pattern

Essentiële Woordenschat voor de TOEFL - De Computerwereld

Hier leer je enkele Engelse woorden over de computerwereld, zoals "hardware", "input", "crash", etc. die nodig zijn voor het TOEFL-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Essential Words Needed for TOEFL
software
[zelfstandig naamwoord]

the programs that a computer uses to perform specific tasks

software

software

Ex: He uses accounting software to keep track of his business finances .Hij gebruikt boekhoud-**software** om zijn bedrijfsfinanciën bij te houden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hardware
[zelfstandig naamwoord]

the physical and electronic parts of a computer or other similar system

hardware, fysieke onderdelen

hardware, fysieke onderdelen

Ex: He opened the computer case to examine the hardware inside .Hij opende de computerbehuizing om de **hardware** binnenin te onderzoeken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
operating system
[zelfstandig naamwoord]

the most fundamental software that manages a computer, cell phone, etc., hardware and provides a platform for running applications

besturingssysteem, OS

besturingssysteem, OS

Ex: He switched from a Linux operating system to a Windows one .Hij is overgestapt van een Linux-**besturingssysteem** naar een Windows-systeem.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
flash drive
[zelfstandig naamwoord]

a small device used for storing data or transferring data between electronic devices

USB-stick, flashdrive

USB-stick, flashdrive

Ex: The IT department distributed flash drives to employees for backing up their work files and documents .De IT-afdeling heeft **usb-sticks** uitgedeeld aan medewerkers om hun werkbestanden en documenten te back-uppen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to install
[werkwoord]

to add a piece of software to a computer system

installeren, plaatsen

installeren, plaatsen

Ex: The technician will install specialized accounting software to streamline financial processes .De technicus zal gespecialiseerde accountingsoftware **installeren** om financiële processen te stroomlijnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
input
[zelfstandig naamwoord]

(computing) the act of inserting information into a computer

invoer, input

invoer, input

Ex: The programmer gave input to the application by writing code that defines its behavior and functionality .De programmeur gaf **input** aan de applicatie door code te schrijven die het gedrag en de functionaliteit ervan definieert.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to load
[werkwoord]

to move data or a program from a local storage device into the memory of a computer

laden, overbrengen

laden, overbrengen

Ex: The graphic designer will load high-resolution images into the design software for a print project .De grafisch ontwerper zal afbeeldingen met hoge resolutie **laden** in de ontwerpsoftware voor een afdrukproject.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to refresh
[werkwoord]

(computing) to update a display, internet page, etc. and make the most recent information appear

verversen, bijwerken

verversen, bijwerken

Ex: Press F5 to refresh the page and view the updated results .Druk op F5 om de pagina te **verversen** en de bijgewerkte resultaten te bekijken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
server
[zelfstandig naamwoord]

a computer that gives other computers access to files and information in a network

server

server

Ex: IT upgraded the server to handle more user traffic .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
database
[zelfstandig naamwoord]

a large structure of data stored in a computer that makes accessing necessary information easier

database, databank

database, databank

Ex: The research project used a database to store and analyze large sets of experimental data , facilitating data-driven conclusions .Het onderzoeksproject gebruikte een **database** om grote sets experimentele gegevens op te slaan en te analyseren, wat data-gedreven conclusies vergemakkelijkte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
desktop
[zelfstandig naamwoord]

an area on a computer where the icons of programs are displayed

bureaublad, hoofdscherm

bureaublad, hoofdscherm

Ex: His desktop was cluttered with too many icons .Zijn **bureaublad** lag vol met te veel pictogrammen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cursor
[zelfstandig naamwoord]

a movable mark on a computer screen that indicates where the user is working

cursor, aanwijzer

cursor, aanwijzer

Ex: You can change the appearance of the cursor in the system settings .U kunt het uiterlijk van de **cursor** wijzigen in de systeeminstellingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to upgrade
[werkwoord]

to improve a machine, computer system, etc. in terms of efficiency, standards, etc.

verbeteren, upgraden

verbeteren, upgraden

Ex: The team has upgraded the website to improve user experience .Het team heeft de website **geüpgraded** om de gebruikerservaring te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
compatible
[bijvoeglijk naamwoord]

having the ability to work with different devices, machines, etc.

compatibel

compatibel

Ex: The new software update ensures that files created in the latest version are compatible with older versions of the program .De nieuwe software-update zorgt ervoor dat bestanden die in de nieuwste versie zijn gemaakt **compatibel** zijn met oudere versies van het programma.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to crash
[werkwoord]

(computing) to suddenly stop working

crashen, vastlopen

crashen, vastlopen

Ex: The website crashed under heavy traffic from a popular event , making it inaccessible to users .De website **crashte** onder het zware verkeer van een populair evenement, waardoor het ontoegankelijk werd voor gebruikers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
down
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a computer system) not working temporarily or properly

uitgeschakeld, niet werkend

uitgeschakeld, niet werkend

Ex: The cloud storage service was down, temporarily restricting access to stored files and documents.De cloudopslagdienst was **uitgeschakeld**, waardoor de toegang tot opgeslagen bestanden en documenten tijdelijk werd beperkt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to run
[werkwoord]

(of computer programs) to function and execute its tasks

draaien, uitvoeren

draaien, uitvoeren

Ex: As soon as you open the file , the program runs and displays the content without any delays .Zodra je het bestand opent, **draait** het programma en toont het de inhoud zonder vertraging.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to scroll
[werkwoord]

to move what is being displayed on a computer or smartphone screen up or down to see different parts of it

scrollen, bladeren

scrollen, bladeren

Ex: She scrolled through her social media feed to catch up on the latest news .Ze **scrollde** door haar sociale media-feed om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to cut
[werkwoord]

to remove part of a digital text in order to put it elsewhere

knippen, uitsnijden

knippen, uitsnijden

Ex: The student cut unnecessary details from the report to keep it within the word limit .De student heeft onnodige details uit het rapport **geknipt** om het binnen de woordlimiet te houden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
command
[zelfstandig naamwoord]

an instruction that tells a computer to perform a specific task or function

opdracht, instructie

opdracht, instructie

Ex: The command line allows you to access advanced features.De **opdrachtregel** geeft u toegang tot geavanceerde functies.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to code
[werkwoord]

to write a computer program using specific instructions

coderen, programmeren

coderen, programmeren

Ex: The team coded a database management system to organize information efficiently .Het team heeft een databasebeheersysteem **gecodeerd** om informatie efficiënt te organiseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to computerize
[werkwoord]

to use computers to perform a task or do a particular job

computeriseren, vercomputeriseren

computeriseren, vercomputeriseren

Ex: The restaurant has computerized its ordering system to speed up service and reduce wait times .Het restaurant heeft zijn bestelsysteem **gecomputeriseerd** om de service te versnellen en wachttijden te verminderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to back up
[werkwoord]

to make a copy of computer digital data

een back-up maken, een reservekopie maken

een back-up maken, een reservekopie maken

Ex: Remember to back up your important files regularly .Vergeet niet regelmatig een **back-up** te maken van je belangrijke bestanden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
data processing
[zelfstandig naamwoord]

a set of actions done on data by a computer to have a certain result

gegevensverwerking

gegevensverwerking

Ex: The course covers various techniques and methods used in data processing to prepare students for careers in data analytics and information management .De cursus behandelt verschillende technieken en methoden die worden gebruikt in **gegevensverwerking** om studenten voor te bereiden op carrières in data-analyse en informatiebeheer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artificial intelligence
[zelfstandig naamwoord]

a field of science that deals with creating programs able to learn or copy human behavior

kunstmatige intelligentie, KI

kunstmatige intelligentie, KI

Ex: AI systems learn from large datasets to improve their performance.**Kunstmatige intelligentie** systemen leren van grote datasets om hun prestaties te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
firewall
[zelfstandig naamwoord]

(computing) a computer program whose task is providing protection against cyber attacks by limiting outside access of data

firewall, brandmuur

firewall, brandmuur

Ex: During the network upgrade , the team tested the new firewall to ensure it effectively protected against potential attacks .Tijdens de netwerkupgrade testte het team de nieuwe **firewall** om ervoor te zorgen dat deze effectief beschermt tegen mogelijke aanvallen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
antivirus
[bijvoeglijk naamwoord]

having the ability to protect a system from viruses by finding and destroying them

antivirus

antivirus

Ex: The IT department installed antivirus software on all company computers to prevent malware infections.De IT-afdeling heeft **antivirus**software geïnstalleerd op alle bedrijfscomputers om malware-infecties te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
machine learning
[zelfstandig naamwoord]

a branch of artificial intelligence where computers learn how to perform specific operations without previous instructions

machine learning, automatisch leren

machine learning, automatisch leren

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
programming
[zelfstandig naamwoord]

the process of writing a computer program

programmeren

programmeren

Ex: The open-source community contributed to programming projects , sharing code and improving software collaboratively .De open-sourcegemeenschap droeg bij aan **programmeer**projecten, deelde code en verbeterde software op een collaboratieve manier.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to process
[werkwoord]

to handle and work with data by operating on them in a computer

verwerken, manipuleren

verwerken, manipuleren

Ex: The speech recognition software processed the audio input , converting spoken words into text .De spraakherkenningssoftware **verwerkte** de audio-invoer en zette gesproken woorden om in tekst.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
virtual reality
[zelfstandig naamwoord]

an artificial environment generated by a computer that makes the user think what they are seeing or hearing is real, by using a special headphone and a helmet that displays the generated environment

virtuele realiteit, virtuele wereld

virtuele realiteit, virtuele wereld

Ex: Engineers use virtual reality to visualize their designs .Ingenieurs gebruiken **virtuele realiteit** om hun ontwerpen te visualiseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
passcode
[zelfstandig naamwoord]

a specific group of letters, numbers, etc. that one needs to enter in order to access a computer or smartphone

toegangscode, wachtwoord

toegangscode, wachtwoord

Ex: She forgot her passcode and had to reset it to regain access to her tablet .Ze vergat haar **wachtwoord** en moest het opnieuw instellen om weer toegang te krijgen tot haar tablet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
application
[zelfstandig naamwoord]

a computer program designed to perform a specific task for a user

applicatie, programma

applicatie, programma

Ex: That application isn't compatible with older systems.Die **applicatie** is niet compatibel met oudere systemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
random-access memory
[zelfstandig naamwoord]

a type of computer memory tasked with temporarily storing data for a quicker access

willekeurig toegankelijk geheugen, RAM

willekeurig toegankelijk geheugen, RAM

Ex: Graphic designers benefit from ample RAM to work with large image files and render complex visual effects.Grafisch ontwerpers profiteren van voldoende **werkgeheugen** (RAM) om met grote beeldbestanden te werken en complexe visuele effecten te renderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
developer
[zelfstandig naamwoord]

a person or company that designs and produces applications, video games, etc.

ontwikkelaar, maker

ontwikkelaar, maker

Ex: The company hired a team of developers for their new platform .Het bedrijf heeft een team van **ontwikkelaars** ingehuurd voor hun nieuwe platform.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Essentiële Woordenschat voor de TOEFL
LanGeek
LanGeek app downloaden