Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7) - Finance

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot Financiën die nodig zijn voor het academische IELTS-examen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

revenue

[zelfstandig naamwoord]

the total income generated from business activities or other sources

inkomsten, omzet

Ex: The restaurant 's revenue increased during the holiday season .De **omzet** van het restaurant steeg tijdens het vakantieseizoen.

Sluiten

Inloggen

account

[zelfstandig naamwoord]

a record or statement of financial transactions, typically detailing debits, credits, and balances

rekening, afschrift

Ex: The bank reconciled the customer 's account to ensure it matched their records .De bank verzoende de **rekening** van de klant om ervoor te zorgen dat deze overeenkwam met hun gegevens.

Sluiten

Inloggen

acquisition

[zelfstandig naamwoord]

the act of buying or obtaining something, especially something that is valuable

verwerving, verkrijging

Ex: The government approved the acquisition of land for the construction of a new highway .De regering keurde de **verwerving** van grond voor de aanleg van een nieuwe snelweg goed.

Sluiten

Inloggen

divestment

[zelfstandig naamwoord]

the process of selling off assets, subsidiaries, or investments, often for strategic, ethical, or financial reasons

desinvestering, verkoop van activa

Sluiten

Inloggen

assets

[zelfstandig naamwoord]

the total amount of money or properties owned by a company or an individual

activa, bezittingen

Sluiten

Inloggen

audit

[zelfstandig naamwoord]

a formal inspection of a business's financial records to see if they are correct and accurate or not

audit, financiële inspectie

Ex: The IRS conducted a tax audit to verify the accuracy of the individual 's tax returns .De IRS voerde een belasting**controle** uit om de nauwkeurigheid van de belastingaangiften van het individu te verifiëren.

Sluiten

Inloggen

bonus

[zelfstandig naamwoord]

the extra money that we get, besides our salary, as a reward

bonus, premie

Ex: With her end-of-year bonus, she bought a new car .Met haar **bonus** aan het einde van het jaar kocht ze een nieuwe auto.

Sluiten

Inloggen

credit

[zelfstandig naamwoord]

an entry recording an increase in assets or a decrease in liabilities in an accounting system, typically on the right side of a ledger account

credit, tegoed

Ex: The decrease in prepaid expenses was entered as a credit in the prepaid expenses account .De afname van vooruitbetaalde kosten werd geboekt als een **credit** op de rekening voor vooruitbetaalde kosten.

Sluiten

Inloggen

index

[zelfstandig naamwoord]

a system that provides the amount of prices, costs, etc. so that one can compare them with their previous value

index, indicator

Ex: The company 's performance index showed steady growth in sales and profitability over the last quarter .De prestatie**index** van het bedrijf toonde een gestage groei in verkopen en winstgevendheid in het laatste kwartaal.

Sluiten

Inloggen

insolvency

[zelfstandig naamwoord]

the state or condition of not having enough money to pay one's debts

insolventie, faillissement

Sluiten

Inloggen

solvency

[zelfstandig naamwoord]

the ability of an entity to meet its long-term financial obligations

solvabiliteit, betalingscapaciteit

Sluiten

Inloggen

bankruptcy

[zelfstandig naamwoord]

a situation in which a person or business is unable to pay due debts

faillissement, bankroet

Ex: The risk of bankruptcy increased as the market conditions worsened .Het risico op **faillissement** nam toe naarmate de marktomstandigheden verslechterden.

Sluiten

Inloggen

mortgage

[zelfstandig naamwoord]

an official contract or arrangement by which a bank gives money to someone as a loan to buy a house and the person agrees to repay the loan over a specified period, usually with interest

hypotheek, hypothecaire lening

Ex: Failure to make mortgage payments on time can lead to foreclosure , where the lender repossesses the property .Het niet tijdig betalen van **hypotheekbetalingen** kan leiden tot executie, waarbij de geldschieter het pand weer in bezit neemt.

Sluiten

Inloggen

shareholder

[zelfstandig naamwoord]

a natural or legal person that owns at least one share in a company

aandeelhouder, aandelenbezitter

Sluiten

Inloggen

stock

[zelfstandig naamwoord]

the funds acquired by a company or corporation through the issuance and purchase of shares

aandelen, kapitaal

Ex: The company 's strong financial performance led to an increase in the stock's market price .De sterke financiële prestaties van het bedrijf leidden tot een stijging van de marktprijs van het **aandeel**.

Sluiten

Inloggen

banking

[zelfstandig naamwoord]

the management and handling of financial matters or transactions

bankwezen, bankensector

Ex: The firm hired a seasoned professional to oversee its banking and financial operations .Het bedrijf huurde een ervaren professional in om toezicht te houden op haar **bank**- en financiële activiteiten.

Sluiten

Inloggen

holding

[zelfstandig naamwoord]

ivestments, securities, and assets held by an individual or entity for financial gain or future use

portefeuille, bezit

Ex: The university endowment 's holding includes stakes in private equity and venture capital funds .Het **bezit** van de universitaire schenking omvat belangen in private equity- en durfkapitaalfondsen.

Sluiten

Inloggen

portfolio

[zelfstandig naamwoord]

a group of shares that a person or organization owns

portefeuille, investeringsportefeuille

Ex: Building a strong portfolio requires careful analysis and strategic asset allocation .Het opbouwen van een sterk **portfolio** vereist een zorgvuldige analyse en strategische activatoewijzing.

Sluiten

Inloggen

recession

[zelfstandig naamwoord]

a hard time in a country's economy characterized by a reduction in employment, production, and trade

recessie

Ex: Economists predicted that the recession would last for several quarters before signs of recovery would emerge .Economen voorspelden dat de **recessie** meerdere kwartalen zou duren voordat tekenen van herstel zouden verschijnen.

Sluiten

Inloggen

yield

[zelfstandig naamwoord]

an amount of profit gained from an investment or business

opbrengst, winst

Ex: The stock portfolio showed a steady yield, generating consistent profits for the shareholders .Het aandelenportefeuille toonde een stabiel **rendement**, wat consistente winsten opleverde voor de aandeelhouders.

Sluiten

Inloggen

accountancy

[zelfstandig naamwoord]

an accountant's profession or tasks

accountancy

Ex: The conference focused on the latest trends and developments in international accountancy standards .De conferentie richtte zich op de nieuwste trends en ontwikkelingen in internationale **accountancy**normen.

Sluiten

Inloggen

cost cutting

[zelfstandig naamwoord]

the practice of reducing expenses or overhead in order to increase profitability or save money

kostenbesparing, kostenverlaging

Ex: The government agency implemented budget cuts as part of its cost cutting strategy .De overheidsinstantie voerde bezuinigingen door als onderdeel van haar **kostenbesparende** strategie.

Sluiten

Inloggen

Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7)

LanGeek app downloaden

Langeek

Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7) - Finance