pattern

Cambridge IELTS 19 - Academisch - Test 2 - Lezen - Passage 2 (2)

Hier vind je de woordenschat uit Test 2 - Lezen - Passage 2 (2) in het Cambridge IELTS 19 - Academic cursusboek, om je te helpen bij de voorbereiding op je IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge IELTS 19 - Academic
audience
[zelfstandig naamwoord]

a group of people who have gathered to watch and listen to a play, concert, etc.

publiek,  toehoorders

publiek, toehoorders

Ex: The theater was filled with an excited audience.Het theater was gevuld met een opgewonden **publiek**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
skillful
[bijvoeglijk naamwoord]

very good at doing something particular

vaardig, bedreven

vaardig, bedreven

Ex: The skillful dancer moves with grace and fluidity , captivating the audience with their performance .De **vaardige** danser beweegt met gratie en vloeiendheid en betovert het publiek met zijn optreden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to tackle
[werkwoord]

to try to deal with a difficult problem or situation in a determined manner

aanpakken, omgaan met

aanpakken, omgaan met

Ex: Governments worldwide are tackling climate change through various initiatives .Regeringen over de hele wereld **pakken** klimaatverandering aan via verschillende initiatieven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
essentially
[bijwoord]

used to emphasize the nature or most important aspects of a person or thing

in wezen, wezenlijk

in wezen, wezenlijk

Ex: In times of crisis , people reveal their true selves , and she was essentially a resilient and optimistic person .In tijden van crisis onthullen mensen hun ware zelf, en zij was **in wezen** een veerkrachtig en optimistisch persoon.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
adrenaline
[zelfstandig naamwoord]

a body hormone produced in case of anger, fear, or excitement that makes the heart beat faster and the body react quicker

adrenaline

adrenaline

Ex: The adrenaline pumping through his veins gave him the courage to confront his fears and speak up .De **adrenaline** die door zijn aderen pompte, gaf hem de moed om zijn angsten onder ogen te zien en te spreken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cortisol
[zelfstandig naamwoord]

a steroid hormone that the body produces and is used in medicine to help cure skin diseases

cortisol, een steroïde hormoon dat het lichaam produceert en in de geneeskunde wordt gebruikt om huidziekten te helpen genezen

cortisol, een steroïde hormoon dat het lichaam produceert en in de geneeskunde wordt gebruikt om huidziekten te helpen genezen

Ex: The medication contains cortisol to reduce inflammation and swelling .Het medicijn bevat **cortisol** om ontsteking en zwelling te verminderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hormone
[zelfstandig naamwoord]

a chemical substance produced in the body of living things influencing growth and affecting the functionality of cells or tissues

hormoon, hormonale stof

hormoon, hormonale stof

Ex: Estrogen , a key hormone, influences female sexual development .Oestrogeen, een belangrijk **hormoon**, beïnvloedt de vrouwelijke seksuele ontwikkeling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to pump
[werkwoord]

to make gas or liquid move in a certain direction using a mechanical action

pompen, verplaatsen

pompen, verplaatsen

Ex: The heart pumps blood throughout the circulatory system to supply the body with oxygen .Het hart **pompt** bloed door de bloedsomloop om het lichaam van zuurstof te voorzien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to expand
[werkwoord]

to increase the size, number, importance, or value of something

uitbreiden, vergroten

uitbreiden, vergroten

Ex: Right now , the team is actively expanding its client base through strategic marketing .Op dit moment **breidt** het team actief zijn klantenbestand uit door middel van strategische marketing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blood vessel
[zelfstandig naamwoord]

any tube structure inside the body through which blood can circulate, such as a vein, artery, etc.

bloedvat, vat

bloedvat, vat

Ex: The body 's network of blood vessels is essential for delivering nutrients and oxygen to every cell .Het netwerk van **bloedvaten** in het lichaam is essentieel voor het leveren van voedingsstoffen en zuurstof aan elke cel.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
muscle
[zelfstandig naamwoord]

a piece of body tissue that is made tight or relaxed when we want to move a particular part of our body

spier

spier

Ex: The weightlifter 's strong muscles helped him lift heavy weights .De sterke **spieren** van de gewichtheffer hielpen hem zware gewichten op te tillen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pressure
[zelfstandig naamwoord]

(physics) the amount of force exerted per area that is measured in pascal, newton per square meter, etc.

druk, fysieke druk

druk, fysieke druk

Ex: Submarines withstand immense water pressure at great depths .Onderzeeërs weerstaan immense water**druk** op grote diepten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
consistently
[bijwoord]

in a way that is always the same

consequent,  consistent

consequent, consistent

Ex: The weather in this region is consistently sunny during the summer .Het weer in deze regio is **voortdurend** zonnig tijdens de zomer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to relate
[werkwoord]

to be linked or connected in a cause-and-effect relationship

relateren, gerelateerd zijn

relateren, gerelateerd zijn

Ex: The decrease in air quality in urban areas often relates to increased vehicular emissions .De afname van de luchtkwaliteit in stedelijke gebieden **houdt vaak verband** met verhoogde voertuigemissies.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
superior
[bijvoeglijk naamwoord]

surpassing others in terms of overall goodness or excellence

superieur, uitstekend

superieur, uitstekend

Ex: His superior intellect allowed him to excel in academic pursuits .Zijn **superieure** intellect stelde hem in staat om uit te blinken in academische bezigheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cricket
[zelfstandig naamwoord]

a game played by two teams of eleven players who try to get points by hitting the ball with a wooden bat and running between two sets of vertical wooden sticks

cricket, cricketspel

cricket, cricketspel

Ex: We need a new cricket bat for the next season.We hebben een nieuwe **cricket**-bat nodig voor het volgende seizoen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
batting
[zelfstandig naamwoord]

(baseball) the batter's attempt to get on base

slag, knuppel

slag, knuppel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
putting
[zelfstandig naamwoord]

hitting a golf ball that is on the green using a putter

putt, slag met de putter

putt, slag met de putter

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
penalty
[zelfstandig naamwoord]

(in games and sports) a disadvantage that a team or player is given for violating a rule

straf,  sanctie

straf, sanctie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to inhibit
[werkwoord]

to restrict or reduce the normal activity or function of something

remmen, beperken

remmen, beperken

Ex: The antibiotic successfully inhibited the growth of harmful bacteria in the body .Het antibioticum **remde** met succes de groei van schadelijke bacteriën in het lichaam.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blood pressure
[zelfstandig naamwoord]

the pressure at which one's blood circulates one's body

bloeddruk, bloed druk

bloeddruk, bloed druk

Ex: Stress can significantly affect blood pressure, causing it to rise temporarily during tense situations .Stress kan de **bloeddruk** aanzienlijk beïnvloeden, waardoor deze tijdelijk stijgt in gespannen situaties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
response
[zelfstandig naamwoord]

a physical or emotional reaction that happens as a result of a specific situation or event

antwoord, reactie

antwoord, reactie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
heart rate
[zelfstandig naamwoord]

the number of times one's heart fills with and pumps out blood in one minute

hartslag, hartritme

hartslag, hartritme

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
in short
[bijwoord]

in a way that efficiently captures essential details without unnecessary elaboration

kortom, in het kort

kortom, in het kort

Ex: In short, the novel explores themes of love , loss , and redemption .**Kortom**, de roman onderzoekt thema's van liefde, verlies en verlossing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
anxious
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) feeling worried because of thinking something unpleasant might happen

angstig, bezorgd

angstig, bezorgd

Ex: He was anxious about traveling alone for the first time , worrying about navigating unfamiliar places .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to perform
[werkwoord]

to carry out or execute a task, duty, action, or ceremony, often in a formal or official capacity

uitvoeren, verrichten

uitvoeren, verrichten

Ex: To assess the software 's functionality , the quality assurance team will perform rigorous testing procedures .Om de functionaliteit van de software te beoordelen, zal het kwaliteitsteam strenge testprocedures **uitvoeren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to associate
[werkwoord]

to make a connection between someone or something and another in the mind

associëren, verbinden

associëren, verbinden

Ex: The color red is commonly associated with passion and intensity across various cultures .De kleur rood wordt in verschillende culturen vaak **geassocieerd** met passie en intensiteit.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
serve
[zelfstandig naamwoord]

the action of putting the ball or puck into play to start a point or match

service, opslag

service, opslag

Ex: The table tennis player 's serve was too fast for her opponent .De **service** van de tafeltennisspeler was te snel voor haar tegenstander.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
anxiety
[zelfstandig naamwoord]

a feeling of nervousness or worry about a future event or uncertain outcome

angst, zorg

angst, zorg

Ex: The tight deadline caused a wave of anxiety to wash over him , making it hard to focus .De krappe deadline veroorzaakte een golf van **angst** die over hem heen spoelde, waardoor het moeilijk was om zich te concentreren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
under pressure
[Zinsdeel]

stressful or anxious due to having too many tasks or responsibilities to handle within a limited time

Ex: Working under pressure can sometimes lead to better results.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
perspiration
[zelfstandig naamwoord]

a salty liquid produced by skin cells as a result of high temperature, exercising, etc.

transpiratie, zweet

transpiratie, zweet

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
palpitation
[zelfstandig naamwoord]

a heart beat that is very irregular or too fast

hartklopping, onregelmatige hartslag

hartklopping, onregelmatige hartslag

Ex: She kept a diary to track her palpitations, noting any triggers or patterns that might help identify the cause .Ze hield een dagboek bij om haar **hartkloppingen** bij te houden, waarbij ze alle triggers of patronen noteerde die konden helpen de oorzaak te identificeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tremor
[zelfstandig naamwoord]

shaking or trembling (usually resulting from weakness or stress or disease)

beving, trilling

beving, trilling

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shortness of breath
[zelfstandig naamwoord]

a dyspneic condition

kortademigheid

kortademigheid

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nausea
[zelfstandig naamwoord]

the feeling of discomfort in the stomach, often with the urge to vomit

misselijkheid, braakneiging

misselijkheid, braakneiging

Ex: Nausea is a common side effect of chemotherapy treatment .**Misselijkheid** is een veelvoorkomende bijwerking van chemotherapiebehandeling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stomach
[zelfstandig naamwoord]

the area of the body in a vertebrate located between the chest and the hips

buik, maag

buik, maag

Ex: He felt a tickle on his stomach where the baby 's hand brushed against him .Hij voelde een kriebel op zijn **buik** waar de hand van de baby hem aanraakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
weakness
[zelfstandig naamwoord]

the property of lacking physical or mental strength; liability to failure under pressure or stress or strain

zwakte, broosheid

zwakte, broosheid

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
desire
[zelfstandig naamwoord]

a very strong feeling of wanting to do or have something

verlangen, wens

verlangen, wens

Ex: The aroma of freshly baked cookies awakened a sudden desire for something sweet in Mary .De geur van versgebakken koekjes wekte een plotseling **verlangen** naar iets zoets op in Mary.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
extreme
[bijvoeglijk naamwoord]

very high in intensity or degree

extreem, intens

extreem, intens

Ex: The movie depicted extreme acts of courage and heroism in the face of adversity .De film beeldde **extreme** daden van moed en heldendom uit in het aangezicht van tegenspoed.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
case
[zelfstandig naamwoord]

an example of a certain kind of situation

geval, voorbeeld

geval, voorbeeld

Ex: In the case of severe weather , the event will be postponed .In **geval** van ernstig weer wordt het evenement uitgesteld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
concentration
[zelfstandig naamwoord]

complete attention; intense mental effort

concentratie, intense aandacht

concentratie, intense aandacht

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
self-control
[zelfstandig naamwoord]

the ability to manage one's thoughts, emotions, and behaviors in order to achieve long-term goals and resist short-term temptations

zelfbeheersing, zelfcontrole

zelfbeheersing, zelfcontrole

Ex: His self-control prevented him from making a rash decision .Zijn **zelfbeheersing** weerhield hem ervan een overhaaste beslissing te nemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
intensity
[zelfstandig naamwoord]

the degree or magnitude of a certain quality or attribute

intensiteit, kracht

intensiteit, kracht

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to manifest
[werkwoord]

to clearly dispaly something

manifesteren, tonen

manifesteren, tonen

Ex: By consistently meeting deadlines , her commitment to her job manifested.Door consequent deadlines te halen, **manifesteerde** haar toewijding aan haar werk zich.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nervousness
[zelfstandig naamwoord]

a state of being anxious, uneasy, or apprehensive, often characterized by physical symptoms such as sweating, trembling, or rapid heartbeat

zenuwachtigheid, angst

zenuwachtigheid, angst

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
overthinking
[zelfstandig naamwoord]

the act of thinking too much about something, often making it seem more complicated or worrying than it really is

overdenken, overmatig nadenken

overdenken, overmatig nadenken

Ex: The constant overthinking made her feel exhausted and unsure .Het constante **overdenken** maakte haar moe en onzeker.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to take
[werkwoord]

(of a sports player) to kick, throw, or initiate play from a specified position

schoppen, uitvoeren

schoppen, uitvoeren

Ex: With the score tied , the team relied on their experienced captain to take the corner kick and create a goal-scoring opportunity .Met de stand gelijk, vertrouwde het team op hun ervaren aanvoerder om de hoekschop **te nemen** en een scoringskans te creëren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tight
[bijvoeglijk naamwoord]

stretched firmly

strak, stijf

strak, stijf

Ex: The net was tight, trapping the fish efficiently .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge IELTS 19 - Academisch
LanGeek
LanGeek app downloaden