Dagelijks leven - Motion & Departure

Here you will find slang for motion and departure, capturing terms used to describe movement, leaving, or heading out in casual conversation.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Dagelijks leven
to bail [werkwoord]
اجرا کردن

er vandoor gaan

Ex: I had to bail on the party because I was n't feeling well .

Ik moest de feest verlaten omdat ik me niet goed voelde.

to swerve [werkwoord]
اجرا کردن

ontwijken

Ex: I tried to talk to him , but he swerved me like I was n't even there .

Ik probeerde met hem te praten, maar hij ontweek me alsof ik er niet eens was.

on the fly [bijwoord]
اجرا کردن

spontaan

Ex: She fixed the presentation on the fly before the meeting started .

Ze heeft de presentatie ter plekke aangepast voordat de vergadering begon.

to roll up on [werkwoord]
اجرا کردن

besluipen

Ex:

Ze zijn gisteravond stiekem genaderd naar de rivaliserende bende.

to bag up [werkwoord]
اجرا کردن

in zakken doen

Ex:

Ik moet al mijn gereedschap inpakken.

to dip [werkwoord]
اجرا کردن

er vandoor gaan

Ex: He dipped when things got awkward .

Hij is er vandoor gegaan toen de dingen ongemakkelijk werden.

to bounce [werkwoord]
اجرا کردن

er vandoor gaan

Ex: We bounced before the party ended .

We zijn er vandoor gegaan voordat het feest afgelopen was.

to pull up [werkwoord]
اجرا کردن

langskomen

Ex: He pulled up outside my house .

Hij stopte voor mijn huis.

to drop in [werkwoord]
اجرا کردن

langskomen

Ex:

Aarzel niet om langs te komen op weg naar huis; ik zou graag even bijpraten.

to kick rocks [Zinsdeel]
اجرا کردن

to leave or go away, often used as a dismissive command

Ex:
to scram [werkwoord]
اجرا کردن

er vandoor gaan

Ex: Faced with unexpected rain , the picnic-goers had to scram and find shelter under nearby trees .

Geconfronteerd met onverwachte regen moesten de picknickers vluchten en onder nabijgelegen bomen schuilen.