pattern

Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7) - Technology

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot technologie die nodig zijn voor het academische IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Vocabulary for Academic IELTS (6-7)
gadget
[zelfstandig naamwoord]

a mechanical tool or an electronic device that is useful for doing something

gadget, apparaat

gadget, apparaat

Ex: This multi-tool gadget includes a knife , screwdriver , and bottle opener , perfect for camping trips .Dit multi-tool **gadget** bevat een mes, een schroevendraaier en een flesopener, perfect voor kampeertrips.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
flash drive
[zelfstandig naamwoord]

a small device used for storing data or transferring data between electronic devices

USB-stick, flashdrive

USB-stick, flashdrive

Ex: The IT department distributed flash drives to employees for backing up their work files and documents .De IT-afdeling heeft **usb-sticks** uitgedeeld aan medewerkers om hun werkbestanden en documenten te back-uppen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artificial intelligence
[zelfstandig naamwoord]

a field of science that deals with creating programs able to learn or copy human behavior

kunstmatige intelligentie, KI

kunstmatige intelligentie, KI

Ex: AI systems learn from large datasets to improve their performance.**Kunstmatige intelligentie** systemen leren van grote datasets om hun prestaties te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
virtual reality
[zelfstandig naamwoord]

an artificial environment generated by a computer that makes the user think what they are seeing or hearing is real, by using a special headphone and a helmet that displays the generated environment

virtuele realiteit, virtuele wereld

virtuele realiteit, virtuele wereld

Ex: Engineers use virtual reality to visualize their designs .Ingenieurs gebruiken **virtuele realiteit** om hun ontwerpen te visualiseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cybersecurity
[zelfstandig naamwoord]

the practice of protecting computer systems, networks, and data from theft, damage, or unauthorized access

cyberbeveiliging, informatiebeveiliging

cyberbeveiliging, informatiebeveiliging

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
machine learning
[zelfstandig naamwoord]

a branch of artificial intelligence where computers learn how to perform specific operations without previous instructions

machine learning, automatisch leren

machine learning, automatisch leren

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

a satellite system that shows a place, thing, or person's exact position using signals

Ex: The GPS provided real-time updates on her location.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
user interface
[zelfstandig naamwoord]

the visual elements and interactive components of a software application or digital device that users interact with

gebruikersinterface, mens-machine-interface

gebruikersinterface, mens-machine-interface

Ex: E-commerce platforms focus on optimizing the UI to streamline the shopping process and encourage user interactions.E-commerceplatforms richten zich op het optimaliseren van de **gebruikersinterface** om het winkelproces te stroomlijnen en gebruikersinteracties aan te moedigen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
microchip
[zelfstandig naamwoord]

a small piece of material that is a semiconductor, used to make an integrated circuit

microchip, chip

microchip, chip

Ex: The new microchip design promises faster processing speeds .Het nieuwe **microchip**-ontwerp belooft snellere verwerkingssnelheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
wireless
[zelfstandig naamwoord]

a device used for receiving and amplifying radio signals

draadloos, radio

draadloos, radio

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
telecommunication
[zelfstandig naamwoord]

the transmission of information, data, or messages over a distance through the use of electronic or optical signals, media, and technologies

telecommunicatie

telecommunicatie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
backup
[zelfstandig naamwoord]

(computing) a copy of computer data that can be used to restore lost or damaged data

back-up, reservekopie

back-up, reservekopie

Ex: The external hard drive serves as a backup for important documents and photos , providing peace of mind in case of emergencies .De externe harde schijf fungeert als **back-up** voor belangrijke documenten en foto's, wat gemoedsrust biedt in geval van nood.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to scan
[werkwoord]

(of a computer program) to examine applications or digital files in order to detect any viruses or malware

scannen, controleren

scannen, controleren

Ex: She scanned the USB drive before inserting it into her computer to prevent malware infection .Ze **scande** de USB-stick voordat ze deze in haar computer stopte om malware-infectie te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to scroll
[werkwoord]

to move what is being displayed on a computer or smartphone screen up or down to see different parts of it

scrollen, bladeren

scrollen, bladeren

Ex: She scrolled through her social media feed to catch up on the latest news .Ze **scrollde** door haar sociale media-feed om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to encode
[werkwoord]

to transform data into a coded form

coderen, versleutelen

coderen, versleutelen

Ex: In digital communication , data is often encoded before transmission for error detection and correction .In digitale communicatie worden gegevens vaak **gecodeerd** vóór verzending voor foutdetectie en -correctie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to synchronize
[werkwoord]

to make sure that different devices or systems operate together smoothly by coordinating their timing, data, or operations

synchroniseren, coördineren

synchroniseren, coördineren

Ex: The team used a shared calendar to synchronize their schedules for the project .Het team gebruikte een gedeelde agenda om hun schema's voor het project te **synchroniseren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to plug in
[werkwoord]

to connect something to an electrical port

inpluggen, aansluiten

inpluggen, aansluiten

Ex: The laptop battery was running low, so she had to plug it in to continue working.De laptopbatterij was bijna leeg, dus moest ze hem **inpluggen** om door te kunnen werken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to restore
[werkwoord]

to return a technological system or data to its previous state or condition, often from a backup

herstellen, terugzetten

herstellen, terugzetten

Ex: Restoring the website to its pre-hack state required a thorough security check.Het **herstellen** van de website naar de staat voor de hack vereiste een grondige beveiligingscontrole.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to resize
[werkwoord]

to change the size of something

grootte aanpassen, van grootte veranderen

grootte aanpassen, van grootte veranderen

Ex: While editing , she was continuously resizing the layout to improve visual appeal .Tijdens het bewerken was ze continu de lay-out aan het **herschalen** om de visuele aantrekkingskracht te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to develop
[werkwoord]

to create or refine software, applications, or systems through coding and design processes

ontwikkelen, maken

ontwikkelen, maken

Ex: After gathering user feedback , the developers worked to develop updates and enhancements to the existing software .Na het verzamelen van gebruikersfeedback werkten de ontwikkelaars aan het **ontwikkelen** van updates en verbeteringen voor de bestaande software.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to program
[werkwoord]

to write a set of codes in order to make a computer or a machine perform a particular task

programmeren

programmeren

Ex: The developer programmed the website to display dynamic content based on user interactions .De ontwikkelaar heeft de website zo **geprogrammeerd** dat deze dynamische inhoud toont op basis van gebruikersinteracties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to debug
[werkwoord]

(computing) to detect and remove faults in a software

debuggen, fouten oplossen

debuggen, fouten oplossen

Ex: The software crashed , and the technician had to debug the system to restore it .De software crashte, en de technicus moest het systeem **debuggen** om het te herstellen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to code
[werkwoord]

to write a computer program using specific instructions

coderen, programmeren

coderen, programmeren

Ex: The team coded a database management system to organize information efficiently .Het team heeft een databasebeheersysteem **gecodeerd** om informatie efficiënt te organiseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to compute
[werkwoord]

to calculate or determine a value using mathematical operations

berekenen, computeren

berekenen, computeren

Ex: The team computed the amount of materials needed for the construction .Het team **berekende** de hoeveelheid materialen die nodig is voor de bouw.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to encrypt
[werkwoord]

to convert data or information into a coded form, mainly to prevent unauthorized access

versleutelen, coderen

versleutelen, coderen

Ex: The government encrypts classified documents to prevent unauthorized disclosure .De overheid **versleutelt** geheime documenten om ongeoorloofde openbaarmaking te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to decrypt
[werkwoord]

to convert encrypted or coded information back into its original, readable form using a decryption key or algorithm

decoderen, ontcijferen

decoderen, ontcijferen

Ex: Encrypted hard drives protect sensitive data , and users must decrypt the drive using a passphrase or key before accessing its contents .**Versleutelde** harde schijven beschermen gevoelige gegevens, en gebruikers moeten de schijf **ontsleutelen** met een wachtwoord of sleutel voordat ze toegang hebben tot de inhoud.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7)
LanGeek
LanGeek app downloaden