Premium|Mobiele app|Woordenboek

Langeek

Ranglijst

Nachtmodus

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

C2 Woordenlijst - Gezondheidstoestand

Hier leer je alle essentiële woorden om over gezondheidstoestand te praten, speciaal verzameld voor C2-niveau leerlingen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

CEFR C2 Vocabulary

[zelfstandig naamwoord]

a heart beat that is very irregular or too fast

hartklopping, onregelmatige hartslag

hartklopping, onregelmatige hartslag

Ex: She kept a diary to track her palpitations, noting any triggers or patterns that might help identify the cause .Ze hield een dagboek bij om haar **hartkloppingen** bij te houden, waarbij ze alle triggers of patronen noteerde die konden helpen de oorzaak te identificeren.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the infection and inflammation of air sacs in one's lungs, usually caused by a bacterial infection that makes breathing difficult

longontsteking, longinfectie

longontsteking, longinfectie

Ex: Vaccination against common pathogens , such as Streptococcus pneumoniae and influenza virus , can help prevent pneumonia and reduce its severity if contracted .Vaccinatie tegen veelvoorkomende ziekteverwekkers, zoals Streptococcus pneumoniae en het influenzavirus, kan helpen **longontsteking** te voorkomen en de ernst ervan te verminderen als het wordt opgelopen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a medical condition during which mucus accumulates in one's nose, throat, or sinuses and blocks them

catarre, verkoudheid

catarre, verkoudheid

Ex: During the winter months , many people experience catarrh due to the increased prevalence of respiratory infections .Tijdens de wintermaanden ervaren veel mensen **catarre** vanwege de toegenomen prevalentie van luchtweginfecties.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of being physically ill and irritated without knowing the reason

malaise

malaise

Ex: After recovering from the flu , he experienced lingering malaise, making it difficult to return to his normal routine .Na herstel van de griep ervoer hij aanhoudende **malaise**, wat het moeilijk maakte om terug te keren naar zijn normale routine.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

any disease or virus that can be easily passed from one person to another

besmetting, infectie

besmetting, infectie

Ex: Despite their efforts , the contagion spread rapidly , leading to a significant increase in hospital admissions .Ondanks hun inspanningen verspreidde de **besmetting** zich snel, wat leidde tot een significante toename van ziekenhuisopnames.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a condition where an excess amount of blood or other fluid accumulates in a part of the body, leading to swelling or discomfort

congestie, zwelling

congestie, zwelling

Ex: During allergy season , many people experience congestion due to increased pollen in the air .Tijdens het allergieseizoen ervaren veel mensen **congestie** door de toename van pollen in de lucht.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a region in an organ or tissue that has suffered damage through injury, disease, or other causes

laesie

laesie

Ex: The athlete visited the sports medicine specialist for an evaluation of a knee lesion sustained during training .De atleet bezocht de sportgeneeskundige voor een evaluatie van een **letsel** aan de knie dat tijdens de training was opgelopen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a lesion or sore on the skin that might bleed or even produce a poisonous substance

zweer, wond

zweer, wond

Ex: The endoscopy revealed an ulcer in the lining of his esophagus , which explained the persistent burning sensation he felt .De endoscopie onthulde een **zweer** in de bekleding van zijn slokdarm, wat het aanhoudende branderige gevoel verklaarde dat hij voelde.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

any organism that can cause diseases

pathogeen, ziekteverwekker

pathogeen, ziekteverwekker

Ex: The pathogen responsible for malaria is transmitted to humans through the bite of an infected mosquito .De **pathogeen** die verantwoordelijk is voor malaria wordt op mensen overgedragen door de beet van een geïnfecteerde mug.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a mild state of being unwell, often leading to a temporary inability to perform one's usual activities

ongesteldheid, malaise

ongesteldheid, malaise

Ex: The athlete decided to withdraw from the competition due to an unexpected indisposition affecting their performance .De atleet besloot zich terug te trekken uit de wedstrijd vanwege een onverwachte **ongesteldheid** die hun prestaties beïnvloedde.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a short period during which someone is suffering from an illness

aanval, episode

aanval, episode

Ex: A sudden bout of vertigo caused her to feel dizzy and disoriented , prompting her to sit down and rest .Een plotselinge **aanval** van duizeligheid zorgde ervoor dat ze zich duizelig en gedesoriënteerd voelde, wat haar ertoe aanzette te gaan zitten en uit te rusten.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the first person known to have a certain disease, often seen as the starting point of an outbreak

patiënt nul, het eerste geval

patiënt nul, het eerste geval

Ex: By identifying patient zero early , authorities can implement effective containment measures to control the spread of the disease .Door **patiënt nul** vroegtijdig te identificeren, kunnen autoriteiten effectieve inperkingsmaatregelen implementeren om de verspreiding van de ziekte te controleren.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a person who has an eating disorder characterized by an intense fear of gaining weight and severe food restriction

anorectisch, persoon die aan anorexia lijdt

anorectisch, persoon die aan anorexia lijdt

Ex: The documentary aimed to raise awareness about the challenges faced by anorexics and the importance of early intervention .De documentaire was bedoeld om bewustzijn te creëren over de uitdagingen waarmee **anorexiapatiënten** worden geconfronteerd en het belang van vroege interventie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the prevalence of disease or injury within a specific population over a particular period

morbiditeit, prevalentie van ziekte

morbiditeit, prevalentie van ziekte

Ex: Public health campaigns target behaviors that increase morbidity.Publieke gezondheidscampagnes richten zich op gedrag dat de **morbiditeit** verhoogt.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

any physical problem that might put one's health in danger

ziekte, aandoening

ziekte, aandoening

Ex: The medieval village was plagued by a malady that spread rapidly , causing widespread illness and death .Het middeleeuwse dorp werd geteisterd door een **ziekte** die zich snel verspreidde, wat wijdverbreide ziekte en dood veroorzaakte.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of pain or suffering due to a physical or mental condition

lijden, ellende

lijden, ellende

Ex: The affliction of migraines made it difficult for her to concentrate and disrupted her daily routine .**De kwelling** van migraine maakte het moeilijk voor haar om zich te concentreren en verstoorde haar dagelijkse routine.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

a person who is excessively concerned about their health and often believes they are ill

ziekelig, hypochondrisch

ziekelig, hypochondrisch

Ex: The valetudinarian attitude in the family led to regular discussions about health concerns , sometimes overshadowing other topics .De **hypochondrische** houding in het gezin leidde tot regelmatige discussies over gezondheidsproblemen, die soms andere onderwerpen overschaduwden.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

deeply affected, overwhelmed, or afflicted by a strong emotion, illness, or adversity

getroffen, overweldigd

getroffen, overweldigd

Ex: The actor's performance was so moving that the audience was stricken with a profound sense of empathy.De prestatie van de acteur was zo ontroerend dat het publiek **getroffen** werd door een diep gevoel van empathie.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

energetic and agile, especially in older age

kwiek, energiek

kwiek, energiek

Ex: The spry retiree enjoyed morning jogs in the park, often completing several laps with ease.De **kwieke** gepensioneerde genoot van ochtendjogging in het park en voltooide vaak verschillende rondjes met gemak.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to a health condition where a person has a lower than normal number of red blood cells, causing fatigue and weakness

anemisch

anemisch

Ex: Despite feeling tired all the time , she initially attributed her symptoms to stress until a blood test confirmed that she was anemic.Ondanks dat ze zich de hele tijd moe voelde, schreef ze haar symptomen aanvankelijk toe aan stress totdat een bloedtest bevestigde dat ze **anemisch** was.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

suffering from an illness or injury

ziek, lijden

ziek, lijden

Ex: Sarah's ailing aunt relied on daily medication to manage her heart condition.Sarahs **zieke** tante vertrouwde op dagelijkse medicatie om haar hartconditie te beheren.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

yellowish, sickly, or lacking in healthy color

gelig, bleek

gelig, bleek

Ex: The character in the novel was described as having a sallow face , reflecting the challenging circumstances they faced .Het personage in de roman werd beschreven als iemand met een **vaal** gezicht, wat de uitdagende omstandigheden weerspiegelde waarmee hij werd geconfronteerd.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

feeling or appearing completely exhausted

uitgeput, opgebrand

uitgeput, opgebrand

Ex: By the time they finished the project, everyone was spent and ready for a break.Tegen de tijd dat ze het project hadden afgerond, was iedereen **uitgeput** en klaar voor een pauze.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

abnormally pale, lacking in color, and often associated with illness, shock, or a lack of vitality

bleek, kleurloos

bleek, kleurloos

Ex: His pallid face indicated that he had not fully recovered from the flu .Zijn **bleke** gezicht gaf aan dat hij nog niet volledig hersteld was van de griep.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

weakened and depleted of strength or vitality

uitgeput, verzwakt

uitgeput, verzwakt

Ex: The persistent lack of sleep resulted in an enervated state , impacting both focus and mood .Het aanhoudende gebrek aan slaap resulteerde in een **verzwakte** toestand, wat zowel de focus als de stemming beïnvloedde.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

looking pale due to being sick or in poor health

lijkbleek, bleek

lijkbleek, bleek

Ex: The hiker appeared ghastly after being lost in the wilderness for days, his skin clammy and his lips trembling with exhaustion.De wandelaar zag er **bleek** uit nadat hij dagenlang in de wildernis was verdwaald, zijn huid vochtig en zijn lippen trillend van uitputting.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

indicating or promoting healthiness and well-being

gezond, bevorderlijk voor de gezondheid

gezond, bevorderlijk voor de gezondheid

Ex: The architect designed the office building with large windows and green spaces to create a salubrious workspace conducive to productivity and well-being .De architect ontwierp het kantoorgebouw met grote ramen en groene ruimtes om een **gezonde** werkplek te creëren die bevorderlijk is voor productiviteit en welzijn.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to a disease or condition that is commonly found in a specific area or group of people

endemisch

endemisch

Ex: The government implemented vaccination campaigns to address endemic diseases such as measles and polio, aiming to achieve herd immunity within the population.De regering voerde vaccinatiecampagnes uit om **endemische** ziekten zoals mazelen en polio aan te pakken, met als doel groepsimmuniteit binnen de bevolking te bereiken.

Sluiten

immunocompromised

[bijvoeglijk naamwoord]

related to a state in which an individual's immune system is weakened or impaired, making them more susceptible to infections and illnesses

immunogecompromitteerd, met een verzwakt immuunsysteem

immunogecompromitteerd, met een verzwakt immuunsysteem

Ex: Hospitalized patients are more vulnerable to infections if they are immunocompromised.Ziekenhuispatiënten zijn kwetsbaarder voor infecties als ze **immuungecompromitteerd** zijn.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a disease) not showing any symptoms associated with it

asymptomatisch

asymptomatisch

Ex: Despite being asymptomatic, the patient was advised to monitor their health closely for any signs of illness .Ondanks dat hij **asymptomatisch** was, werd de patiënt geadviseerd om zijn gezondheid nauwlettend in de gaten te houden voor tekenen van ziekte.

Sluiten

C2 Woordenlijst

LanGeek app downloaden