pattern

Woordenschat voor IELTS (Basis) - Taal en grammatica

Hier leert u enkele Engelse woorden over taal en grammatica, zoals "artikel", "determinant", "afkorting", enz. die nodig zijn voor het IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words for Basic IELTS
abbreviation

the shortened form of a word, etc.

verkorte vorm van een woord of zin

verkorte vorm van een woord of zin

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
active voice

(grammar) the voice in which the subject is the agent that does the action of the verb

actieve stem

actieve stem

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
adverbial

(grammar) a word or phrase that adds more information to another word in sense of time, manner, degree or cause

bijwoordelijke bepaling

bijwoordelijke bepaling

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
apostrophe

the symbol ' used in writing to show possession or omission of letters or numbers

apostrof

apostrof

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
article

(grammar) any type of determiner that shows whether we are referring to a particular thing or a general example of something

gebruikt om te bepalen of een zelfstandig naamwoord bekend of onbekend is

gebruikt om te bepalen of een zelfstandig naamwoord bekend of onbekend is

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
auxiliary verb

a verb that is used with other verbs to indicate tense, voice, etc., such as do, have, and be

helpen werkwoord

helpen werkwoord

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
clause

(grammar) a group of words that contains a subject and a verb and functions as a unit within a sentence

een deel van een zin met een onderwerp en een gezegde

een deel van een zin met een onderwerp en een gezegde

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
conjunction

(grammar) a word such as and, because, but, and or that connects phrases, sentences, or words

gebruikt om woorden, zinsdelen of clausules in een zin met elkaar te verbinden

gebruikt om woorden, zinsdelen of clausules in een zin met elkaar te verbinden

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
contraction

a short form of a word or a group of words used instead of the full form

samentrekking

samentrekking

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
determiner

(grammar) a word coming before a noun or noun phrase to specify its denotation

bepaler

bepaler

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
exclamation mark

the symbol ! that marks an interjection, which is a word or phrase indicating surprise, anger, excitement, etc.

uitroepteken

uitroepteken

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
grammatical

connected to the rules or the study of grammar

grammaticaal

grammaticaal

Google Translate
[bijvoeglijk naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
imperative verb

(grammar) a verb or verb phrase that expresses an order to do something

imperatief werkwoord

imperatief werkwoord

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
intonation

(phonetics) the rising and falling of the voice when speaking

intonatie (fonetiek)

intonatie (fonetiek)

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
intransitive verb

(grammar) a verb without a direct object

intransitief werkwoord

intransitief werkwoord

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
transitive verb

(grammar) a verb that needs a direct object

transitief werkwoord

transitief werkwoord

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
part of speech

(grammar) any of the grammatical classes that words are categorized into, based on their usage in a sentence

woordsoort

woordsoort

Google Translate
[Zinsdeel]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
passive voice

(in grammar) the form of a verb used when the grammatical subject is affected by the action of the verb, rather than performing it

lijdende vorm

lijdende vorm

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
period

the symbol . used to mark the end of a sentence or an abbreviation

periode

periode

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
prefix

(grammar) a letter or a set of letters that are added to the beginning of a word to alter its meaning and make a new word

voorvoegsel

voorvoegsel

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
suffix

(grammar) a letter or a set of letters that are added to the end of a word to alter its meaning and make a new word

achtervoegsel

achtervoegsel

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
reflexive

(grammar) describing a word that indicates that the action of the verb affects the agent performing it

reflexief

reflexief

Google Translate
[bijvoeglijk naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
relative

(grammar) referring to a noun, clause or sentence that has come before

familielid

familielid

Google Translate
[bijvoeglijk naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
to quote

to say the exact sentence or group of words someone else used in a movie, book, etc.

citeren

citeren

Google Translate
[werkwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
proper noun

(grammar) the name of a place, person, country, etc. with its first letter capitalized

eigen naam

eigen naam

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
common noun

(grammar) a noun that refers to an object or a concept in a category but not to a specific one

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
quotation mark

either of the symbols " " or ' ' used before and after a word or words to indicate the beginning and the end of a title or quoted remark, or to mark a jargon

aanhalingsteken

aanhalingsteken

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
object

(grammar) a noun or noun phrase that is affected by the action of the verb, or is followed by a preposition

[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
abstract noun

(grammar) a noun that denotes a general quality or an idea, rather than a physical object or real world event

abstract zelfstandig naamwoord

abstract zelfstandig naamwoord

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
accent

an emphasis given to a particular syllable of a word, part of a sentence, or note in a set of musical notes

accent

accent

Google Translate
[zelfstandig naamwoord]
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictionary link
LanGeek
LanGeek app downloaden