er vandoor gaan
Ik moest de feest verlaten omdat ik me niet goed voelde.
Here you will find slang for motion and departure, capturing terms used to describe movement, leaving, or heading out in casual conversation.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
er vandoor gaan
Ik moest de feest verlaten omdat ik me niet goed voelde.
ontwijken
Ik probeerde met hem te praten, maar hij ontweek me alsof ik er niet eens was.
spontaan
Ze heeft de presentatie ter plekke aangepast voordat de vergadering begon.
besluipen
Ze zijn gisteravond stiekem genaderd naar de rivaliserende bende.
er vandoor gaan
Hij is er vandoor gegaan toen de dingen ongemakkelijk werden.
er vandoor gaan
We zijn er vandoor gegaan voordat het feest afgelopen was.
langskomen
Aarzel niet om langs te komen op weg naar huis; ik zou graag even bijpraten.
er vandoor gaan
Geconfronteerd met onverwachte regen moesten de picknickers vluchten en onder nabijgelegen bomen schuilen.