Boek English File – Elementair - Les 9A

breakfast [zelfstandig naamwoord]

the first meal we have in the early hours of the day

ontbijt

Ex: Breakfast plays an important role as it provides the body with the necessary energy and nutrients to start the day .

Het ontbijt speelt een belangrijke rol omdat het het lichaam de nodige energie en voedingsstoffen geeft om de dag te beginnen.

bread [zelfstandig naamwoord]

a type of food made from flour, water and usually yeast mixed together and baked

brood

Ex: I toasted a slice of bread and spread peanut butter on it for breakfast .

Ik heb een sneetje brood geroosterd en er pindakaas op gesmeerd voor het ontbijt.

butter [zelfstandig naamwoord]

a soft, yellow food made from cream that we spread on bread or use in cooking

boter

Ex: Butter is a key ingredient in making flaky and delicious pie crusts .

Boter is een belangrijk ingrediënt voor het maken van flinterdunne en heerlijke taartbodems.

cereal [zelfstandig naamwoord]

food made from grain, eaten with milk particularly in the morning

ontbijtgranen

Ex: She enjoys having a bowl of cereal with milk and fresh fruit for breakfast every morning .

Ze geniet elke ochtend van een kom ontbijtgranen met melk en vers fruit als ontbijt.

cheese [zelfstandig naamwoord]

a soft or hard food made from milk that is usually yellow or white in color

kaas

Ex: Blue cheese crumbles are a tasty addition to burgers or salads.

Blauwe kaas kruimels zijn een smakelijke toevoeging aan burgers of salades.

coffee [zelfstandig naamwoord]

a drink made by mixing hot water with crushed coffee beans, which is usually brown

koffie

Ex: He savored the aroma of freshly brewed coffee before taking his first sip .

Hij genoot van de geur van versgezette koffie voordat hij zijn eerste slok nam.

egg [zelfstandig naamwoord]

an oval or round thing that is produced by a chicken and can be used for food

ei

Ex: Can you help me crack the eggs for the cake batter?

Kun je me helpen de eieren te breken voor het cakebeslag ?

jam [zelfstandig naamwoord]

a thick, sweet substance we make by boiling fruit with sugar and often eat on bread

jam

Ex: Can you pass me the jar of raspberry jam , please ?

Kun je me het potje frambozenjam aangeven, alsjeblieft?

orange juice [zelfstandig naamwoord]

a liquid beverage made from the extraction of juice from oranges, often consumed as a refreshing drink

sinaasappelsap

Ex: She drank a glass of orange juice every morning with her breakfast .

Ze dronk elke ochtend een glas sinaasappelsap bij haar ontbijt.

milk [zelfstandig naamwoord]

the white liquid we get from cows, sheep, or goats that we drink and use for making cheese, butter, etc.

melk

Ex: Consuming milk can help maintain healthy skin due to the presence of vitamin A.

Het consumeren van melk kan helpen om een gezonde huid te behouden vanwege de aanwezigheid van vitamine A.

sugar [zelfstandig naamwoord]

a sweet white or brown substance that is obtained from plants and used to make food and drinks sweet

suiker

Ex: A drizzle of sugar syrup over pancakes or waffles adds a delightful sweetness to breakfast.

Een scheutje suikerstroop over pannenkoeken of wafels voegt een heerlijke zoetheid toe aan het ontbijt.

tea [zelfstandig naamwoord]

a drink we make by soaking dried tea leaves in hot water

thee

Ex: He added a splash of milk to his black tea for a creamy and smooth taste.

Hij voegde een scheutje melk toe aan zijn zwarte thee voor een romige en gladde smaak.

toast [zelfstandig naamwoord]

a slice of bread that is brown on both sides because it has been heated

toast

Ex: He eats his scrambled eggs with a side of toast .

Hij eet zijn roereieren met een sneetje toast.

lunch [zelfstandig naamwoord]

a meal we eat in the middle of the day

lunch

Ex: I made a Greek salad with feta cheese and olives for a healthy and flavorful lunch .

Ik heb een Griekse salade gemaakt met fetakaas en olijven voor een gezonde en smakelijke lunch.

dinner [zelfstandig naamwoord]

the main meal of the day that we usually eat in the evening

avondeten

Ex: For dinner , I cooked a delicious chicken stir-fry with vegetables .

Voor het avondeten heb ik een heerlijke kip roerbak met groenten gekookt.

fish [zelfstandig naamwoord]

an animal with a tail, gills and fins that lives in water

vis

Ex: My dad took me fishing, and we caught a big fish.

Mijn vader nam me mee vissen en we vingen een grote vis.

salmon [zelfstandig naamwoord]

a silver-colored fish often found in both freshwater and saltwater environments

zalm

Ex: The salmon leaped out of the rushing river , its scales flashing silver in the sunlight .

De zalm sprong uit de woeste rivier, zijn schubben flonkerend zilver in het zonlicht.

tuna [zelfstandig naamwoord]

a type of large fish that is found in warm seas

tonijn

Ex: She prepared a delicious salad topped with grilled tuna and a tangy vinaigrette dressing .

Ze bereidde een heerlijke salade met gegrilde tonijn en een pittige vinaigrette-dressing.

herb [zelfstandig naamwoord]

a plant with seeds, leaves, or flowers used for cooking or medicine, such as mint and parsley

kruid

Ex: I love the aroma of fresh herbs in my kitchen .

Ik hou van de geur van verse kruiden in mijn keuken.

meat [zelfstandig naamwoord]

the flesh of animals and birds that we can eat as food

vlees

Ex: Grilled chicken breast is a lean and flavorful meat option for a healthy dinner .

Gegrilde kipfilet is een magere en smaakvolle vlees optie voor een gezond diner.

chicken [zelfstandig naamwoord]

the flesh of a chicken that we use as food

kip

Ex: He grilled a juicy chicken breast for his dinner.

Hij grilde een sappige kipfilet voor zijn diner.

sausage [zelfstandig naamwoord]

‌a mixture of meat, bread, etc. cut into small pieces and put into a long tube of skin, typically sold raw to be cooked before eating

worst

Ex: He enjoys a sausage sandwich for his lunch .

Hij geniet van een worstbroodje voor zijn lunch.

steak [zelfstandig naamwoord]

a large piece of meat or fish cut into thick slices

biefstuk

Ex: She seasoned the steak with salt and pepper before grilling it to perfection on the barbecue .

ham [zelfstandig naamwoord]

a type of meat cut from a pig's thigh, usually smoked or salted

ham

Ex: He diced the leftover ham and used it to make a flavorful fried rice .

Hij sneed de overgebleven ham in blokjes en gebruikte deze om een smakelijke gebakken rijst te maken.

olive oil [zelfstandig naamwoord]

an oil that is pale yellow or green, made from olives, and often used in salads or for cooking

olijfolie

Ex: As the sun set , the family gathered around the table to enjoy a fresh salad drizzled with olive oil .

Toen de zon onderging, verzamelde de familie zich rond de tafel om te genieten van een verse salade besprenkeld met olijfolie.

pasta [zelfstandig naamwoord]

an Italian food that is a mixture of flour, water, and at times eggs formed it into different shapes, typically eaten with a sauce when cooked

pasta

Ex: She cooked a delicious pasta dish with marinara sauce and fresh basil for dinner .

Ze kookte een heerlijk pasta-gerecht met marinara-saus en verse basilicum voor het avondeten.

rice [zelfstandig naamwoord]

a small and short grain that is white or brown and usually grown and eaten a lot in Asia

rijst

Ex: I prefer brown rice over white rice for its nutritional benefits.

Ik geef de voorkeur aan bruine rijst boven witte rijst vanwege de voedingsvoordelen.

salad [zelfstandig naamwoord]

a mixture of usually raw vegetables, like lettuce, tomato, and cucumber, with a type of sauce and sometimes meat

salade

Ex: I like to have a refreshing green salad with my lunch.

Ik hou ervan om een verfrissende groene salade bij mijn lunch te hebben.

seafood [zelfstandig naamwoord]

any sea creature that is eaten as food such as fish, shrimp, seaweed, and shellfish

zeevruchten

Ex: She 's a seafood aficionado , specializing in preparing sushi and sashimi at home .

Ze is een liefhebber van zeevruchten, gespecialiseerd in het bereiden van sushi en sashimi thuis.

spice [zelfstandig naamwoord]

a type of dried plant with a pleasant smell used to add taste or color to the food

kruid

Ex: Cinnamon is a versatile spice that can be used in both sweet and savory dishes .

Kaneel is een veelzijdig kruid dat zowel in zoete als hartige gerechten kan worden gebruikt.

vegetable [zelfstandig naamwoord]

a plant or a part of it that we can eat either raw or cooked

groente

Ex: Fresh vegetables like tomatoes , cucumbers , and lettuce make a delicious salad .

Verse groenten zoals tomaten, komkommers en sla maken een heerlijke salade.

carrot [zelfstandig naamwoord]

a long orange vegetable that grows beneath the ground and is eaten cooked or raw

wortel

Ex: He pretended the carrot was a microphone and sang a silly song in front of the mirror .

Hij deed alsof de wortel een microfoon was en zong een dom liedje voor de spiegel.

chips [zelfstandig naamwoord]

thin slices of potato that are fried or baked until crispy and eaten as a snack

chips

Ex: She opened a bag of chips to go with her sandwich at lunch .

Ze opende een zak chips om bij haar sandwich te eten tijdens de lunch.

French fries [zelfstandig naamwoord]

long thin pieces of potato cooked in hot oil

friet

Ex: At the restaurant, they serve French fries with a special dipping sauce.

In het restaurant serveren ze friet met een speciale dipsaus.

lettuce [zelfstandig naamwoord]

the leaves of the plant lettuce that are used in salads

sla

mushroom [zelfstandig naamwoord]

any fungus with a short stem and a round top that we can eat

paddestoel

Ex: He likes his sandwich with fresh lettuce , tomato , and mushrooms .

Hij houdt van zijn sandwich met verse sla, tomaat en paddenstoelen.

onion [zelfstandig naamwoord]

a round vegetable with many layers and a strong smell and taste

ui

Ex: I added chopped green onions to my Asian-inspired noodle dish.

Ik heb gesnipperde groene uien toegevoegd aan mijn Aziatisch geïnspireerde noedelgerecht.

pea [zelfstandig naamwoord]

a green seed, eaten as a vegetable

erwt

Ex: He carefully harvested the ripe peas , ensuring not to damage the delicate pods .

Hij oogstte voorzichtig de rijpe erwten, zorgend dat hij de delicate peulen niet beschadigde.

pepper [zelfstandig naamwoord]

a powder made from dried peppercorn that is added to food to make it spicy

peper

Ex: As a chef , I always make sure to have freshly ground pepper on hand to elevate the flavors of my dishes .

Als chef zorg ik er altijd voor dat ik versgemalen peper bij de hand heb om de smaken van mijn gerechten te versterken.

potato [zelfstandig naamwoord]

a round vegetable that grows beneath the ground, has light brown skin, and is used cooked or fried

aardappel

Ex: He used leftover mashed potatoes to make cheesy potato croquettes .

Hij gebruikte overgebleven aardappelpuree om kaasachtige aardappelkroketten te maken.

tomato [zelfstandig naamwoord]

a soft and round fruit that is red and is used a lot in salads and many other foods

tomaat

Ex: He made a tomato and avocado salad with a zesty lemon dressing .

Hij maakte een salade van tomaat en avocado met een pittige citroendressing.

fruit [zelfstandig naamwoord]

something we can eat that grows on trees, plants, or bushes

fruit

Ex: For a refreshing summer treat , try blending frozen fruit , like bananas and berries , into a creamy smoothie .

Voor een verfrissende zomerse traktatie, probeer bevroren fruit, zoals bananen en bessen, te blenden tot een romige smoothie.

apple [zelfstandig naamwoord]

a fruit that is round and has thin yellow, red, or green skin

appel

Ex: Can you please pass me that shiny red apple ?

Kunt u mij die glanzende rode appel aangeven?

banana [zelfstandig naamwoord]

a soft fruit that is long and curved and has hard yellow skin

banaan

Ex: Bananas are my go-to ingredient for making a creamy and delicious smoothie in the morning .

Bananen zijn mijn favoriete ingrediënt om 's ochtends een romige en heerlijke smoothie te maken.

orange [bijvoeglijk naamwoord]

having the color of carrots or pumpkins

oranje

Ex: He ate an orange carrot for a snack .

Hij at een oranje wortel als tussendoortje.

pineapple [zelfstandig naamwoord]

a sweet large and tropical fruit that has brown skin, pointy leaves, and yellow flesh which is very juicy

ananas

Ex: Drinking pineapple juice is a tasty way to boost your immune system.

Ananassap drinken is een smakelijke manier om je immuunsysteem een boost te geven.

strawberry [zelfstandig naamwoord]

a soft, red juicy fruit with small seeds on its surface

aardbei

Ex: I enjoy picking strawberries at the local farm during strawberry season .

Ik geniet ervan om aardbeien te plukken op de lokale boerderij tijdens het aardbeienseizoen.

dessert [zelfstandig naamwoord]

‌sweet food eaten after the main dish

nagerecht

Ex: He whipped up a batch of brownies as a quick dessert .

Hij maakte snel een batch brownies als nagerecht.

cake [zelfstandig naamwoord]

a sweet food we make by mixing flour, butter or oil, sugar, eggs and other ingredients, then baking it in an oven

taart

Ex: He baked a gluten-free almond cake for his friend with dietary restrictions .

Hij bakte een glutenvrije amandel-taart voor zijn vriend met dieetbeperkingen.

fruit salad [zelfstandig naamwoord]

a type of dish consisting of a mixture of chopped fruits

fruitsalade

Ex: She prepared a refreshing fruit salad with a colorful assortment of sliced strawberries , kiwi , pineapple , and grapes .

Ze bereidde een verfrissende fruit salade met een kleurrijke assortiment van gesneden aardbeien, kiwi, ananas en druiven.

ice cream [zelfstandig naamwoord]

a sweet and cold dessert that is made from a mixture of milk, cream, sugar, and various flavorings

ijs

Ex: I accidentally dropped my ice cream cone on the ground, and it melted.

Ik liet per ongeluk mijn ijsje vallen op de grond, en het smolt.

snack [zelfstandig naamwoord]

a small meal that is usually eaten between the main meals or when there is not much time for cooking

snack

Ex: At the party , there were many snacks to choose from .

Op het feest waren er veel snacks om uit te kiezen.

biscuit [zelfstandig naamwoord]

a soft cake that is small and round

biscuit

Ex: She baked a batch of warm biscuits to serve with her homemade strawberry jam .

Ze bakte een partij warme koekjes om te serveren met haar zelfgemaakte aardbeienjam.

chocolate [zelfstandig naamwoord]

a food prepared from roasted, ground cacao beans

Ex: The cake was adorned with chocolate shavings , making it irresistible to chocolate lovers .

crisp [zelfstandig naamwoord]

a thin, round piece of potato, cooked in hot oil and eaten cold as a snack

chip

Ex: She snacked on a few crisps while waiting for dinner to cook .

Ze snoepte van wat chips terwijl ze wachtte tot het avondeten gaar was.

nut [zelfstandig naamwoord]

a small fruit with a seed inside a hard shell that grows on some trees

noot

Ex: Almonds are a type of nut that 's high in healthy fats and protein .

Amandelen zijn een soort noot die rijk is aan gezonde vetten en eiwitten.

sandwich [zelfstandig naamwoord]

two pieces of bread with cheese, meat, etc. between them

sandwich

Ex: I like to add pickles and mustard to my ham sandwich.

Ik voeg graag augurken en mosterd toe aan mijn sandwich met ham.

sweet [bijvoeglijk naamwoord]

containing sugar or having a taste that is like sugar

zoet

Ex: He likes the sweet taste of fresh strawberries .

Hij houdt van de zoete smaak van verse aardbeien.

food [zelfstandig naamwoord]

things that people and animals eat, such as meat or vegetables

eten

Ex: He enjoyed trying new foods while traveling abroad .

Hij genoot ervan om nieuwe voedingsmiddelen te proberen tijdens het reizen in het buitenland.

to drink [werkwoord]

to put water, coffee, or other type of liquid inside of our body through our mouth

drinken

Ex: He prefers to drink hot chocolate in the winter , not in the summer .

Hij geeft er de voorkeur aan om in de winter warme chocolade te drinken, niet in de zomer.

pizza [zelfstandig naamwoord]

an Italian food made with thin flat round bread, baked with a topping of tomatoes and cheese, usually with meat, fish, or vegetables

pizza

Ex: I added mushrooms , onions , and bell peppers as toppings on my pizza .

Ik heb champignons, uien en paprika's als toppings op mijn pizza gedaan.

mineral water [zelfstandig naamwoord]

water from underground that contains minerals and gasses, usually bottled and sold

mineraalwater

Ex: She preferred to drink mineral water for its natural purity and mineral content .

Ze gaf de voorkeur aan het drinken van mineraalwater vanwege de natuurlijke zuiverheid en het mineraalgehalte.

Boek English File – Elementair
Les 1A	Les 1B	Les 1C	Praktisch Engels Aflevering 1
Les 2A	Les 2B	Les 2C	Les 3A
Les 3B	Les 3C	Les 4A	Les 4B
Les 4C	Les 5A	Les 5B	Les 5C
Praktisch Engels Aflevering 3	Les 6A	Les 6B	Les 6C
Les 7A	Les 7C	Praktisch Engels Aflevering 4	Les 8A
Les 8B	Les 8C	Les 9A	Les 9B
Les 9C	Praktisch Engels Aflevering 5	Les 10A	Les 10B
Les 10C	Les 11A	Les 11B	Les 11C
Praktisch Engels Aflevering 6	Les 12A	Les 12B