B2 Woordenlijst - Religion

Hier leer je enkele Engelse woorden over religie, zoals "atheïsme", "christen", "jood" etc., voorbereid voor B2-leerders.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

altar

[zelfstandig naamwoord]

the table in a church, used for giving communion in Christianity

altaar, communietafel

Ex: The priest placed the chalice and paten on the altar before the Eucharistic celebration .De priester plaatste de kelk en de pateen op het **altaar** voor de eucharistieviering.

Sluiten

Inloggen

cross

[zelfstandig naamwoord]

a representation of the structure on which Jesus Christ was executed, used as a symbol of Christianity

kruis, kruisbeeld

Ex: The cross is an important symbol in Christian religious ceremonies .Het **kruis** is een belangrijk symbool in christelijke religieuze ceremonies.

Sluiten

Inloggen

atheism

[zelfstandig naamwoord]

the belief that rejects the existence of God or a higher power

atheïsme, ongeloof in een hogere macht

Ex: Atheism often sparks discussions about the nature of existence .**Atheïsme** leidt vaak tot discussies over de aard van het bestaan.

Sluiten

Inloggen

Buddhism

[zelfstandig naamwoord]

an Indian religion based on the teachings of Siddhartha Gautama, whose followers worship in temples

boeddhisme, boeddhistische religie

Ex: Buddhism has a rich history of art and architecture , including famous statues of the Buddha .Het **boeddhisme** heeft een rijke geschiedenis van kunst en architectuur, inclusief beroemde beelden van de Boeddha.

Sluiten

Inloggen

Christian

[zelfstandig naamwoord]

a person who believes in the teachings of Jesus or has been baptized

christen

Ex: Many Christians gather on Sundays for worship and fellowship.Veel **christenen** komen op zondag samen voor aanbidding en gemeenschap.

Sluiten

Inloggen

Christianity

[zelfstandig naamwoord]

the Abrahamic religion based on the teachings of Jesus of Nazareth, the followers of which regard the Bible as sacred

christendom

Ex: Christianity teaches the importance of love , forgiveness , and compassion for others .Het **christendom** leert het belang van liefde, vergeving en mededogen voor anderen.

Sluiten

Inloggen

Hindu

[zelfstandig naamwoord]

a person who believes in Hinduism

hindoe, aanhanger van het hindoeïsme

Ex: He explored his identity as a Hindu by studying ancient texts like the Vedas .Hij onderzocht zijn identiteit als **hindoe** door oude teksten zoals de Veda's te bestuderen.

Sluiten

Inloggen

Jew

[zelfstandig naamwoord]

a person who believes in Judaism and belongs to the Jewish community

Jood, Israëliet

Ex: The synagogue served as a central place of worship for local Jews.De synagoge diende als een centrale plaats van aanbidding voor lokale **Joden**.

Sluiten

Inloggen

Jewish

[bijvoeglijk naamwoord]

related to the religion, culture, or people of Judaism

Joods, gerelateerd aan het jodendom

Ex: Many Jewish families celebrate Hanukkah by lighting a menorah and exchanging gifts .Veel **Joodse** families vieren Chanoeka door een menora aan te steken en geschenken uit te wisselen.

Sluiten

Inloggen

Muslim

[zelfstandig naamwoord]

a person who believes in Islam

Moslim, Moslima

Ex: The Quran serves as the holy book for Muslims, guiding their beliefs and practices.De Koran dient als het heilige boek voor **moslims**, leidt hun overtuigingen en praktijken.

Sluiten

Inloggen

pagan

[zelfstandig naamwoord]

a person believing in a religion that worships many deities, especially one that existed before the major world religions

heiden, polytheïst

Ex: The community of pagans gathered to share traditions and rituals .De gemeenschap van **heidenen** kwam bijeen om tradities en rituelen te delen.

Sluiten

Inloggen

the Lord

[zelfstandig naamwoord]

God, particularly in Christian, Jewish, and Islamic traditions, signifying authority and divine power

Heer, God

Ex: The sermon focused on the attributes of the Lord and how they influence the lives of the faithful.De preek richtte zich op de eigenschappen van de **Heer** en hoe ze het leven van de gelovigen beïnvloeden.

Sluiten

Inloggen

Bible

[zelfstandig naamwoord]

the holy book of Christianity that consists of the Old Testament and the New Testament

de Bijbel, de Heilige Schrift

Ex: The Bible has been translated into numerous languages, making it accessible to many.**De Bijbel** is in talloze talen vertaald, waardoor hij voor velen toegankelijk is.

Sluiten

Inloggen

Gospel

[zelfstandig naamwoord]

any of the four books of the New Testament that is about the life and teachings of Jesus Christ

Evangelie, Evangelie volgens Matteüs

Ex: The Gospel of Matthew includes the Sermon on the Mount .**Het Evangelie** volgens Matteüs omvat de Bergrede.

Sluiten

Inloggen

heaven

[zelfstandig naamwoord]

the realm of God and angels where the believers are promised to reside

hemel, paradijs

Ex: Legends speak of a paradise known as heaven, reserved for the righteous .Legenden spreken van een paradijs dat bekend staat als **hemel**, bestemd voor de rechtvaardigen.

Sluiten

Inloggen

hell

[zelfstandig naamwoord]

the realm of Satan and the evil forces in which sinners suffer after death eternally

hel, vagevuur

Ex: The teachings often emphasize the importance of repentance to avoid hell.De leringen benadrukken vaak het belang van berouw om de **hel** te vermijden.

Sluiten

Inloggen

sin

[zelfstandig naamwoord]

any act that goes against the law of God

zonde

Ex: The concept of sin often plays a central role in discussions of morality .Het concept van **zonde** speelt vaak een centrale rol in discussies over moraliteit.

Sluiten

Inloggen

vice

[zelfstandig naamwoord]

any immoral act that is against the law of God

ondeugd, zonde

Ex: She sought guidance to overcome her vices and live a more fulfilling life .Ze zocht begeleiding om haar **ondeugden** te overwinnen en een vervullender leven te leiden.

Sluiten

Inloggen

grace

[zelfstandig naamwoord]

a state of being blessed by God

genade, zegen

Ex: She expressed her gratitude for the grace that had been bestowed upon her family .Ze uitte haar dankbaarheid voor de **genade** die aan haar familie was verleend.

Sluiten

Inloggen

pride

[zelfstandig naamwoord]

the quality of having excessive self-esteem that is considered a sin in religious beliefs

trots, hoogmoed

Ex: Her pride made it difficult for her to accept constructive criticism .Haar **trots** maakte het moeilijk voor haar om constructieve kritiek te accepteren.

Sluiten

Inloggen

greed

[zelfstandig naamwoord]

an intense and selfish desire for something such as power and wealth

hebzucht, gierigheid

Ex: Overcoming greed requires cultivating a mindset of contentment and generosity .Het overwinnen van **hebzucht** vereist het cultiveren van een mentaliteit van tevredenheid en vrijgevigheid.

Sluiten

Inloggen

lust

[zelfstandig naamwoord]

the excessive desire for having sexual affairs considered to be a sin

lust, begeerte

Ex: Lust can sometimes lead to impulsive decisions that one might regret later .**Lust** kan soms leiden tot impulsieve beslissingen waar men later spijt van kan krijgen.

Sluiten

Inloggen

envy

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of dissatisfaction, unhappiness, or anger that one might have as a result of wanting what others have

afgunst

Ex: Overcoming envy involves appreciating one 's own strengths and accomplishments rather than comparing oneself to others .**Afgunst** overwinnen houdt in dat je je eigen sterke punten en prestaties waardeert in plaats van jezelf met anderen te vergelijken.

Sluiten

Inloggen

laziness

[zelfstandig naamwoord]

the state of being inactive or doing nothing considered to be a sin

luiheid

Ex: Laziness is often seen as a barrier to achieving personal goals.**Luiheid** wordt vaak gezien als een belemmering om persoonlijke doelen te bereiken.

Sluiten

Inloggen

to confess

[werkwoord]

to admit one's faults and sins in front of a priest

biechten, bekennen

Ex: She felt a sense of relief after choosing to confess her sins .Ze voelde een gevoel van opluchting nadat ze ervoor koos om haar zonden te **biechten**.

Sluiten

Inloggen

to convert

[werkwoord]

to change one's religious beliefs to a different one

bekeeren, van religie veranderen

Ex: Following a period of spiritual awakening , Emily made the decision to convert to Judaism .Na een periode van spiritueel ontwaken, nam Emily de beslissing om zich tot het jodendom te **bekeren**.

Sluiten

Inloggen

to forgive

[werkwoord]

to stop being angry or blaming someone for what they have done, and to choose not to punish them for their mistakes or flaws

vergeven, verontschuldigen

Ex: Last year, the family forgave their relative for past wrongs.Vorig jaar heeft de familie hun familielid **vergeven** voor fouten uit het verleden.

Sluiten

Inloggen

to trust

[werkwoord]

to believe that someone is sincere, reliable, or competent

vertrouwen, geloven

Ex: I trust him because he has never let me down .Ik **vertrouw** hem omdat hij me nog nooit in de steek heeft gelaten.

Sluiten

Inloggen

devil

[zelfstandig naamwoord]

the spirit that opposes God and tempts people to do wrong

duivel, demon

Ex: Some cultures have festivals where they symbolically chase away the devil to bring good fortune .Sommige culturen hebben festivals waar ze symbolisch de **duivel** verjagen om geluk te brengen.

Sluiten

Inloggen

prophet

[zelfstandig naamwoord]

a person who speaks to God and leads people to do right things

profeet, boodschapper

Ex: Her interest in prophets led her to explore various religious texts.Haar interesse in **profeten** leidde ertoe dat ze verschillende religieuze teksten ging verkennen.

Sluiten

Inloggen

minister

[zelfstandig naamwoord]

a trained individual who performs religious ceremonies, leads worship services, or provides spiritual guidance

minister, predikant

Ex: The minister's role extends beyond the pulpit to pastoral care and community outreach .De rol van de **minister** strekt zich uit buiten de preekstoel tot pastorale zorg en gemeenschapsbereik.

Sluiten

Inloggen

service

[zelfstandig naamwoord]

a religious ceremony of worship following a particular form, especially one held in a church

dienst, religieuze ceremonie

Ex: He volunteered to help with the music during the church service.Hij bood zich vrijwillig aan om te helpen met de muziek tijdens de kerkdienst.

Sluiten

Inloggen

soul

[zelfstandig naamwoord]

the spiritual part of a person that is believed to be the essence of life in them

ziel

Ex: The haunting melody of the song seemed to touch the very soul of everyone who heard it .De aangrijpende melodie van het lied leek de **ziel** te raken van iedereen die het hoorde.

Sluiten

Inloggen

spiritual

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to sacred matters such as religion, church, etc.

spiritueel, religieus

Ex: The community gathered for a spiritual ceremony to honor their ancestors .De gemeenschap kwam bijeen voor een **spirituele** ceremonie om hun voorouders te eren.

Sluiten

Inloggen

grave

[zelfstandig naamwoord]

a hole made in the ground for burying a dead body in

graf, grafkelder

Ex: She placed flowers on her mother 's grave every year on her birthday .Ze plaatste elk jaar bloemen op het **graf** van haar moeder op haar verjaardag.

Sluiten

Inloggen

godchild

[zelfstandig naamwoord]

(Christianity) a child to whom at a baptism ceremony a godparent promises to help take care of and teach them about the religion

peetkind, doopkind

Ex: She cherished the relationship she had with her godchild, sharing many experiences .Ze koesterde de relatie die ze had met haar **peetkind**, waarbij ze veel ervaringen deelde.

Sluiten

Inloggen

devout

[bijvoeglijk naamwoord]

believing firmly in a particular religion

vroom, godvruchtig

Ex: Despite facing challenges, he remains devout in his commitment to Islam, praying faithfully five times a day.Ondanks uitdagingen blijft hij **vroom** in zijn toewijding aan de islam, vijf keer per dag trouw biddend.

Sluiten

Inloggen

godfather

[zelfstandig naamwoord]

(Christianity) a man who promises to take care of a child and teach them about the religion at a baptism ceremony

peetvader, doopvader

Ex: She valued the guidance and wisdom her godfather shared over the years .Ze waardeerde de begeleiding en wijsheid die haar **peetvader** door de jaren heen had gedeeld.

Sluiten

Inloggen

godmother

[zelfstandig naamwoord]

(Christianity) a woman who, during a baptism ceremony, promises to take care of a child and teach them about the religion

peetmoeder, doopmoeder

Ex: He appreciated his godmother's guidance throughout his life .Hij waardeerde de begeleiding van zijn **peetmoeder** gedurende zijn hele leven.

Sluiten

Inloggen

karma

[zelfstandig naamwoord]

a belief that one will get the reward or face the consequences of one's good or bad actions

karma, lot

Ex: Understanding karma helps people make ethical choices and cultivate positive virtues .Het begrijpen van **karma** helpt mensen om ethische keuzes te maken en positieve deugden te cultiveren.

Sluiten

Inloggen

B2 Woordenlijst

LanGeek app downloaden

Langeek

B2 Woordenlijst - Religion