pattern

C1 Woordenlijst - Health

Hier leer je enkele Engelse woorden over gezondheid, zoals "abortus", "kruk", "remedie", enz., voorbereid voor C1-leerders.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
CEFR C1 Vocabulary
antiseptic
[zelfstandig naamwoord]

a substance that prevents infection when applied to a wound, especially by killing bacteria

antisepticum, desinfectiemiddel

antisepticum, desinfectiemiddel

Ex: The doctor recommended using an antiseptic mouthwash to maintain oral hygiene.De arts beval aan om een **antiseptisch** mondwater te gebruiken om de mondhygiëne te behouden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
abortion
[zelfstandig naamwoord]

the intentional ending of a pregnancy, often done during the early stages

abortus

abortus

Ex: The medical team discussed the risks and benefits of abortion procedures with the patient before she made her decision .Het medische team besprak de risico's en voordelen van **abortus**procedures met de patiënt voordat ze haar beslissing nam.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
anesthetic
[zelfstandig naamwoord]

a type of drug that makes the whole or part of the body unable to feel pain when administered

verdovingsmiddel

verdovingsmiddel

Ex: Some patients experience temporary numbness or tingling at the injection site after receiving an anesthetic.Sommige patiënten ervaren tijdelijke gevoelloosheid of tintelingen op de injectieplaats na ontvangst van een **verdovingsmiddel**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blood type
[zelfstandig naamwoord]

any of the types into which human blood is divided

bloedgroep, bloedtype

bloedgroep, bloedtype

Ex: A child 's blood type is determined by the combination of their parents ' blood types, following specific genetic rules .De **bloedgroep** van een kind wordt bepaald door de combinatie van de bloedgroepen van zijn ouders, volgens specifieke genetische regels.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
thermometer
[zelfstandig naamwoord]

a device used to measure a person's body temperature to assess for fever or abnormal temperature

thermometer

thermometer

Ex: The chef used a candy thermometer to monitor the temperature of the caramel sauce as it cooked.De chef gebruikte een **thermometer** voor snoep om de temperatuur van de karamelsaus tijdens het koken te controleren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crutch
[zelfstandig naamwoord]

one of a pair of sticks that people with movement difficulties put under their arms to help them walk or stand

kruk

kruk

Ex: He leaned heavily on his crutch as he made his way down the hospital corridor , recovering from surgery .Hij leunde zwaar op zijn **kruk** terwijl hij door de ziekenhuisgang liep, herstellend van een operatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
healing
[zelfstandig naamwoord]

the process of becoming healthy again after an injury or illness

genezing, herstel

genezing, herstel

Ex: Physical therapy plays a crucial role in facilitating the healing of sports injuries .Fysiotherapie speelt een cruciale rol bij het vergemakkelijken van **genezing** van sportblessures.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hospitalization
[zelfstandig naamwoord]

the fact of being placed in a hospital for medical treatment

hospitalisatie, verblijf in het ziekenhuis

hospitalisatie, verblijf in het ziekenhuis

Ex: The hospital provided excellent care during her hospitalization, ensuring she received round-the-clock attention .Het ziekenhuis verzorgde uitstekende zorg tijdens haar **opname**, waardoor ze 24 uur per dag aandacht kreeg.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
informed consent
[zelfstandig naamwoord]

permission given by a patient to receive a particular treatment, informed of all the possible consequences and risks

geïnformeerde toestemming, geïnformeerde instemming

geïnformeerde toestemming, geïnformeerde instemming

Ex: Informed consent is a fundamental principle in medical ethics , ensuring patients have sufficient information to make informed decisions about their healthcare .**Geïnformeerde toestemming** is een fundamenteel principe in de medische ethiek, dat ervoor zorgt dat patiënten voldoende informatie hebben om geïnformeerde beslissingen te nemen over hun gezondheidszorg.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
injection
[zelfstandig naamwoord]

the action of putting a drug into a person's body using a syringe

injectie,  prik

injectie, prik

Ex: The athlete received a pain-relieving injection before the game to manage a recurring injury .De atleet kreeg voor de wedstrijd een pijnstillende **injectie** om een terugkerend letsel te beheersen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
placebo
[zelfstandig naamwoord]

a medicine without any physiological effect that is given to a control group in an experiment to measure the effectiveness of a new drug or to patients who think they need medicine when in reality they do not

placebo, placebomedicijn

placebo, placebomedicijn

Ex: Placebo-controlled studies help researchers determine if the observed effects of a new treatment are due to the medication's pharmacological properties or psychological factors.**Placebo**-gecontroleerde studies helpen onderzoekers te bepalen of de waargenomen effecten van een nieuwe behandeling te wijten zijn aan de farmacologische eigenschappen van het medicijn of aan psychologische factoren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
remedy
[zelfstandig naamwoord]

a treatment or medicine for a disease or to reduce pain that is not severe

middel

middel

Ex: The herbalist suggested a remedy made from chamomile and lavender to promote relaxation and sleep .De kruidkundige stelde een **middel** voor gemaakt van kamille en lavendel om ontspanning en slaap te bevorderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
specimen
[zelfstandig naamwoord]

a small amount of something such as urine, blood, etc. that is taken for examination

monster, staal

monster, staal

Ex: A blood specimen was sent to the laboratory for testing to determine the patient 's cholesterol levels .Een bloed**monster** werd naar het laboratorium gestuurd voor onderzoek om het cholesterolgehalte van de patiënt te bepalen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nose job
[zelfstandig naamwoord]

a surgical procedure performed on someone's nose that changes its appearance to make it look more attractive

neuscorrectie, neusoperatie

neuscorrectie, neusoperatie

Ex: Recovery from a nose job typically involves swelling and discomfort for the first few weeks .Herstel van een **neuscorrectie** omvat meestal zwelling en ongemak gedurende de eerste weken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
physician
[zelfstandig naamwoord]

a medical doctor who specializes in general medicine, not in surgery

arts, dokter in de geneeskunde

arts, dokter in de geneeskunde

Ex: The physician's bedside manner and communication skills are crucial in building trust with patients .De manier waarop de **arts** zich aan het bed gedraagt en zijn communicatieve vaardigheden zijn cruciaal voor het opbouwen van vertrouwen met patiënten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
caregiver
[zelfstandig naamwoord]

someone who looks after a child or an old, sick, or disabled person at home

verzorger, assistent

verzorger, assistent

Ex: The support group offers resources and advice for caregivers of individuals with Alzheimer 's disease .De steungroep biedt middelen en advies voor **verzorgers** van mensen met de ziekte van Alzheimer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stamina
[zelfstandig naamwoord]

the mental or physical strength that makes one continue doing something hard for a long time

uithoudingsvermogen, stamina

uithoudingsvermogen, stamina

Ex: The long hours of rehearsals tested the dancers ' stamina, but they delivered a flawless performance .De lange uren van repetities testten het **uithoudingsvermogen** van de dansers, maar zij leverden een vlekkeloze prestatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trauma
[zelfstandig naamwoord]

a medical condition of the mind caused by extreme shock, which could last for a very long time

trauma, emotionele shock

trauma, emotionele shock

Ex: Witnessing a natural disaster can leave survivors with lasting trauma and fear .Getuige zijn van een natuurramp kan overlevenden achterlaten met blijvend **trauma** en angst.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
breakdown
[zelfstandig naamwoord]

a condition in which a person becomes so anxious or depressed that they can no longer handle their everyday life

zenuwinstorting, nervous breakdown

zenuwinstorting, nervous breakdown

Ex: The intense academic pressure during finals week caused several students to suffer breakdowns.De intense academische druk tijdens de examenweek zorgde ervoor dat verschillende studenten **zenuwinzinkingen** kregen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to administer
[werkwoord]

to give someone medicine, drugs, etc.

toedienen, geven

toedienen, geven

Ex: The veterinarian skillfully administered the vaccine to the dog during its annual check-up .De dierenarts heeft tijdens de jaarlijkse controle vaardig het vaccin aan de hond **toegediend**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to cleanse
[werkwoord]

to completely clean something, particularly the skin

reinigen, zuiveren

reinigen, zuiveren

Ex: She regularly cleanses her face using a gentle cleanser before applying skincare products .Ze **reinigt** regelmatig haar gezicht met een milde reiniger voordat ze huidverzorgingsproducten aanbrengt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to diagnose
[werkwoord]

to find out the cause of a problem or disease that a person has by examining the symptoms

diagnosticeren, vaststellen van de oorzaak

diagnosticeren, vaststellen van de oorzaak

Ex: Experts often diagnose conditions based on observable symptoms .Experts **diagnosticeren** vaak aandoeningen op basis van waarneembare symptomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to vaccinate
[werkwoord]

to protect a person or an animal against a disease by giving them a preventive shot against specific diseases

vaccineren

vaccineren

Ex: Before traveling abroad , it is advisable to visit a clinic to vaccinate against region-specific infections .Voor een reis naar het buitenland is het aan te raden een kliniek te bezoeken om te **vaccineren** tegen infecties die specifiek zijn voor de regio.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to admit
[werkwoord]

(of a hospital) to take in a patient so that they can receive treatment

toelaten, opnemen in het ziekenhuis

toelaten, opnemen in het ziekenhuis

Ex: After a thorough examination , the hospital admitted her for further tests to determine the cause of her illness .Na een grondig onderzoek **heeft** het ziekenhuis **haar opgenomen** voor verdere tests om de oorzaak van haar ziekte te bepalen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to discharge
[werkwoord]

(of a wound or body part) to slowly release an infectious liquid, called pus

etteren, afscheiden

etteren, afscheiden

Ex: The wound care team regularly cleaned and dressed the wound to minimize the risk of it discharging pus .Het wondverzorgingsteam reinigde en verbond de wond regelmatig om het risico op **afscheiding** van pus te minimaliseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to immunize
[werkwoord]

to protect an animal or a person from a disease by vaccination

immuniseren, vaccineren

immuniseren, vaccineren

Ex: Veterinarians recommend pet owners to immunize their dogs and cats to prevent the spread of certain diseases .Dierenartsen raden huisdierbezitters aan om hun honden en katten te **vaccineren** om de verspreiding van bepaalde ziekten te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to stitch
[werkwoord]

to join the edges of a wound together by a thread and needle

hechten, naaien

hechten, naaien

Ex: He stitched the puncture wound on his hand after cleaning it thoroughly .Hij **naaide** de prikwond in zijn hand nadat hij deze grondig had schoongemaakt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to revive
[werkwoord]

to make a person become conscious again

reanimeren, weer bij bewustzijn brengen

reanimeren, weer bij bewustzijn brengen

Ex: The first aid instructor taught the class how to revive someone who has passed out due to low blood pressure .De EHBO-instructeur leerde de klas hoe iemand die is flauwgevallen door een lage bloeddruk te **reanimeren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to soothe
[werkwoord]

to reduce the severity of a pain

verzachten, kalmeren

verzachten, kalmeren

Ex: The cold compress soothes the pain and reduces swelling .De **koude kompres** verzacht de pijn en vermindert de zwelling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dumb
[bijvoeglijk naamwoord]

unable to speak

stom, doofstom

stom, doofstom

Ex: In historical contexts , the term "dumb" was often used to describe individuals with speech impairments or those who could not speak for various reasons .In historische contexten werd de term **"stom"** vaak gebruikt om individuen met spraakstoornissen of degenen die om verschillende redenen niet konden spreken te beschrijven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pharmaceutical
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the production, use, or sale of medicines

farmaceutisch, geneesmiddelen-

farmaceutisch, geneesmiddelen-

Ex: Doctors often rely on pharmaceutical interventions to manage various medical conditions .Artsen vertrouwen vaak op **farmaceutische** interventies om verschillende medische aandoeningen te beheren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deaf
[bijvoeglijk naamwoord]

partly or completely unable to hear

doof, slechthorend

doof, slechthorend

Ex: He learned to lip-read to better understand conversations as he grew increasingly deaf.Hij leerde liplezen om gesprekken beter te begrijpen toen hij steeds **dover** werd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hygiene
[zelfstandig naamwoord]

the steps one takes to promote health and avoid disease, particularly by cleaning things or being clean

hygiëne

hygiëne

Ex: Proper hygiene practices , such as covering your mouth when coughing , can help reduce the transmission of illnesses .Goede **hygiëne**-praktijken, zoals je mond bedekken bij hoesten, kunnen helpen de overdracht van ziekten te verminderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to glow
[werkwoord]

(of a person's face) to look lively and healthy, specifically as a result of training and exercising

stralen, gloeien

stralen, gloeien

Ex: Even during the toughest boot camp sessions , her face glowed with determination and focus .Zelfs tijdens de zwaarste boot campsessies **straalde** haar gezicht van vastberadenheid en focus.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blues
[zelfstandig naamwoord]

a feeling of sadness or depression, often mild and temporary

de blues, neerslachtigheid

de blues, neerslachtigheid

Ex: A case of the Monday blues made it hard to get out of bed .Een geval van maandag**blues** maakte het moeilijk om uit bed te komen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sighted
[bijvoeglijk naamwoord]

capable of seeing unlike a blind person

ziende, in staat om te zien

ziende, in staat om te zien

Ex: The lookout sighted enemy ships approaching the harbor and raised the alarm.De uitkijk **zag** vijandelijke schepen de haven naderen en sloeg alarm.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
consciousness
[zelfstandig naamwoord]

the state or quality of being awake and capable of perception, thought, and response

bewustzijn, waarneming

bewustzijn, waarneming

Ex: During surgery, anesthesia induces a temporary loss of consciousness to ensure painless procedures.Tijdens een operatie veroorzaakt anesthesie een tijdelijk verlies van **bewustzijn** om pijnloze procedures te garanderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
C1 Woordenlijst
LanGeek
LanGeek app downloaden