tree

jonge boom, zaailing

jonge boom, zaailing

Ex: The sapling grew quickly with plenty of sunlight and nutrients .De **jonge boom** groeide snel met veel zonlicht en voedingsstoffen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chlorophyll
[zelfstandig naamwoord]

a green pigment found in all green plants and cyanobacteria that is responsible for the absorption of the sunlight needed for the photosynthesis process

chlorofyl, groen pigment

chlorofyl, groen pigment

Ex: Algae and cyanobacteria also contain chlorophyll, allowing them to carry out oxygenic photosynthesis .Algen en cyanobacteriën bevatten ook **chlorofyl**, waardoor ze zuurstofrijke fotosynthese kunnen uitvoeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
aspen
[zelfstandig naamwoord]

a tree of the poplar family, with leaves that move even in the breeze

esp, ratelpopulier

esp, ratelpopulier

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
banyan
[zelfstandig naamwoord]

a South Asian fig tree that can grow new trunks and roots from its branch

banyan, banyanboom

banyan, banyanboom

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
beech
[zelfstandig naamwoord]

a large forest tree with a smooth grey trunk, shiny leaves, and small nuts

beuk, beukenboom

beuk, beukenboom

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
buttercup
[zelfstandig naamwoord]

a wild plant with cup-shaped flowers that are small, bright, and yellow

boterbloem, gouden knop

boterbloem, gouden knop

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
carnation
[zelfstandig naamwoord]

a type of Dianthus often bright-colored and used for formal occasions

anjer, de anjerbloem

anjer, de anjerbloem

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cedar
[zelfstandig naamwoord]

a tall evergreen tree from the conifer family that has wide spreading branches

ceder, cederboom

ceder, cederboom

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
clover
[zelfstandig naamwoord]

a small wild plant of the pea family usually with three round leaves, often pink, purple, or white

klaver, witte klaver

klaver, witte klaver

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cypress
[zelfstandig naamwoord]

a type of evergreen conifer tree with small rounded woody cones

cipres, gewone cipres

cipres, gewone cipres

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dandelion
[zelfstandig naamwoord]

a small plant of the daisy family with a yellow flower that turns into a fluffy white ball of seeds

paardenbloem, leeuwentand

paardenbloem, leeuwentand

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
elm
[zelfstandig naamwoord]

a type of tall deciduous tree with rough serrated leaves

iep, olm

iep, olm

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hibiscus
[zelfstandig naamwoord]

a tropical plant of the mallow family that has large and brightly colored flowers

hibiscus, hibiscusbloem

hibiscus, hibiscusbloem

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
iris
[zelfstandig naamwoord]

a plant with long narrow leaves and large yellow or purple flowers

iris, lis

iris, lis

Ex: Van Gogh 's famous painting "Irises" captures the essence of these elegant flowers , portraying their graceful form and vivid colors with artistic flair .Van Goghs beroemde schilderij "**Iris**" vangt de essentie van deze elegante bloemen, en portretteert hun sierlijke vorm en levendige kleuren met artistieke flair.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mimosa
[zelfstandig naamwoord]

a plant whose leaves droop when touched

mimosa, gevoelige plant

mimosa, gevoelige plant

Ex: The mimosa shrub is known for its ability to thrive in sandy soils and coastal climates , making it a popular choice for seaside gardens .De **mimosa**-struik staat bekend om zijn vermogen om te gedijen in zandgronden en kustklimaten, wat hem een populaire keuze maakt voor tuinen aan zee.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Geavanceerde Woordenschat voor de TOEFL
LanGeek
LanGeek app downloaden