pattern

C1 Woordenlijst - Bedrijf en Management

Hier leer je enkele Engelse woorden over bedrijf en management, zoals "overname", "factuur", "detailhandelaar", enz., voorbereid voor C1-leerders.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
CEFR C1 Vocabulary
acquisition
[zelfstandig naamwoord]

the act of buying or obtaining something, especially something that is valuable

verwerving,  verkrijging

verwerving, verkrijging

Ex: The government approved the acquisition of land for the construction of a new highway .De regering keurde de **verwerving** van grond voor de aanleg van een nieuwe snelweg goed.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Master of Business Administration
[zelfstandig naamwoord]

a second university degree in business management

Master of Business Administration, Master in Bedrijfskunde

Master of Business Administration, Master in Bedrijfskunde

Ex: The MBA curriculum includes courses in management, finance, accounting, and strategic planning.Het curriculum van de **Master of Business Administration** omvat cursussen in management, financiën, accounting en strategische planning.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
associate
[zelfstandig naamwoord]

a member of an organization with limited membership

geassocieerd lid, medewerker

geassocieerd lid, medewerker

Ex: Associates contribute to the organization through their expertise and participation in projects and initiatives .**Medewerkers** dragen bij aan de organisatie door hun expertise en deelname aan projecten en initiatieven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
retailer
[zelfstandig naamwoord]

a store, person, or business that sells goods to the public for their own use, not for resale

detailhandelaar, verkoper

detailhandelaar, verkoper

Ex: The retailer expanded its operations by opening new stores in different cities .De **detailhandelaar** breidde zijn activiteiten uit door nieuwe winkels te openen in verschillende steden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
commodity
[zelfstandig naamwoord]

(economics) an unprocessed material that can be traded in different exchanges or marketplaces

goed, grondstof

goed, grondstof

Ex: Investors often include commodities in their portfolios as a hedge against inflation and market volatility .Beleggers nemen vaak **grondstoffen** op in hun portefeuilles als bescherming tegen inflatie en marktvolatiliteit.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
merchandise
[zelfstandig naamwoord]

goods offered for sale or the ones bought or sold

goederen, producten

goederen, producten

Ex: She browsed through the merchandise at the souvenir shop , looking for gifts to bring back home .Ze bladerde door de **merchandise** in de souvenirwinkel, op zoek naar cadeaus om mee naar huis te nemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cooperative
[zelfstandig naamwoord]

an organization or business that is jointly owned and run by its members

coöperatie, coöperatieve vereniging

coöperatie, coöperatieve vereniging

Ex: The cooperative model allows small businesses to pool resources and compete more effectively in the market.Het **coöperatieve** model stelt kleine bedrijven in staat om middelen te bundelen en effectiever te concurreren op de markt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
audit
[zelfstandig naamwoord]

a formal inspection of a business's financial records to see if they are correct and accurate or not

audit, financiële inspectie

audit, financiële inspectie

Ex: The IRS conducted a tax audit to verify the accuracy of the individual 's tax returns .De IRS voerde een belasting**controle** uit om de nauwkeurigheid van de belastingaangiften van het individu te verifiëren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deficit
[zelfstandig naamwoord]

the difference between the needed amount that is higher than the available amount, especially money

tekort, gebrek

tekort, gebrek

Ex: The deficit in qualified personnel posed a challenge for the healthcare system .Het **tekort** aan gekwalificeerd personeel vormde een uitdaging voor het gezondheidssysteem.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
expenditure
[zelfstandig naamwoord]

the act of using money

uitgave, besteding

uitgave, besteding

Ex: Expenditure on research and development is essential for innovation and growth in the technology sector .**Uitgaven** aan onderzoek en ontwikkeling zijn essentieel voor innovatie en groei in de technologiesector.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
invoice
[zelfstandig naamwoord]

a list of goods or services received and their total cost

factuur, rekening

factuur, rekening

Ex: He reviewed the invoice for discrepancies before approving it for payment .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
margin
[zelfstandig naamwoord]

(business) the difference between the amount of money spent to buy or produce something and the amount of money gained from its sale

marge, winstmarge

marge, winstmarge

Ex: They adjusted their pricing strategy to improve their profit margin without compromising quality.Ze hebben hun prijsstrategie aangepast om hun winst**marge** te verbeteren zonder in te leveren op kwaliteit.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
turnover
[zelfstandig naamwoord]

the overall amount of profit made by a business or company over a specific period of time

omzet, verkoopvolume

omzet, verkoopvolume

Ex: They attributed the decline in turnover to changes in consumer behavior and increased competition .Ze schreven de daling van de **omzet** toe aan veranderingen in het consumentengedrag en toenemende concurrentie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
yield
[zelfstandig naamwoord]

an amount of profit gained from an investment or business

opbrengst, winst

opbrengst, winst

Ex: The stock portfolio showed a steady yield, generating consistent profits for the shareholders .Het aandelenportefeuille toonde een stabiel **rendement**, wat consistente winsten opleverde voor de aandeelhouders.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
enterprise
[zelfstandig naamwoord]

a company

onderneming, bedrijf

onderneming, bedrijf

Ex: The startup aims to disrupt the industry with its innovative enterprise solutions .Het startup-bedrijf wil de industrie verstoren met zijn innovatieve oplossingen voor **bedrijven**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
franchise
[zelfstandig naamwoord]

a permission granted to a person or group by a government or company that enables them to sell their services or products in a specific area

franchise, concessie

franchise, concessie

Ex: The franchise agreement outlined the terms and conditions for operating the business under the brand name .De **franchiseovereenkomst** schetste de voorwaarden voor het runnen van het bedrijf onder de merknaam.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
start-up
[zelfstandig naamwoord]

a newly established company or business venture, typically characterized by its innovative approach, early-stage development, and a focus on growth

start-up, nieuw bedrijf

start-up, nieuw bedrijf

Ex: The start-up expanded rapidly after its product went viral .De **start-up** breidde zich snel uit nadat het product viraal ging.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Ltd
[zelfstandig naamwoord]

used after the name of a company to indicate that its owners are not legally responsible for all the money that the company owes but only to the amount they have invested in it

BV, Ltd

BV, Ltd

Ex: JKL Ltd is a subsidiary of a larger multinational corporation.JKL **Ltd** is een dochteronderneming van een grotere multinational.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
venture
[zelfstandig naamwoord]

a business activity that is mostly very risky

onderneming, project

onderneming, project

Ex: Launching a new product line was a risky venture for the company.Het lanceren van een nieuwe productlijn was een riskante **onderneming** voor het bedrijf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
net
[bijvoeglijk naamwoord]

final amount after the deduction of all costs

netto, eindelijk

netto, eindelijk

Ex: The net proceeds from the sale of the property will be used to repay outstanding debts .De **netto** opbrengst van de verkoop van het pand zal worden gebruikt om uitstaande schulden af te lossen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cooperative
[bijvoeglijk naamwoord]

involving partnership of a group of people working toward a common goal

coöperatief,  samenwerkend

coöperatief, samenwerkend

Ex: The cooperative approach to problem-solving led to innovative solutions and improved outcomes .De **coöperatieve** aanpak van probleemoplossing leidde tot innovatieve oplossingen en verbeterde resultaten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
incorporated
[bijvoeglijk naamwoord]

having become a legal business company

geïncoporeerd, opgericht als bedrijf

geïncoporeerd, opgericht als bedrijf

Ex: An incorporated company often finds it easier to establish business credit compared to an unincorporated one .Een **geïncorporeerd** bedrijf vindt het vaak gemakkelijker om zakelijk krediet te vestigen in vergelijking met een niet-geïncorporeerd bedrijf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
managerial
[bijvoeglijk naamwoord]

related to managing or supervising tasks, resources, or personnel within an organization

managerieel, leidinggevend

managerieel, leidinggevend

Ex: Managerial positions often require experience in decision-making and conflict resolution .**Leidinggevende** functies vereisen vaak ervaring in besluitvorming en conflictoplossing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
profitable
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a business) providing benefits or valuable returns

winstgevend, rendabel

winstgevend, rendabel

Ex: His innovative app quickly became one of the most profitable products in the tech industry .Zijn innovatieve app werd al snel een van de meest **winstgevende** producten in de techindustrie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to administer
[werkwoord]

to be responsible for a company, organization, etc. and manage its affairs, including financial matters

beheren, besturen

beheren, besturen

Ex: The school principal actively administers the educational programs and resources .De schoolleider **beheert** actief de onderwijsprogramma's en middelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to close
[werkwoord]

to finalize a business deal

afronden, voltooien

afronden, voltooien

Ex: With a handshake and signed contract , they officially closed the partnership agreement .Met een handdruk en een ondertekend contract hebben ze het partnerschapsakkoord officieel **afgesloten**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to merge
[werkwoord]

to combine and create one whole

samenvoegen, fusieren

samenvoegen, fusieren

Ex: In music production , tracks from different instruments merge to form a cohesive and harmonious composition .In muziekproductie **versmelten** sporen van verschillende instrumenten tot een samenhangende en harmonieuze compositie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to publicize
[werkwoord]

to draw public's attention to something by giving information about it as an act of advertisement

promoten, bekendmaken

promoten, bekendmaken

Ex: He publicized the concert , hoping to sell more tickets .Hij **adverteerde** het concert, in de hoop meer tickets te verkopen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to take over
[werkwoord]

to take control of a company or business, particularly by buying more shares

overnemen, de controle overnemen

overnemen, de controle overnemen

Ex: Shareholders celebrated as the company successfully took over a key player in the market , boosting stock prices .Aandeelhouders vierden toen het bedrijf met succes een belangrijke speler op de markt **overnam**, wat de aandelenkoersen een boost gaf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
patent
[zelfstandig naamwoord]

a formal document that gives someone the right to be the only one who makes, uses, or sells an invention or product for a limited amount of time

octrooi, patent

octrooi, patent

Ex: Disputes over patent infringements often lead to lengthy legal battles between competing businesses.Geschillen over **octrooi**schendingen leiden vaak tot langdurige juridische gevechten tussen concurrerende bedrijven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shipping
[zelfstandig naamwoord]

the act of transporting goods, particularly by sea

verzending, zeetransport

verzending, zeetransport

Ex: Efficient shipping logistics are crucial for global businesses to ensure timely delivery of products to customers .Efficiënte **verzend**logistiek is cruciaal voor wereldwijde bedrijven om tijdige levering van producten aan klanten te garanderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
warehouse
[zelfstandig naamwoord]

a large place in which raw materials or produced goods are stored before they are sold or distributed

magazijn, opslagplaats

magazijn, opslagplaats

Ex: Security measures in the warehouse include surveillance cameras and restricted access to protect valuable merchandise .Beveiligingsmaatregelen in het **magazijn** omvatten bewakingscamera's en beperkte toegang om waardevolle goederen te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
operational
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the way in which a business, organization, machine, etc. functions

operationeel

operationeel

Ex: The new software system provides real-time data to enhance operational decision-making processes .Het nieuwe softwaresysteem levert realtime gegevens om de **operationele** besluitvormingsprocessen te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
public relations
[zelfstandig naamwoord]

the process of presenting a favorable public image of a person, firm, or institution

public relations

public relations

Ex: They hired a public relations firm to help boost their presence in the media and attract more clients .Ze hebben een **public relations**-bureau ingehuurd om hun aanwezigheid in de media te vergroten en meer klanten aan te trekken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
C1 Woordenlijst
LanGeek
LanGeek app downloaden